Je leest het ’t eerst op Grazia.nl

De oppositie: 'Vakantie is een overschat concept'

Ja, je leest het goed.

De oppositie: 'Vakantie is een overschat concept'

Waar de rest van Nederland niet kan wachten om met vakantie te gaan, kijkt Urlien Strik (33) er totaal niet naar uit. Sterker nog, ze heeft er een bloedhekel aan.

Tot jezelf komen, maar niet heus

"Een paar jaar geleden ging ik op reis naar Nepal. Nu denk ik dat het in een vlaag van verstandsverbijstering moet zijn geweest, maar toen deed ik het omdat het een land zou zijn waar je, aldus anderen, tot rust en tot jezelf zou komen. Dat sprak me aan, dus het plan was om vier weken weg te blijven. Nou, ik heb het precies een week volgehouden, en dat was nog met veel moeite. De cultuur kon me niet boeien, ik vond het lastig dat ik de taal niet sprak en me daarom niet goed kon uitdrukken, en ik was doodsbang ziek te worden van het eten. Dus bracht ik het grootste gedeelte van die zeven dagen op mijn hotelkamer door, skypend met het thuisfront, levend op McDonald’s-frietjes en de Sultana’s waarmee ik mijn rugzak had volgestopt. Pas op het moment dat ik had besloten dat dit gekkenwerk was en ik zag dat er per direct een vlucht terug was, hervond ik mijn rust en begon ik me weer wat beter te voelen. Achteraf gezien had ik kunnen weten dat het een drama zou worden. Ik heb namelijk nooit van vakantie gehouden. Als kind was ik, waarschijnlijk van de zenuwen, gegarandeerd een week voordat we zouden afreizen ziek, om ter plekke aan één stuk door doodongelukkig te zijn. Met als gevolg dat de drie weken vaak moesten worden ingekort tot tien dagen omdat ik per se naar huis wilde. Het is dat ik het mijn man en kinderen niet wil aandoen om nooit met vakantie te gaan, maar anders wist ik het wel.”

Inpakdrama

"Het begint al met de zogenaamde voorpret. Aangezien ik geen plezier aan vakantie beleef, heb ik die niet. In tegenstelling tot de andere mensen op deze wereld, die in de aanloop naar de zomer over niets anders meer kunnen praten dan over waar ze hoelang naartoe gaan en hoe heerlijk dat wel niet is. In deze periode vermijd ik bijvoorbeeld ook de kapper, omdat ik weet dat ik daar moet uitleggen dat ik vakantie niet zie als iets om naar uit te kijken en allerlei goedbedoelde adviezen moet aanhoren over hoe ik het wél leuk kan gaan vinden. Vervolgens dient het hoofdstuk ‘inpakken’ zich aan. Om op het vakantieadres niets van mijn eigen spullen te missen, heb ik altijd ontzettend veel bij me. Uiteraard mijn eigen beddengoed, maar ook mijn eigen bestek, servies en pannen. Zelfs mijn eigen pennen en schaar gaan mee, omdat andere pennen en scharen niet lekker schrijven en knippen. En dan heb ik het nog niet eens over de boodschappen."

"Omdat ik dus bang ben ziek te worden en omdat ik het nou eenmaal prettig vind om mijn vertrouwde dingen te eten, horen hagelslag, ontbijtkoek, chocomelk, mayonaise en ga zo maar door, allemaal tot de standaardlading bagage. En ja, dan zullen ze in Spanje best tapas hebben, zoals mensen tegenwerpen als ik vertel over mijn voedselvoorraad, maar in het buitenland eet ik uit principe geen verse producten, vlees, vis of zuivel. Tenslotte is er nog het weer. Ik kan niet tegen hitte, houd absoluut niet van de zon en vind al die mensen die opeens in zwembroek winkels binnenlopen en met hun bezwete lichamen te dicht bij me komen staan, bloedirritant. Denk nu alleen niet dat ik dan maar op wintersport moet gaan. Want ook dat hoeft van mij niet.”

Gek op sleur

“Ik weet dat een paar weken op de camping of aan het strand voor anderen een manier is om er even lekker uit te zijn en om bij te komen van een druk jaar. Maar voor mij werkt het niet. Bijkomen en ontspannen doe ik tussendoor. Als ik het een keer wat minder druk heb op mijn werk, neem ik vakantie thuis door een paar dagen heerlijk voor mezelf wat aan te rommelen. Van dagjes weg kan ik ook genieten. Harstikke leuk om naar de dierentuin of een pretpark te gaan, zo lang ik ’s avonds maar weer in mijn eigen bed slaap. Op vakantie mis ik mijn eigen omgeving, mijn ritme en routine gewoon te veel. Alles is daar anders dan normaal, terwijl ik juist gek ben op sleur. Daarom heb ik ook geen behoefte om andere culturen te leren kennen."

"Althans, ik ben heel nieuwsgierig en wil er alles van weten, maar ik hoef alleen niet aan den lijve te ondervinden hoe andere mensen leven, wonen en eten. Het kost me simpelweg te veel energie om me aan te passen en te acclimatiseren, wat ook te maken heeft met dat ik meteen bij aankomst wil weten waar alles is, hoe alles werkt en waar alles staat. Zo niet, dan word ik onrustig en functioneer ik al helemaal niet. Daarom is een verblijf op vier uur rijden van huis voor mij eigenlijk het maximaal haalbare. De auto is een must, want ik wil terug kunnen wanneer ik wil. En op langer dan vier uur rijden veranderen de mensen, gewoontes, manieren, omgeving en taal zodanig, dat het voor mij geen optie meer is.”

Doodmoe

“Mijn man en ik hebben inmiddels afgesproken dat ik een bestemming prik – wat ik meestal blind doe, omdat het me toch niet veel uitmaakt – en we niet langer dan tien dagen, inclusief reisdagen, weg zijn. Daarvan ben ik dus de eerste drie druk met het leren kennen van mijn omgeving, en de laatste drie voel ik me verdrietig, omdat ik naar huis wil. Houden we de middelste twee dagen over die ik nog wel redelijk leuk vind, aangezien ik dan zie hoe gelukkig mijn gezin is. Dan heb ik bij thuiskomst een baal was om weg te werken, kost het me veel tijd en energie om alle spullen uit de auto weer een plek in huis te geven en

ben ik qua werk dagen bezig om de achterstand bij te werken. Aan het eind van het liedje ben ik dus veel vermoeider dan toen ik wegging en zit ik ook nog eens met een lege bankrekening. Het enige goede aan vakantie is dat mijn gezin er blij van wordt, maar dat is meteen ook de enige reden waarom ik überhaupt nog op vakantie ga. Want als het aan mij zou liggen, bleven we voortaan thuis.”

Tekst: Carlijn Simons Beeld: iStock