Kerstboom lezen

De school werd steeds leger. De kerstballen zaten alweer gezellig samen in de grote doos. De glimmende sterren waren va...


De school werd steeds leger.

De kerstballen zaten alweer gezellig samen in de grote doos. De glimmende sterren waren van het plafond gehaald. De kerstversiering ging hemelen (lees: naar zolder) en nu was de grote kerstboom in de aula aan de beurt. Die hing vol met wensen. Handgeschreven wensen van groep 1 tot en met groep 8.

Een voor een haalden vriendin B. en ik de wensen eruit. Er waren gekleurde ballen met wensen, zilveren sterren en rode klokjes. En hoewel we nog veel moesten doen, en dus eigenlijk moesten doorwerken, konden we het niet laten om af en toe een wens aan elkaar voor te lezen.

“Ik wou dat iedereen een WIE had.” schreef een jongen uit groep drie. Het duurde even voordat vriendin B. en ik ‘m snapten. “Ik wou dat ik beroemd was,” schreef een meisje. Ach ja, we hebben allemaal zo onze eigen wensen. “Ik wil zo graag een huisdier.” Ook zo schattig. “Ik wens een broertje. Liever geen zusje a.u.b.” “Ik wens sneeuw.” Die wens was helaas niet uitgekomen.

De wensen in de kerstboom vertelden ons veel over de kinderen. Over hun leven, hun angsten. En soms kon je er zelfs een politieke voorkeur aan aflezen. “Ik wens een grote auto.” VVD. “Ik wens een beter leven voor de dieren.” Partij voor de dieren. “Ik wens meer ruimte.” PVV. “Ik wens… weet ik niet!” Zwevende kiezer.

Veel wensen gingen over oorlog, vrede en geluk. Logisch zo rond deze tijd van het jaar maar toch ook ontroerend om te lezen. Dat kinderen daar al zo jong mee bezig zijn. Ik wens dat er geen oorlog meer is. Ik wens vrede voor iedereen. Ik wens dat iedereen gelukkig is. Dat soort werk. Heel kerstig en – op een bepaalde manier – heel stichtelijk. Ik wens dat de aarde niet uitsterft. Zo mooi.

Maar de boom had ook een donkere kant. Toeval of niet, de wensen aan de achterkant van de boom (hij stond tegen de muur) waren niet allemaal zo gezellig. “Ik wens dat mijn vader weer bij mijn moeder komt wonen,” schreef een meisje. Ik had de brok in mijn keel nog niet weggeslikt of vriendin B. kwam met de volgende: “Ik wens dat ik nooit meer gepest wordt.” Om te huilen. Ook waren er wensen voor zieke familieleden en overleden huisdieren.

“En wij maar denken dat een kinderleven één groot feest is,” zei vriendin B. zichtbaar aangeslagen. “Moet je eens zo’n kerstboom lezen.”
Ik knikt terwijl ik de laatste wens uit de boom voorlas.
“Ik wens dat alles weer goed komt.”

Die wens legden we bovenop de kerstboom toen we hem in de doos stopte en naar de zolder verscheepten. Want hoewel ‘alles’ natuurlijk best wel veel is hoopten we dat het geluk zou brengen. En dat die mooie wens in 2012 – een beetje – zou uitkomen

Laatste nieuws