Het is misschien al wat jaartjes geleden dat je met je ouders mee ging naar de camping en daar de tijd van je leven had. Maar hoe lang geleden het ook was, elk jaar hield je er een aantal mooie herinneringen aan over. Hoewel de vakantie ieder jaar weer anders was, herken je deze clichés vast nog wel uit duizenden. Komen ze!
Lees ook: Deze dingen herken je alleen als je verslaafd was aan MSN
Herkenbaar?
1. In januari werd de vakantiebestemming bepaald. Welke camping werd het dit keer? In Drenthe? In Zeeland? In Limburg? Je moest maar afwachten waar je ouders voor kozen.
2. In het voorjaar werd de tent al even in de eigen tuin opgezet. Gewoon om te oefenen.
3. Als het eindelijk half juli was, vertrok je in een volgepakte auto. Yay!
4. Genoeg cassettebandjes en cd's voor onderweg.
5. Uiteraard maakte je onderweg ruzie met je broertje of zusje en vroegen jullie elk half uur of we er al bijna zijn.
6. Aangekomen bij de camping, kregen je ouders ruzie bij het opzetten van de tent. Het oefenen had niet geholpen…
7. Zodra de tent stond, pakte je vader een koud biertje en ging zitten.
8. 's Avonds at je maar iets makkelijks zoals patat, want niemand had zin om nog een avondmaal klaar te maken.
9. En daarna kon je een paar honderd meter lopen om af te gaan wassen. Dat was dan weer minder leuk.
10. De eerste avond had je nog geen vriendjes gemaakt, dus speelde je een spelletje.
11. De volgende dag maakte je vriendjes voor het leven. Of een week of twee.
12. Je vervloekt de dagen dat je ouders met je op tripje willen naar een kasteel of een bos.
13. Maar die dag is minder erg dan de dag waarop je weer moet vertrekken. De tijd gaat altijd sneller op vakantie.
Bron: Upcoming Beeld: We're the Millers
