Iedere woensdag deelt een Grazia lezer(es) zijn of haar grootste regret...
Naam: Marlous (32) - Relatie: Ja, verloofd - Beroep: tuinarchitect
Pijn
“Kort voordat ik mijn verloofde Erik ontmoette, was mijn hart aan flarden gescheurd door de man die ik zag als de liefde van mijn leven. Voor die intense liefde had ik veel geslikt. Ik had hem onderdak gegeven toen hij zijn huis kwijtraakte en geaccepteerd dat hij haast niets bijdroeg aan huur of boodschappen. Ik had niet gezeurd als hij met vrienden ging stappen en met een alcoholwalm naast me in bed schoof. Toen hij ruzie maakte met mijn moeder, koos ik partij voor hém. Ik gaf hem alles, vanuit mijn tenen."
"Het bleek niet genoeg. Meneer ging een verhouding aan met een gezamenlijke vriendin. Ik trof ze aan in ons bed. Míjn bed. En hij geneerde zich niet eens. Zei dat het maar beter was dat ik het nu wist, dat bespaarde ons een hoop moeilijke gesprekken. Ik besloot mijn hart te pantseren. Dit soort pijn wilde ik nooit meer voelen."
Nieuwe liefde
"Toen ik Erik leerde kennen, op een Oud & Nieuw-feest, zag ik geen potentiële partner in hem. Ik wilde nog helemaal geen nieuwe relatie. Bovendien was hij mijn type niet. Te zachtaardig, te verlegen en qua uiterlijk niet je-van-het. Maar ik vond hem wel aardig. Omdat ik computerproblemen had die hij zou kunnen oplossen, wisselden we gegevens uit. De avond dat hij bij me kwam, zaten we lang te kletsen. Ook Eriks relatie was kort ervoor verbroken, zijn ex was ook vreemdgegaan."
"Als afleiding van ons verdriet besloten we samen leuke dingen te gaan doen, naar de film, het theater, naar een café. Dat was iedere keer heel gezellig. We konden erg goed praten, het voelde vertrouwd met hem. Toen de zomer naderde, waren we zo hecht met elkaar, dat we besloten om samen op vakantie te gaan – veel leuker dan alleen. We boekten een appartement met twee slaapkamers. Uiteindelijk hebben we er maar één gebruikt. Want al de eerste avond zaten we zo romantisch in een haven te eten dat er een vonkje oversprong. Later zoenden we in een smalle steeg, en in het appartement ging alles vanzelf."
Ontroering
"De volgende ochtend was ik vroeg wakker. Ik lag naar Erik te kijken en werd overspoeld door ontroering. Wat een lieve man was dit. Mijn rots in de branding van de afgelopen tijd. Een veel betere vent dan mijn ex ooit geweest was. En de nacht was fijn geweest. Niet spetterend, bruisend, en ik voelde me ook niet verliefd. Maar hoe belangrijk was dat eigenlijk? Ging een goede, bestendige relatie niet om heel andere dingen? Toen Erik wakker werd, behandelde hij me als een prinses. Hij maakte ontbijt en deed zo lief dat de tranen in mijn ogen sprongen. Hij bekende me dat hij al een tijdje gek op mij was. Hij had niets willen forceren, maar hij was dolblij met deze wending. Ik ook? ‘Zeker weten’, antwoordde ik – en op dat moment meende ik dat helemaal. We hebben een zalige week gehad. Zo relaxed, ontspannend en fijn."
Relatie
"Dat was het begin van onze relatie, die na bijna een jaar nog steeds heel fijn is. Ik voel me veilig en thuis bij Erik. Toen hij me een paar maanden geleden vroeg of ik met hem wilde trouwen, heb ik dan ook volmondig ‘ja’ gezegd. Maar met dat woordje ‘ja’ en de voorbereiding van ons huwelijk zijn de twijfels gekomen."
"Hoewel ik me geen betere man kan voorstellen dan Erik, en ik ook vermoed dat hij een fantastische vader zal worden, besef ik steeds meer dat mijn gevoel voor hem niet verder gaat dan vriendschap. Ik mag hem graag, hij is mijn beste maatje en ik hou ook van hem; maar níet op een manier zoals dat hoort in een relatie. En hoe meer we met onze bruiloft bezig zijn, hoe meer dat ik me afvraag of dat wat wij hebben wel genoeg is."
Verdriet
"Ik merk dat ik nog maar met weinig enthousiasme sex heb met Erik. Ik verdraag hem wel, maar echt aantrekkelijk vind ik hem niet. Ik zie op straat, op mijn werk, vaak mannen die ik sexyer vind; kort geleden was ik nog kortstondig verliefd op een collega. Gelukkig is die overgeplaatst naar een andere afdeling, want het bracht me erg in de war."
"Ik realiseer me dat als ik met Erik ga trouwen, dit vaker zal gebeuren. Want bloed kruipt waar het niet gaan kan. Moet ik alles wel door laten gaan? Mijn verstand roept ‘ja,’ want ik wil nooit meer zo op mijn ziel worden getrapt als door mijn ex is gebeurd. En ik weet dat Erik mij zoiets nooit zal aandoen. Maar diep in mijn hart weet ik dat ik een huwelijk niet op vriendschap wil bouwen. Ik ga tekort komen op den duur. En Erik ook, omdat ik hem geen echte liefde kan geven. Ik had nooit ‘ja’ moeten zeggen. Ik zal Erik ontzettend veel verdriet doen als ik ons voorgenomen huwelijk afblaas. Toch vrees ik dat er niets anders op zit..."