Mare over haar date met Cho: ‘Hij trekt een scheve grijns. Ik voel me uitgedaagd’

Mare (30) werkt als receptioniste in een hotel. Ze is net weer single en stort zich op de datingmarkt.

“Met het briefje in mijn hand wacht ik voor de deur van een afhaalrestaurant. Het telefoonnummer van Ichiro (zeg-maar-Cho) is bijna vervaagd door het continu open- en dichtvouwen van het dunne papier. Het geeft niet. Zijn nummer staat inmiddels in mijn mobiel. En over tien minuten is hij hier.”

“Nadat ik hem laatst in het park ontmoette, fietste ik naar huis. Mijn hoofd zat vol zon. Zin in een nieuwe relatie heb ik nog niet, maar Cho heeft iets wat me aantrekt. En ach, een etentje kan geen kwaad, toch?”

“Ik kijk uit naar fietsers, maar ineens wandelt hij de hoek om. 'Wat leuk om je weer te zien, Mare!' Ondanks corona zoent hij me op mijn wang. Ik vind het niet eens vervelend. 'We kunnen bij mij eten als je durft, ik woon twee straten verderop.' Hij trekt een scheve grijns. Ik voel me uitgedaagd.”

“Met onze papieren tassen vol lekkers lopen we twintig minuten later naar een appartement naast een parkeergarage. Cho leidt me naar boven. Hij is mager, maar gespierd. Zijn haar pikzwart, zijn huid bleek. Ik vind hem sexy op een mysterieuze manier.”

“In zijn woonkamer staat een design-eettafel met grijs kunststof blad. Eromheen vier vlinderstoelen: twee witte en twee grijze. Ik neem de ruimte in me op. Alles is wit met zwart. Achter de bank een enorm schilderij van kersenbloesem. 'Sakura', wijst Cho. 'Elk jaar komen er miljoenen bezoekers op af.' Het is een prachtig schilderij, maar wel het enige in het appartement dat kleur heeft. Het past niet bij de leuke man die me brutaal aankeek en zijn nummer in mijn handen drukte.”

[ont-quote align=”center” caption=”Mare”]”Hij is mager, maar gespierd. Ik vind hem sexy op een mysterieuze manier”[/ont-quote]

“De balkondeur staat open, twee knaloranje stoeltjes lokken me erheen. Met de tassen op de grond smullen we van de pokébowls. Cho eet behendig met stokjes ik klungel maar wat. Een brok zalm valt op de houten vlonders. Duw ik het met mijn laars in een richel? Weg is weg. Ik durf niet. Straks gaat het rotten en stinken. Braaf raap ik het stukje vis op en smijt het in de lege tas. 'Thee?' vraagt Cho. 'Ik heb Ichibancha Sencha. Eerste pluk.' Ik knik en voel een tinteling als ik hem de moeilijke woorden hoor uitspreken.”

“'Kom jij ook uit Japan?' Uit zijn mond ontsnapt een rare giechel. “Kun je het raden, dan?” Cho klappert met wat kastdeurtjes, volgens mij drinkt hij niet vaak alleen thee, en komt dan naar buiten met een prachtig gietijzeren potje. 'Ik voel mezelf wel een Hollands bloemkolenvrouwtje bij jou', lach ik. Met een vinger strijkt hij over mijn wang. 'Ik ben dol op Hollandse bloemkolenvrouwtjes.'”

[ont-quote align=”center” caption=”Mare”]”Ik pak Cho’s hand en streel erover”[/ont-quote]

“Hij schenkt thee in. Een lok haar valt over zijn prachtige amandelogen. Eigenlijk moet ik naar huis. Het bed moet worden verschoond en Mats liet doorschemeren dat hij vandaag wilde afspreken voor ‘Brozo’, zoals we onze maandelijkse broer-zus-dag noemen. Ik kijk naar beneden. De straat waar zonder corona op zaterdagmiddag waarschijnlijk hordes mensen schuifelen, is nu toch ook best gezellig druk. Mensen met ijshoorntjes in hun handen. Op de balkonbalustrade hipt een koolmees. Hij vliegt weg zodra hij me ziet.”

“Ik kan kiezen: hier in het zonnetje blijven zitten en zien wat er gebeurt, of lekker schuilen bij Mats die me zal verwennen met overgebleven paaseitjes en Hello Kitty-grappen. Mats is zo’n fan van het katje dat hij er zelfs een avatar van heeft. Cho heeft een profielfoto van zichzelf in een Oostenrijkse lederhose. Nog steeds kan ik zijn hipsteruitstraling niet rijmen met zijn interieur. Even twijfel ik. Dan denk ik aan de winter die achter me ligt. Het verdriet. “Life is what you make it”, zegt Jiska altijd en daar heeft ze gelijk in. Ik pak Cho’s hand en streel erover. “Mag ik nog een kopje thee?”

Beeld: iStock

Laatste nieuws