Geen goed nieuws

Het was maandag. Hij belde en klonk beter dan ooit. Alsof een paar dagen relatieve rust hem goed had gedaan. Hij was net...

Het was maandag. Hij belde en klonk beter dan ooit. Alsof een paar dagen relatieve rust hem goed had gedaan. Hij was net terug van een check up in het ziekenhuis en hoefde, tegen de verwachting in, de nacht niet te blijven. ‘Maar schat,’ zei hij, terwijl de toon in zijn stem veranderde, ‘ik heb geen goed nieuws.’

Ik slikte, want ik had het even niet meer verwacht. Hij had geklonken alsof alles goed zou komen, maar nu ging, in een paar seconden tijd, in plaats daarvan ineens het ergste door mijn hoofd. En dat gevoel, dat ik van de week voor het eerst had, dat je met het verliezen van een ouder ineens ook een stukje van jezelf verliest, of dat er een stukje van jezelf straks misschien wel niet meer zal zijn, dat voelde heel naar. Angstig en onwennig. Kaal. Eenzaam. Onomkeerbaar.
Ook al heb ik ook het nodige meegemaakt, op deze manier had ik het nog nooit zo gevoeld.

‘Oh nee,’ zei ik, wachtend op wat hij zeggen ging.
De uitslag was positief. Voor ons dus negatief. Het bleek toch een agressieve blaaskanker.
Zijn blaas moet eruit, omdat de wand ook is aangetast. Chemo of bestraling was geen optie, het risico op terugkomen was te groot.
‘En uitzaaiingen?’ vroeg ik.
Dat was niet helemaal duidelijk. Wel waren de lymfeklieren geïrriteerd.
Nieuws waar ik toch niet echt blij van werd.

Maar goed, hij wordt dus waarschijnlijk op niet al te lange termijn geopereerd. Met een robot. Dan kunnen ze secuurder te werk gaan. Tja, zo kan en gaat dat kennelijk tegenwoordig. Wel bijzonder!

Ze gaan ook, en dat is dan meteen toch ook het goede nieuws, een blaas proberen te maken van een stuk dikke darm. Ja, dat bedénk je toch niet? Ik was er in elk geval verbaasd over, dat dat kennelijk ‘zomaar’ kan: een blaas maken uit een ander orgaan! Ik heb even gegoogeld, maar ben daar maar mee gestopt. Sommige dingen wil je eigenlijk niet weten.
Maar goed, wel geweldig natuurlijk, als dat lukken zou. ‘Want,’ zo zei hij, ‘dan kan ik nog heel lang mee.’ En dat is dan eigenlijk toch ook wel weer goed nieuws!
Daar hopen we op. En vertrouwen we op.
Wat moet je anders?

Of wellicht toch nog een second opinion, in het AVL. Dat kan ook nog.
Hoe dan ook, spannende tijden dus…

Maar denk maar niet dat mijn vader bij de pakken neer gaat zitten, hele dagen in bed of op de bank doorbrengt of zich anderszins ziek gedraagt: hij is gewoon weer aan het werk. Hij is zelfstandige, dus hij stort zich daar weer op. Ook omdat hij dat leuk vindt. Maar wat bén ik blij dat hij vorig jaar getrouwd is en iemand heeft die er voor hem is. Een hele geruststelling!

Volgende week zie ik hem. Dan komt hij naar Den Haag. Omdat hij daar een afspraak heeft.
Gek eigenlijk hè, ernstig ziek zijn zonder dat je er zelf eigenlijk iets van merkt…

Laatste nieuws