Je leest het ’t eerst op Grazia.nl

Taalfrummels

“Oké, dan spreek ik je later.” “Ja. Tot later.” “Krokodil hè?” Ik zeg vaak ‘krokodil’ als ik wegga. Als je even doordenk...

Taalfrummels

“Oké, dan spreek ik je later.”“Ja. Tot later.”“Krokodil hè?”

Ik zeg vaak ‘krokodil’ als ik wegga. Als je even doordenkt begrijp je wel waarom. Als ik ergens te vroeg ben – wat regelmatig voorkomt – dan zeg ik: ‘Ik vang de worm!”.

Sommige mensen kijken me dan raar aan.

Als ik mijn PC afsluit, ‘noem ik het een dag’. Vroeger zei ik nog wel eens dat iets ‘niet mijn kopje thee’ was. Dat doe ik nu niet meer. Dat is te bekend. Wel zeg ik regelmatig “I’m the law!” als iemand niet doet dat ik wil.

Als een van de kinderen moet doorlopen roep ik: “Ketchup!” En als er eentje aanstellerig ‘bang’ is: “Tok tok!” We gebruiken voor veel dingen het woord ‘frutten’ maar volgens mij bestaat dat eigenlijk helemaal niet. Net als ‘tuffen’, dat schijnt behoorlijk 033 te zijn.

Vaak zijn het afgeleiden van uitdrukkingen. Zelfbedachte zinnetjes. Of woorden letterlijk vertaald uit het Engels. Samentrekkingen, mondegreens of gewoon familiegezegden. (“Het spookt,” zei mijn moeder als het weer slecht was. En ik ga “te veld,” als er iets gehaald moest worden.)

Ik vind ze leuk, die taalfrummeltjes. Ze horen bij mij en bij mijn gezin. Soms zijn ze irritant maar dat hoort dan ook weer bij mij. Ik ben best irritant.

Afijn, je voelt ‘m aankomen: wie kent het verschijnsel taalfrummel? En welke frummels gebruik jij?

Hoor ’t graag.Krokodil!