Real life: ‘Ik heb werk en toch schulden’

‘Als je een baan hebt en toch weinig verdient, heb je nergens recht op.’

Ruim een miljoen Nederlanders komt elke maand geld tekort. En juist onder werkenden blijft deze armoede vaak verborgen. Daniëlle en Hélène kunnen erover meepraten. ‘Als je een baan hebt en toch weinig verdient, heb je nergens recht op.’

Geldgebrek

Volgens het CBS heeft ruim een miljoen Nederlanders chronisch geldgebrek. Hoe dat mogelijk is? Via gemeentes, instanties en het CBS zijn best wat antwoorden op deze vraag te vinden. Er is een groep mensen die al hun hele leven in armoede zit. Soms zaten de generaties voor hen er ook al in. Voor deze groep is het moeilijk om uit die situatie te komen. Bovendien zijn er de afgelopen jaren steeds meer mensen bijgekomen die vanuit een prima baan in een neerwaartse spiraal terechtkwamen. Door een echtscheiding bijvoorbeeld, het verlies van een baan of de verkoop van een huis met restschuld. Deze mensen belanden van de ene op de andere dag in een compleet nieuwe werkelijkheid.

Bij Daniëlle (42) was dat ook het geval: “Samen met mijn vriend kocht ik een huis, maar onze relatie liep stuk. Een andere plek om te wonen kon ik niet vinden. En mijn inmiddels ex-vriend betaalde zijn deel van de hypotheek niet, waardoor een uithuisplaatsing dichtbij kwam. Dit alles maakte me ziek, waardoor ik in de ziektewet kwam. Als zzp’er dacht ik me goed verzekerd te hebben, maar omdat mijn ziekte (fybromyalgie) volgens mijn verzekering fysiek niet aantoonbaar was, weigerde die uit te betalen. Ook een gang naar de rechtbank en het bewijs dat het UWV me wel had afgekeurd, hielp niet. Ik kreeg 900 euro ziektewetuitkering per maand, omdat ik naast mijn eigen onderneming een tijdelijke baan van 20 uur per week als hoofd binnendienst bij een recruitmentbureau had gehad, en nog 200 euro alimentatie voor mijn kinderen. Maar dat was het.”

Neerwaartse spiraal

“Het maakt je ziek”, vertelt ook ervaringsdeskundige Hélène (36), die nu in de gemeenteraad zit voor de PvdA. “Je bent alleen nog maar bezig met geld en rekeningen, en dat geeft veel stress. In het begin denk je nog dat het van korte duur is, want je hebt goede hoop op een andere baan. Maar als het langer duurt, wordt de situatie hopeloos. Je verliest jezelf en zondert je af. Het wordt toch nooit meer beter, denk je dan.” Daniëlle herkent dit: “Ik was alleen nog maar bezig met geld verdienen, een baan zoeken en rekeningen betalen. Ik kon aan niets anders meer denken en zocht in blinde paniek een weg uit de ellende. Daardoor raakte ik nog gestrester en verder van een baan vandaan. Het voelt alsof je in een neerwaartse spiraal zit die alleen maar verder naar beneden kan. Omdat ik het jaar daarvoor nog wel een normaal inkomen had, kreeg ik nu ook geen toeslagen. Op een gegeven moment vond ik via een kennis een baan als projectmanager – er kwam weer geld binnen! En het huis van mijn ex en mij werd met winst verkocht. Dat geld was ik echter meteen weer kwijt omdat ik mijn moeder moest terugbetalen. Zij had maandenlang de hypotheek voor me overgemaakt. Door een kleine erfenis kon ik een huis huren, maar de Belastingdienst kwam een jaar later met rekeningen aanzetten. Of ik de toeslagen die ik had gekregen even wilde terugbetalen. Ook werden de toeslagen die ik nog wel ontving, stopgezet. Dat soort dingen slaat al je hoop de bodem in. Als hoogopgeleide zou dit je toch niet moeten kunnen overkomen in een land als Nederland. Maar het gebeurt wel en ik ben niet de enige die het heeft meegemaakt.”

Gedachten verzetten

Zorg voor perspectief, is het advies van Hélène: “Als je blijft denken dat het nooit meer goed komt, dan is dat ook zo. Hoe moeilijk het ook is, probeer er toch even uit te stappen en er van een afstand naar te kijken. Je moet je gedachten af en toe even verzetten en iets heel anders doen, ook al lijk je daar geen tijd voor te hebben. Een coach die ik via de gemeente kreeg, hielp mij heel goed. Die liet me zien dat ik niet nutteloos ben, geen blok aan het been van de maatschappij. Ook al is het als vrijwilliger, ik heb wel degelijk wat te bieden. De kans om verbinding te leggen tussen de politiek, de hulpverlening en de mensen die in de problemen zitten, greep ik met beide handen aan. Ik ken hun verhaal en weet wat ze voelen en meemaken. En waar hun hulpvraag ligt. Gemeentes hebben vaak wel regelingen, maar die zijn vaak onbekend. Of de aanvraagprocedure is te complex voor mensen. Inmiddels ben ik de politiek in gegaan. Zo verdien ik mijn eigen inkomen en kan ik voor de belangen van mensen in armoede opkomen.”

Sociaal leven op nul

Daniëlle hielp zichzelf uit de problemen: “Of nou ja, via een kennis vond ik een baan en door dat erfenisje lukte het mij om een huis te huren. Zo werd ik niet dakloos en had ik voor mijn gevoel weer een toekomst. Maar ik heb nog steeds fybromyalgie. Dat blijft gewoon. En daardoor weet ik niet hoe lang ik deze baan vol kan houden. Ik kijk gewoon niet te ver vooruit – nú gaat het in elk geval goed. Ik merk wel dat deze periode me veel heeft gekost. In vier jaar tijd ben ik drie keer verhuisd, mijn sociale leven is tot het nulpunt gedaald. Je denkt dat je het goed geregeld hebt, maar als alles fout gaat, sta je er alleen voor. Er zijn veel regelingen, zoals kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen, huur- en zorgtoeslag. Maar vooral voor kwijtschelding kom je alleen in aanmerking als je in de bijstand zit. Als je werkt en toch weinig verdient, heb je pech.”

Zorg voor een vangnet

Dat probleem ziet Hélène ook: “De regelingen die er zijn, gelden vaak alleen voor bijstandsgerechtigden en mensen die onder die inkomensnorm vallen. Werkende mensen met een inkomen daar vlak boven, hebben nergens recht op. Wat mij betreft moeten daar regelingen voor komen. Je bent financieel gek genoeg vaak slechter af als je werkt. Er is veel verborgen armoede. Zolang iemand nog schone kleren draagt en er verzorgd uitziet, zal het toch wel meevallen? Dat denken mensen, maar het is geen goed uitgangspunt. Veel mensen behouden graag nog wat van hun waardigheid. Uiterlijke verzorging is daardoor vaak het allerlaatste waar ze mee stoppen. Maar dan zitten ze inmiddels zwaar in een depressie. Zover hoeft het niet te komen. Hier ligt ook een taak voor de overheid. Breek de verzorgingsstaat niet helemaal af, maar zorg voor een vangnet.”

Tekst: Heikens Beeld: iStock

Laatste nieuws