Real life: ‘Hij sleurde me met mijn haren over de grond en smeet me tegen de muur’

Het heeft lang geduurd voor voormalig topturnster Simone Heitinga het misbruik te boven kwam.

Voormalig topturnster Simone Heitinga (41) werd van haar zesde tot haar veertiende fysiek en mentaal mishandeld door haar turntrainer. Het heeft lang geduurd voor ze het misbruik te boven kwam.

Gerrit Beltman

Oud-topturnster Simone Heitinga woont in de Zuid-Duitse bergen met haar partner en dochter van anderhalf jaar. Daar organiseert het koppel ‘aerial silk retreats’ (luchtacrobatiek met linten) en coronaproof aerial voorstellingen in de buitenlucht: sprookjesachtige shows met luchtacrobatiek, vuur en vliegende muzikanten, bezocht door mensen vanuit de hele wereld. Het heeft lang geduurd voor Simone haar passie ontdekte en ze weer gelukkig kon zijn. Van haar zesde tot haar veertiende jaar werd ze – samen met andere jonge turnsters – fysiek en mentaal mishandeld door turntrainer Gerrit Beltman. Er werd tegen de meisjes geschreeuwd, ze werden vernederd, gekleineerd, uitgescholden en regelmatig geslagen. De turnsters werden totaal geïndoctrineerd en tegen hun ouders opgezet. Samen met voormalig turnster Stasja Köhler bracht Simone hun ontluisterende verhaal in 2013 naar buiten in het boek De Onvrije Oefening. Dit boek verscheen onlangs opnieuw, nadat op Netflix de documentaire Athlete A uitkwam. Hierin komt het misbruik aan bod van honderden Amerikaanse turnsters. De documentaire zette de internationale turnwereld op z’n kop. Het zorgde ervoor dat gymnasten wereldwijd een boekje open deden over het grensoverschrijdende gedrag van hun coaches.

Ongekende wreedheid

Ook in Nederland werd de boel opnieuw flink opgeschud, want nieuw zijn de verhalen over misbruik niet. Beltman betuigde – na zeven jaar gezwegen te hebben – in een interview aan het Noordhollands Dagblad spijt over de behandeling van zijn oud- pupillen. Een dag later zwakte hij zijn verhaal alweer af in een gesprek met het NOS Sportjournaal: het zou volgens hem zijn gaan gegaan om ‘hooguit twee keer een ouderlijke tik’. Na zijn bekentenis deden meer turnsters een boekje open over Beltmans ongekende wreedheid. “Zijn excuus is dat hij de harde Oost-Europese trainingsmethode aanhing. In zijn bekentenis zei hij dat hij ons niet zag als individuen, maar als gebruiksvoorwerpen. Toen ik dat las, stond mijn wereld op z’n kop. Ik voelde opluchting; hij gaf het eindelijk toe. Maar ook veel verdriet”, vertelt Simone telefonisch vanuit haar woonplaats in Beieren. “Toen ik het interview nogmaals las, was er vooral boosheid. Waren we gebruiksvoorwerpen? Voor ons was hij een vaderfiguur. Hoe wreed hij ook was, we namen het altijd voor hem op.”

“We woonden de laatste 2,5 jaar zelfs een jaar bij hem in huis in Nederland en later in Duitsland, en raakten steeds meer vervreemd van onze ouders en de rest van de wereld. En dat van die twee ‘ouderlijke tikken’, dat klopt niet. Het ging veel verder. Als zevenjarig meisje kreeg ik een harde klap in mijn gezicht als ik afgeleid was tijdens de training. Ik was altijd bang dat hij na een oefening boos zou worden. Hij zette me klem tegen de muur en schreeuwde in mijn oor, sleurde me aan mijn haren over de grond, greep me bij mijn keel en tilde me op met zijn handen rond mijn nek, spuugde in mijn gezicht en smeet me tegen de muur.” Beltman was de trainer die de harde Oost-Europese methode in Nederland introduceerde. “Andere trainers, zoals zijn toenmalige stagiair Frank Louter – een trainer nu ook in opspraak is – namen zijn methode over. De coaches werden steeds strenger en harder – ook zij gingen hun pupillen uitschelden en kleineren. Inmiddels zijn we dertig jaar verder en komen deze misstanden nog altijd voor in de turnwereld.

Geïndoctrineerd

Onder het mom van ‘topsport’ werden de ouders van turnsters buiten de trainingszaal gehouden. Zij zagen niet hoe er met hun kinderen werd omgegaan en de turnsters zelf waren te bang om te vertellen wat er gaande was of dachten dat het erbij hoorde. “Eerst werd het vertrouwen van onze ouders gewonnen, maar al snel mochten ze nergens meer bij aanwezig zijn. We trainden zes dagen per week, uiteindelijk veertig uur per week en het laatste jaar, toen ik als veertienjarige met mijn trainer in Duitsland woonde, kwam ik nog maar een of twee keer per maand thuis. Er werd door de trainers altijd negatief over onze ouders gesproken: zij wisten niet wat goed voor ons was, het waren softies. Als er ouders langskwamen die verhaal kwamen halen, werd zo’n meisje daarna extra hard aangepakt tijdens de training. We werden vanzelf steeds harder en leerden om onze mond te houden.”

