Je leest het ’t eerst op Grazia.nl

Real life: 'Mijn vriendin loog dat ze niet meer lang te leven had'

Tot bleek dat het hele verhaal één grote leugen was.

Real life: 'Mijn vriendin loog dat ze niet meer lang te leven had'

Toen Millie Kerr te horen kreeg dat haar beste vriendin niet lang meer te leven had, steunde ze haar waar mogelijk. Tot bleek dat het hele verhaal één grote leugen was.

Ziek

"Het was al een tijd geleden dat ik aan mijn studententijd had gedacht, maar onlangs liep ik ’s avonds alleen naar huis en kwam alles weer boven. Vijftien jaar geleden ben ik zo gekwetst; daar heeft mijn vertrouwen een gigantische knauw aan overgehouden. Ik heb er aardig wat uren therapie op zitten om dit alles een plek te kunnen geven, maar helaas is dat nog niet gelukt: die muur om me heen staat nog steeds en mijn kwetsbaarheid tonen? No way. Aan niemand. Ik vind het onbegrijpelijk dat een vriendin waar ik al jaren niet meer mee omga nog steeds zoveel invloed heeft op mijn leven. En op mijn relaties. Ik ken Laurel van de universiteit, we zaten samen in het tweede jaar en waren allebei lid geworden van dezelfde studentenvereniging. Dat geforceerde moment waarop we onszelf moesten voorstellen aan de rest deelden we dus ook. Hoewel Laurel wat verlegen overkwam, gaf zij aan dat zij wel wilde beginnen. ‘Er is geen makkelijke manier om dit te brengen’, begon ze. ‘Ik ben heel erg ziek. Nadat ik afgelopen voorjaar de diagnose epilepsie heb gekregen, heeft de arts me aangeraden met mijn studie te stoppen en thuis te blijven. Maar ik wil gewoon door met mijn leven, zo normaal mogelijk.’ Haar moed en kwetsbaarheid raakten me diep."

Klik

"Na afloop ben ik naar haar toegegaan om te zeggen hoe sterk ik haar vond. Het klikte meteen tussen ons en al snel waren we onafscheidelijk. Ieder vrij uurtje waren we bij elkaar en we genoten volop. Laurel was altijd overal voor te porren, maar ze vond het ’t fijnst als we met z’n tweeën waren, vertrouwde ze me toe. Alleen dan voelde ze zich veilig genoeg om open over haar gezondheid te praten. Dus daar hield ik altijd wel rekening mee. Ik hield anderen op afstand als ik met haar had afgesproken. Maar na een tijdje begon ik te twijfelen. Want ondanks alle tijd die we samen doorbrachten, had ik eigenlijk nooit iets gemerkt van haar aandoening. Een keertje, toen we samen met vakantie waren, vertelde Laurel me op een ochtend dat ze amper had geslapen omdat ze een aanval had gehad. Ik had niets gemerkt, maar ik slaap diep, dus ik geloofde haar op haar woord. Al vond ik het bijzonder dat ik niet wakker was geworden, aangezien we in dezelfde kamer sliepen. Maar ik stond er verder niet bij stil, was vooral bang dat ze misschien nog een aanval zou krijgen. Maar ze verzekerde me dat ze zich weer oké voelde en dat ze voldoende medicijnen had genomen om dat uit te sluiten."

Infuus

"Toen we elkaar een jaar kenden, werd ik benoemd tot voorzitter van onze club. Alle vrije tijd die ik had, ging daarin zitten. En tegelijk met mijn benoeming, ging het minder goed met Laurel. Tijdens een van onze lunches vertelde ze over haar slapeloze nachten waarin de aanvallen steeds vaker en heviger opkwamen. Sommige waren ze zo heftig geweest dat ze 112 had gebeld. Ze wees naar het verband op haar arm, ze had aan het infuus gelegen. Nog steeds ging er geen lichtje branden. Dat belletje rinkelde zes weken voordat het collegejaar zou eindigen. Laurel, die al jaren paardrijdt en daar ook erg goed in is, zou in een show rijden. Maar toen ze me belde op de dag van de show, vertelde ze dat ze zich zo beroerd voelde dat ze had besloten niet mee te doen. Ze vroeg of ik thuis was zodat ze even kon langskomen om te praten. We zaten in mijn kamer toen ze me aankeek en vertelde dat ze niet lang meer te leven had. Ze had het hele weekend in het ziekenhuis doorgebracht, omringd door artsen die het allemaal met elkaar eens waren: ze zou het eind van de zomer niet halen."

