De oppositie: ‘Wees blij dat je ouder wordt’

''Ouder worden hoort er nou eenmaal bij''

Zuchten en steunen bij elke verjaardag, omdat je wéér een jaar ouder bent geworden? Sara Madou vindt dat we ermee moeten stoppen.

Klagen over leeftijd

"Laatst zat ik in de tram, toen ik achter me een meisje hoorde klagen dat ze 21 werd. “Oh my God, ik voel me zo óud! Vroeger kon ik veel beter tegen een nachtje doorhalen!” mopperde ze. Vervolgens ging ze met een make-upspiegeltje tien minuten speuren naar de rimpels en wallen die ze aan haar wilde nacht had overgehouden – met het grootste vergrootglas ter wereld had je die nog niet kunnen lokaliseren. Nou vind ik het concept ‘vroeger’ sowieso relatief op je 21e, maar goed.

Het is toch eigenlijk bizar, dacht ik, dat het klagen over ouder worden op die leeftijd blijkbaar al begint. Wat doen we onszelf toch aan, met die focus op cijfers die helemaal niet zoveel zeggen. Het gekke is: vrouwen van alle leeftijden doen het. De 21-jarige wilde dat ze nog 16 was, als dertiger snakt men massaal terug naar het leven als twintiger, en in de veertig doe je nostalgisch over je thirties. Bijna ongeacht hoe goed je er (nog) uitziet; klagen over je leeftijd lijkt erbij te horen tegenwoordig."

Eerste rimpel

"Wat ik extra stom vind, is dat dit volledig een vrouwen-issue lijkt te zijn. Mannen hoor je er amper over, of ze moeten daadwerkelijk op hoge leeftijd zijn en iets mopperen over krakende gewrichten. Ik heb nog nooit een man van in de dertig horen mopperen over hoeveel beter hij eruitzag op zijn twintigste. Ja, mijn gay best friend misschien. Maar in zijn uitgaansscene, zo zei hij laatst zelf, val je vanaf je 30e sowieso in de daddy-categorie. Oftewel, afgeschreven.

Toegegeven: ik heb me er vroeger ook weleens schuldig aan gemaakt. Mopperen over de eerste rimpel of een grijze haar – die ook best weleens gewoon blond zou kunnen zijn geweest. Of met weemoed terugdenken aan mijn studententijd, toen ik een concert meepakte in een andere stad, de laatste trein miste en vervolgens met wat vrienden de hele nacht bleef hangen in een of ander obscuur café. Om ’s ochtends een trein terug te pakken, en doodleuk meteen naar de universiteit te wandelen voor het eerste college. Zonder een greintje pijn. Als ik nu één nacht minder dan acht uur slaap, ben ik meteen bloedchagrijnig en hangen mijn wallen op mijn knieën. Zonder een extra sterke espresso kom ik sowieso niet op gang ’s ochtends."

In coma

"Maar goed. Ik zei dus ‘vroeger’. Want hoewel ik bovenstaande verschillen echt wel signaleer – ik ben gelukkig nog niet blind – veranderde er een aantal jaar geleden iets grondig in hoe ik naar leeftijd en ouder worden keek. Een collega met wie ik hecht samenwerkte, stiekem mijn lievelingscollega, overleed compleet onverwachts aan een hersenvliesontsteking. Op een doodgewone zaterdagavond had ze nog voetbal zitten kijken met haar man, en 24 uur later lag ze in coma in het ziekenhuis. Nog even later was de diagnose: hersendood. Ze was pas 34. Haar zoontje was anderhalf jaar oud. Op weg naar het ziekenhuis had ze nog mailtjes zitten sturen over wat werkdingen, met een vrolijk ‘Ik zie jullie volgende week weer!’ aan het eind.

Mijn toenmalige baas had de loodzware taak om ons allemaal te bellen, en het nieuws te vertellen. Wat het extra wrang maakte: het was Koninginnedag. Tussen de feestvierende mensen, al proostend in het oranje, kregen we stuk voor stuk het nieuws te horen. Ik kan je vertellen dat dit de meest bizarre situatie was waar ik me ooit in heb bevonden. Godzijdank was het de laatste Koninginnedag, het jaar daarop stapten we over op Koningsdag. Ik wil er niet eens aan denken hoe verschrikkelijk die combinatie van feestvierende mensen met je eigen rouw anders elk jaar voor haar vrienden en familie moet zijn geweest."

Niet meer de jongste

"Inmiddels ben ik zelf 34. Volgende maand word ik 35. Ouder dan mijn lieve collega ooit is geworden – zij overleed een week voor haar verjaardag. Ik kan me met alle moeite van de wereld niet voorstellen hoe ik dan zou kunnen klagen. Want ik word wél ouder, ik mag verder leven. Carrière maken, lange zomeravonden kletsen en borrelen met vrienden, tijd doorbrengen met mijn familie; allemaal dingen die haar – en vele anderen – niet meer gegund zijn.

Natuurlijk maak ook ik er net als iedereen weleens grapjes over dat ik nu vaker naar de kapper moet voor mijn grijze haren – inmiddels is het niet meer vol te houden dat het eigenlijk om lichtblonde exemplaren gaat. En mijn stapavonden waren een stuk spannender toen ik in de twintig was. Wat ook wennen is, ik ben op mijn werk heel lang de jongste geweest. Ik begon op mijn 22e met fulltime werken. Als ik vertelde hoe oud ik was, reageerden collega’s zo ongeveer standaard met “Wat jong!”. Maar tegenwoordig heb ik te maken met stagiaires die geboren zijn in het jaar van 9/11, en niet beter weten dan dat ze voortdurend een smartphone met internet binnen handbereik hebben. Als je echt wil lachen, moet je iemand van 18 het concept van een discman of internetsnelheid anno 2001 eens proberen uit te leggen."

Nostalgie

"Maar veelvuldig over mijn leeftijd klagen? Roepen dat ik mijn verjaardag niet vier, ‘omdat er niks te vieren valt’? Dat nooit. Ik ga gewoon blij zijn, als ik straks 35 spreekwoordelijke kaarsjes uitblaas. Kom maar op, met die antirimpelcrème, steunkousen en het roepen van wijze oneliners die beginnen met “Toen ik jong was…” Want hoewel een gezonde dosis nostalgie en weemoed heel leuk kunnen zijn, slaat het nergens op om steeds te klagen over je leeftijd.

Maakt dat je jonger, frisser, rimpellozer? Krijg je er een strakker lijf van, of een beter geheugen dat MAX’ Geheugentrainer overbodig maakt? Dat lijkt me sterk. Probeer liever dankbaar te zijn dat je ouder mág worden. Of, zoals mijn wijze oma altijd zei, die van de oneliners aan elkaar hing en 98 jaar werd: “Ouder worden hoort er nou eenmaal bij. Wat is het alternatief? Jezelf van een brug gooien?"

Tekst: Sara Madou Beeld: IStock

Laatste nieuws