“Ik heb turnen nooit leuk gevonden, ik deed het omdat mijn oudere zus turnde, maar ik had talent. Maar steeds als ik aangaf dat ik wilde stoppen, dreigde Beltman dat mijn ouders in de gevangenis zouden belanden bijvoorbeeld. Totale onzin natuurlijk, maar ik was een kind. Ik was bang en ik geloofde hem.” Het laatste jaar in Duitsland trainde Simone uiteindelijk veertig uur per week. Eigenlijk was afgesproken dat ze in Duitsland naar school zou gaan, maar dat was volgens Beltman ‘lastig’. Hij besloot haar zelf les te gaan geven, tussen de trainingen in, in de turnzaal. Ze was voortdurend zo moe dat ze in slaap viel. “Toen werd er besloten dat ik geen les meer kreeg. De onderwijsinspectie kwam een keer langs. De vrouw wierp een blik op mij, maar sprak alleen met de trainer.”

Praten over de mishandelingen kost haar nog steeds veel moeite. “Voor het boek zochten we Beltman op in Canada, waar hij toen nog altijd turnsters coachte. We confronteerden hem met onze ervaringen, maar hij zei: “Ik kan het me niet herinneren. Maar als jullie het zeggen, dan zal het wel zo zijn geweest.“ Ik was zo geshockeerd over zijn uitspraak, dat ik niet wist wat ik moest zeggen. Ook nu hij eindelijk heeft bekend, maakt hij alles kleiner door zijn woordkeuze. Het goede dat hieruit is voortgekomen, is dat heel veel oud-turnsters nu hun verhaal gaan doen en dat het probleem breder wordt getrokken, naar de hele turncultuur in Nederland. Na zijn tijd als trainer in Nederland, vertrok Beltman naar België. Ook daar komen nu de verhalen los. Hij is ook nog trainer geweest in Canada en Singapore; ik hoop alleen maar dat hij daar niet ook hetzelfde heeft gedaan.”

Dansen als redding

Nadat Simone op haar veertiende vanwege een verschoven ruggenwervel moet stoppen met turnen, zet Beltman haar met de auto af voor haar ouderlijk huis. “Hij zei alleen ‘doei!’ en reed weg. Terwijl hij zich acht jaar lang als ‘vaderfiguur’ had opgeworpen. Al die jaren wenste ik dat ik een blessure zou krijgen die ernstig genoeg was om te kunnen stoppen met turnen. Eindelijk was ik vrij, maar ik had geen idee hoe ik mijn leven moest inrichten. Ik had nooit iets anders gedaan dan turnen. Ik belandde in een zware depressie.” Toch haalt ze haar middelbare schooldiploma. Simone gaat journalistiek studeren en wordt hoofdredacteur van het glossy vakblad Theme:nl. Op haar 25e besluit ze om naar Barcelona te verhuizen. “Daar vond ik mijn grootste passie: klassiek ballet.” Door elke dag te dansen komt Simone langzaam weer in contact met haar lichaam: “Ik was volledig afgestompt. Ik was een soort robot geworden, zonder enig gevoel. Ik stond totaal niet meer in connectie met mijn lichaam en mijn emoties, en had allerlei blokkades. Lichamelijk contact was voor mij niet gewoon. Fysieke aanrakingen associeerde ik nooit met een knuffel, maar altijd met pijn. Dansen zorgde ervoor dat mijn gevoel weer terugkwam; ik leefde in die tijd voor mijn danslessen.” Simone ontdekt aerial silk, luchtacrobatiek met linten, en op haar 27e wordt ze solist bij Cirque du Soleil.

“Ik heb het geluk dat ik ontdekte waar mijn passie ligt, zodat ik verder kon gaan met mijn leven, maar dat lukt niet alle oud-turnsters. Ze worstelen nog elke dag met de fysieke en vooral de mentale mishandelingen van toen.” Tegenwoordig geeft ze zelf les in aerial silk en aerial yoga. Als ze één ding heeft geleerd van haar sportverleden, is het hoe het niét moet. “In mijn trainingen kijk ik naar wat iemand zelf wil leren en naar wat hun grenzen zijn. Ik coach mensen met positieve aandacht, ik geef ze zelfvertrouwen en zet ze in hun kracht. Als ik als kind ook met plezier had getraind en complimenten had gekregen in plaats van te worden uitgescholden en geslagen, was ik veel verder gekomen. ‘Topsport is hard’, zeggen mensen, maar hard trainen is iets anders dan kinderen mishandelen. Turnsters zijn ook mensen! Ik hoop dat de misstanden in de turncultuur in Nederland nu eindelijk voorgoed aangepakt gaat worden en dat #dossierturnmisbruik het probleem nu opnieuw blootlegt. Stasja en ik kregen in 2013 met ons boek al veel bijval van turnsters, maar daarna werd het weer stil. Onderzoeken, zoals het onthullende rapport ‘Turn Onkruid’ uit 2015, belandden onderin de la. Ik hoop dat nu, na de bekentenis, de Nederlandse turnbond er echt niet meer omheen kan. Trainers die fout zaten, moeten oprechte excuses aanbieden en opstappen uit de turnzaal. Ik vind het heel goed dat de bond budget vrijmaakt voor hulp en psychologische ondersteuning, en in een aantal gevallen schadevergoedingen verleent aan turnsters die hun leven niet meer hebben kunnen oppakken.”

Bron: Sara Luijters | Beeld: iStock

Laatste nieuws