Ene aanval na de andere

"De vele aanvallen hadden haar organen dusdanig beschadigd dat haar lichaam het niet meer aankon. Ze huilde en ik huilde met haar mee. We praatten een hele tijd, hadden het over hoe ze tegen de dood aankeek en ik probeerde haar zo goed als ik kon te troosten. Toen ik mijn ouders belde om hen het nieuws te vertellen, was mijn vader een paar tellen stil. Toen vertelde hij dat hij en mijn moeder het idee hadden dat ‘mijn vriendin’ haar ziekte veinsde – of in ieder geval flink overdreef – om op die manier dichter bij mij te komen. Ik was totaal overrompeld, maar ook kwaad. En ik voelde me verraden toen ik hoorde waarom hij al enkele maanden twijfelde aan het verhaal: Laurel had een rijbewijs, terwijl veel epileptische patiënten niet eens mogen rijden omdat koplampen al een aanval kunnen triggeren. En hoe kon ze sterk genoeg zijn om zo lang nog die paardenshows te rijden? Waarom waren haar ouders niet méér in the picture? Nadat we hadden opgehangen, heb ik uren gehuild. Zou mijn vader gelijk kunnen hebben?"

Smoes

"Ik besloot de huisgenoot van Laurel te bellen, vertelde haar wat ik wist van de afgelopen maanden van Laurel en wachtte op haar reactie. We kwamen erachter dat ze ons twee totaal verschillende verhalen had verteld over welke invloed haar ziekte op haar leven heeft. Vooral haar versies van de paardenshow waren zo verschillend dat er geen misverstand mogelijk was. Ze had haar huisgenoot verteld dat ze wel degelijk had meegereden. Toen we de organisatie van de show belden, en met een smoes informeerden naar de deelnemers, hoorden we dat Laurel wel had gereden en zelfs in verschillende categorieën had gewonnen. Hoewel ik me gekwetst voelde, vond ik het nog te vroeg om onze vriendschap zomaar overboord te gooien. Ik wilde haar in ieder geval een kans geven om zichzelf te verdedigen. Maar zodra ik vertelde dat ik erachter was gekomen dat ze had meegedaan aan de show, kon ze me niet meer recht in de ogen kijken. Ze kon niet eens meer praten. Ze probeerde het nog wel: ‘Overdag reed ik inderdaad, maar ’s avonds zat ik in het ziekenhuis.’ Ik antwoordde rustig dat dat nergens op sloeg. ‘Dat klinkt niet logisch’. Daar had ze geen antwoord op. ‘Je hebt tegen me gelogen, Laurel’, was het enige dat ik nog kon uitbrengen. Uiteindelijk kon ze alleen maar toegeven: ‘Klopt’."

Manipuleren

"Een paar weken later heb ik haar een mail gestuurd waarin ik heb uitgelegd dat we geen vrienden meer konden zijn. Ze mailde terug. In eerste instantie met veel excuses en verontschuldigingen. Maar al snel volgde pogingen om me te manipuleren. Wat voor vriendin was ik, dat ik haar in de steek liet nu ze me juist zo hard nodig had? Ik antwoordde zo kalm mogelijk, dat ik iemand die ik niet vertrouw niet kan steunen. En dat was dat. Jarenlang heb ik nagedacht over dat woord: vertrouwen. Zou ik ooit nog wel iemand kunnen vertrouwen? En belangrijker: kon ik mezelf nog wel vertrouwen, of liever gezegd mijn oordeel? Ik ben vrij nuchter, maar als het op emoties aankomt, kan ik aardig last hebben van blinde vlekken. Nadat ik in 2003 afstudeerde, heb ik Laurel nooit meer gesproken. Ik heb nooit spijt gehad dat ik onze vriendschap heb beëindigd. Al denk ik nog wel eens dat ik haar wel erg makkelijk heb gemaakt om een nieuw slachtoffer te vinden."

Opnieuw contact

" Zeven jaar geleden kreeg ik via Facebook een bericht van ene Benthe. Zij was een jaar na mij afgestudeerd aan dezelfde universiteit en bevriend geraakt met ene Laurel. Of we konden praten. Een uur later hing ze aan de telefoon. Laurel had Benthe kort na mij ontmoet. Weer was het haar epilepsie die ervoor zorgde dat Benthe volop meeleefde en tijd voor haar vrijmaakte. De laatste zeven jaar waren ze huisgenoten en vriendinnen, maar sinds kort rook ze onraad. Toen we onze verhalen vergeleken bleek dat eerder traumatisch dan bevredigend. Veel kwam overeen, maar net zo veel verschilde zó van elkaar dat het niet anders uit te leggen viel dan dat ze keihard had gelogen. Voor ik het wist, gleed ik weer in die nachtmerrie die ik dacht jaren eerder afgesloten te hebben. Dus ik heb het gesprek afgekapt, al had ik nog een hele waslijst met vragen voor Benthe. Het kost me nog steeds veel moeite - en therapie - om nieuwe mensen te vertrouwen. Vooral daarom vind ik het lastig om nieuwe vriendschappen aan te gaan. Terwijl ik daar juist zo’n behoefte aan heb."

Beeld: iStock, Bron: Grazia