We zijn het er over eens dat fat shaming niet kan, maar dunne vrouwen krijgen vaak nog bakken kritiek over zich heen. Bette is zo’n dunne vrouw en ze is helemaal klaar met body shamers.
Familiekwaaltje
Het is een warme en regenachtige namiddag als Bette van Diepen (33) het koffiezaakje binnen komt lopen. Haar outfit verraadt dat ze zich meer had ingesteld op warm dan op regenachtig: ze draagt een strak, zwart shirt met een col en korte mouwen, een kort beige rokje en daaronder platte sandaaltjes. Lang niet iedere vrouw zou zich prettig voelen in deze combinatie, maar Bette zit goed in haar vel.
"Mijn opa, mijn vader, een van mijn twee broers en ik hebben allemaal hetzelfde figuur: we zijn lang en erg dun. Ik ben 1.83 meter en weeg zestig kilo, dat betekent dat mijn Body Mass Index (BMI) te laag is. Omdat het een familiekwaaltje is, heb ik me er nooit zo druk over gemaakt. Dit is nu eenmaal onze bouw. Mijn ouders of de huisarts waren ook niet ongerust, want als jong kind was mijn lichaamsgewicht nog gemiddeld. Pas in de puberteit begon mijn gewicht achter te blijven. Op mijn zestiende, toen ik de ziekte van Pfeiffer kreeg en wat kilo’s was kwijtgeraakt, moest ik wel aankomen van de huisarts. Hij gaf me tips over hoe ik dat het beste kon doen, door veel volle en calorierijke producten te eten, bijvoorbeeld."
Anorexia
"Op de middelbare school werd ik weleens ‘lange slungel’ of ‘lat’ genoemd, maar verder ging het niet. Pas toen ik ging studeren, begonnen mensen me aan te spreken op mijn gewicht. Een paar maanden geleden nog vroeg iemand me of ik anorexia heb. Eerst antwoordde ik alleen ‘nee’, maar later ben ik er even op teruggekomen. Het zat me toch dwars. Ik heb die persoon uitgelegd dat ondergewicht bij ons in de familie zit en dat ik haar vraag vervelend vond. Als je een ‘dikke’ vrouw niet op haar gewicht aanspreekt omdat dat niet netjes is of omdat je dat sneu vindt, waarom zou je dat dan wel bij een dunne vrouw doen? Ik heb ook mijn onzekerheden. Dat geldt voor bijna alle vrouwen, welk figuur ze ook hebben."
Goed zo
"Toen ik klein was, was ik een moeilijke eter. Dat ging dan meestal over warm eten en vooral over groente. Als iedereen al lang klaar was, zat ik nog een beetje met mijn eten te spelen. Dan moest ik in de keuken gaan zitten tot ik het op had, anders kreeg ik geen toetje. En dat deed ik, want lekkere dingen wilde ik natuurlijk wel. Als ik nu op een familiefeestje kom, vraagt een tante nog steeds of ik nu ‘wel goed eet’. Ja, denk ik dan, dat is toch ook al weer honderd jaar geleden? Ik ben inmiddels 33. Ik vind het erg vervelend als mensen zich afvragen of ik wel genoeg eet. Ik heb nog nooit gelijnd en ik sport ook niet. Tegelijkertijd heb ik ook nooit geprobeerd om aan te komen, afgezien van de periode nadat ik Pfeiffer had. Ik vind het goed zo."
In proportie
"Ik heb geluk dat ik aanleg heb om dun te zijn, maar ook dat ik niet van zoetigheid houd. Taart, koekjes, chocola – het doet me niks. Als ik een brownie eet, ben ik drie uur daarna nog misselijk. Ik neem dus ook nooit een stuk taart op een verjaardag en dan krijg ik daar natuurlijk weer opmerkingen over. ‘Ah, daarom ben je zo dun!’ Of: ‘Je bent toch niet aan de lijn?’ Maar ik hou gewoon veel meer van hartig; ’s avonds neem ik vaak nog chips of nootjes. Dan eet ik zo een zak leeg. Ik ben ook gek op junkfood, zoals pizza. Van drankjes kom ik ook niet aan, want ik houd niet zo van frisdrank of sapjes uit een pak. Ik drink vooral water en thee – zonder suiker. Maar als ik alcohol drink, wijn meestal, let ik echt niet op de calorieën."
Onzeker
"Ik ben nauwelijks onzeker geweest over mijn figuur. Ja, mijn polsen en enkels zijn wel érg dun. En liever had ik wat grotere borsten gehad, maar daar blijft het ook bij. Ik heb niet serieus overwogen om daar iets aan te laten doen. Alles is in proportie. Op mijn zestiende werd ik gediagnosticeerd met psoriasis, een huidziekte waardoor je rode, schilferige plekjes op je huid krijgt. Daar was ik veel meer mee bezig dan met mijn figuur. Ik vond het vervelend om in bikini naar het strand te gaan en ik was ook onzeker als ik een vriendje had en hij de plekken op mijn lichaam zag. Daar kan ik trouwens nog steeds onzeker over zijn. Iedereen is wel ergens ontevreden over. We zouden elkaar niet steeds op ons uiterlijk moeten aanspreken."
Kleding
"Van mannen hoor ik dat ik goede billen heb, maar van vrouwen krijg ik niet vaak complimentjes. Of ze zeggen wel iets over mijn lichaam, maar dan gaat het meestal toch over henzelf. ‘Ik wou dat ik jouw figuur had’, of: ‘Jou staat alles, maar mij niet’. Dat alles mij goed staat, is natuurlijk niet zo. Wijde kleding, zoals baggy broeken,
dat moet ik niet doen. Daar verzuip ik in. Hoe strakker het aansluit, hoe beter het staat. Kleding kopen kan een probleem zijn, vooral omdat ik behalve dun ook heel lang ben. Een broek die goed zit rond mijn heupen, is meestal veel te kort. Daarom draag ik vaak jurkjes en rokjes."
Gezond
"Een paar maanden geleden heb ik besloten om vegan te worden, voor dierenwelzijn en voor het milieu. Ik was wel bang dat ik door het stoppen met het eten vlees en zuivel zou afvallen, maar dat is niet gebeurd. Ik wil niet nog minder wegen dan zestig kilo en dat zou ook niet goed zijn. Ik zit nu al jaren op hetzelfde gewicht en ik ben er tevreden over. Tegen meiden en vrouwen die om wat voor reden dan ook commentaar krijgen op hun uiterlijk wil ik zeggen: het belangrijkste is dat je gezond bent. Trek je verder nergens wat van aan."
Lees ook: De oppositie: 'Vrouwen snappen feminisme niet'
Tekst: Anna Krijger