Je leest het ’t eerst op Grazia.nl

Joy kreeg anafylactische schok na eten koekje en stierf bijna

'Op een gegeven moment dacht ik: blijf ik hier of ga ik terug?'

Een lange witte tunnel, wonderschone engelen of heel mooie muziek. Hoe is het om bijna te sterven? De 33-jarige Joy weet er alles van, zij had een bijna-doodervaring. Op haar veertiende at Joy een koekje waarna ze een anafylactische shock kreeg en bijna stierf. Eng vond ze de plek niet, eerder rustgevend.

Pinda- en notenallergie

“Ik was vier toen er bij mij een pinda- en notenallergie werd geconstateerd. De aanleiding was een allergische reactie op kaasknabbels met stukjes pinda’s erin waarbij ik helemaal rood werd. Vanaf kleins af aan was ik dus extra voorzichtig met eten. Toch kon ik daarmee niet voorkomen dat ik op mijn veertiende bijna overleed nadat ik per ongeluk iets had gegeten met amandel erin. Het ging om koekjes die mijn Tsjechische buurvrouw voor ons had meegenomen van vakantie. Volgens haar zaten er geen noten of pinda’s in, maar helaas bleek dat niet te kloppen.”

Anafylactische shock

“Na het eten van één van de koekjes raakte ik in een anafylactische shock. Ik werd misselijk en moest overgeven, maar er kwam alleen maar slijm uit. In paniek riep ik mijn moeder en zij schrok zich kapot toen ze mij zag. Blijkbaar waren mijn gezicht en oogwit helemaal rood en mijn lippen paars. Zo snel als ze kon, belde ze 112 en ondertussen kreeg ik het ontzettend benauwd. Ook had ik veel pijn in mijn buik. Mijn hart ging als een razende tekeer. ‘Als het zoveel pijn doet, laat mij dan maar gaan’, zei ik uitgeput. Ik merkte dat ik wegzakte en deed mijn best om bij te blijven. Totdat de ambulancebroeders er waren. Terwijl ze via een infuus adrenaline in mijn arm spoten, sloot ik mijn ogen en bevond ik me mentaal opeens ergens anders.”

Keuze

“Waar ik precies was, weet ik niet. Wel was ik me bewust dat ik niet meer thuis was. Ook had ik geen pijn meer. De plek waar ik me bevond, voelde heel vredig. Eerst zag ik alleen maar een egale turquoise kleur om me heen en daarna bevond ik me in een weiland met enkel een grote, roze kersenbloesem. Het leek wel een droom. Andere mensen waren er niet. Ik was er helemaal alleen met die boom. Het was zo fijn om daar te zijn. Alsof er een soort deken van rust over me trok. Besef van tijd had ik niet. Hoelang ik daar was, kan ik dus niet vertellen. Wel herinner ik me dat ik op een gegeven moment dacht: blijf ik hier of ga ik weer terug naar mijn ouders? Iets in mij zei dat ik nog niet klaar was op aarde en voordat ik het wist, werd ik thuis weer ‘wakker’. Direct daarna moest ik overgeven. Dit keer kwam er niet alleen speeksel uit, maar ook de gifstoffen van de amandelen. Ik was doodziek, maar volgens de ambulancebroeders waren ze er net op tijd. Als het een minuut langer had geduurd, was ik waarschijnlijk hersendood geweest.”

Kijkje in de hemel

“Nadat ik naar het ziekenhuis was gebracht, moest ik ter observatie een nacht blijven. Mijn moeder was bij me en ik vertelde haar over mijn bijna-doodervaring. Hoewel ze doodsangsten had uitgestaan om mij te verliezen, vond ze het een mooie gedachte dat ik heel even – het bleek dat het maar twee minuten had geduurd – op zo’n mooie en vredige plek was geweest. Zelf vond ik het ook een geruststelling. Voor mij voelde het alsof ik een kort kijkje in de hemel had gehad. Een plek waar ik ooit als ik oud ben, ook naartoe hoop te gaan. Hoewel ik door mijn bijna-doodervaring niet heel anders ben gaan leven, geeft het mij vooral veel rust. Daarvoor vond ik de dood iets abstracts en eng. Dat heb ik nu niet meer. Bang om te sterven, ben ik dus niet. Wel heb ik het gevoel dat ik nog lang niet klaar ben om te gaan. Daarom let ik nog meer op met eten en geniet ik extra van het leven. Want ik weet inmiddels ook: het kan zomaar opeens voorbij zijn.”

In de nieuwste Grazia vertellen ook Fausia en Trodessa over hun bijna-doodervaring. Nu in de winkel! 

Tekst: Renée Brouwer | Beeld: Adobe Stock