Dagje Efteling

“Heeft u ook een puntenslijper?” Nee. Een puntenslijper had de buschauffeur niet. Wel had hij snoepjes, een leuke film...


“Heeft u ook een puntenslijper?”

Nee. Een puntenslijper had de buschauffeur niet. Wel had hij snoepjes, een leuke film en een heleboel extra plastic zakjes. Kortom, van alles om de busreis zo aangenaam mogelijk te laten verlopen.

Nou ja, aangenaam….
Ik miste eigenlijk vooral de oordopjes. Zestig opgewonden kinderen: ik vreesde dat de bus op enig moment door de geluidsbarrière zou gaan!
“Eerste maar even naar de python,” gilde één van de medemoeders boven de feestvreugde uit. “Kunnen ze even uitschreeuwen.”
“Hopelijk is het droog als we er zijn.”

Het regende nog toe we de bus uitstapten, maar dat maakte ons niet uit. De python smaakte naar meer! De vliegende Hollander volgde, de Vogelrock (daar kwam ik aardig misselijk uit) en toen was het alweer lunchtijd.
“Het schip! We willen in het schip!”
“Het schip doen we als laatste want daar komen jullie kotsend uit.”

De patat ging snel naar binnen. Vlug vlug, want we willen in de Piranha. De Piranha? Was dat niet die attractie waar je altijd zeiknat uitkwam? Ja. Die! Na één rondje was ik aan één kant doorweekt. Wilden ze blijven zitten ook! Was mijn ándere kant ook nat. Waar bleef die zon nou?

Halverwege de gang naar de bobsleebaan hield één van de medemoeders haar smartphone met buienradar onder mijn neus: “De zon gaat straks schijnen! Dan droog je weer op.”

De zon ging helemaal niet schijnen maar eigenlijk maakte dat niet uit. We konden overal doorlopen, we hoefden nergens te wachten. Droomvlucht beleefden we twee keer achter elkaar, Joris en de Draak drie keer. Onze kleren droogden uiteindelijk in de vaart.

Aan het einde van de dag bezochten we nog snel even Villa Volta. Wilden ze zelf hoor. En daarna… hé, wat jammer nou! Net te laat voor nóg een attractie.
“We moeten rennen, de bus vertrekt zo!”
“Maar we zijn het schip vergeten!”
“Echt? O ja. Shit.”

Ik had het niet zo gepland, echt niet. Sterker nog, ik vond het óók best heel jammer dat we geen tijd meer hadden voor het schip. (Vingers gekruist achter mijn rug toen ik dit zei.) Misschien wilden ze hun ijsje ervoor opgeven? Nee, dat wilden ze niet. Nou dan. Kiezen of delen.

“Weet je wat,” fluisterde ik ze samenzweerderig in hun oren, “dan ga je op een studiedag nog een keertje terug. En dan ga je met je eigen mamma in het schip!” Gratis tip van moeder E.!

Dat vonden ze een goed idee. In mijn nopjes liep ik met mijn daredevils terug naar de bussen.

Het zonnetje (nee maar!) zwaaide ons uit. Dag Efteling!

Laatste nieuws