Je leest het ’t eerst op Grazia.nl

Eerste ziekte: vijfde ziekte, zesde ziekte

Pffft, wat een dag! Je kunt me opvegen. En dan moet ik toch nog een blogje schrijven van mezelf. (Je moest eens weten wa...

Eerste ziekte: vijfde ziekte, zesde ziekte

Pffft, wat een dag! Je kunt me opvegen. En dan moet ik toch nog een blogje schrijven van mezelf. (Je moest eens weten wat ik nog allemaal moet van mezelf).

Jippe is ziek. De vijfde of zesde ziekte volgens de huisarts, afgaande op wat ik haar door de telefoon vertelde. ‘Is het een sterke baby?’ vroeg ze.Ik dacht ‘Help, is het zo erg dan?’ Maar het scheen mee te vallen.‘… omdat ik hem nog nooit gezien heb,’ vervolgde ze.

‘Zijn mooie geboortekaart hangt hier, maar ik heb hem nog nooit gezien.’ Goh, inderdaad. Nou ja, goed teken natuurlijk.

Sinds gisteren was Jippe echt een beetje zielig. Zaterdag ook al. Hij huilde meer dan normaal en was al een paar dagen hangerig. Ruim 39 graden koorts in het weekend. De melkfabriek die de afgelopen weken juist bijval had gekregen van een dagelijks flesje Nutrilon draaide inmiddels weer op volle toeren. Geen flesje wilde hij meer, maar borst. Borst, borst en nog eens borst! Ook ’s nachts weer eindeloos gesabbel (terwijl we net dachten dat hij eindelijk een beetje begon door te slapen).

Overdag geen seconde mijn handen vrij. Continue gehuil. Met af en toe wel zijn befaamde prachtige guitige lach, maar vlak daarna dat jengelen weer. Arm mannetje, en arme mama. Op gegeven moment gaat het gehuil in je hele lijf zitten. Hoe lief en schattig hij ook is, dan word je er gewoon een beetje kriegel van. En denk je ‘Wanneer is dat verdomde sprongetje nou eens genomen?’ Want dat dacht ik toen nog, dat het wel weer een sprongetje zou zijn.

Ook vandaag was hij weer zo zielig. Wilde bijna alleen maar vastgehouden worden. (Al dat dragen is echt spierballen kweken!) Ik kon niet meer, en dat terwijl ik nog steeds mijn oude zelf niet terug heb (qua figuur wel, maar figuurlijk niet ;-)). Ja, ik werd er best een beetje gek van.

Totdat ik vandaag dus vlekjes zag. Rode vlekjes. In zijn nekje, op zijn buikje en op zijn intens zachte ruggetje. Alarmbellen gingen. Dokter gebeld. ‘Je kunt hem gewoon paracetamol geven, een zetpilletje van 120 mg.’ Die had ik niet in huis, want die gebruiken we nooit. Ik geloof niet dat Bo er ooit een gehad heeft.

Dus ging ik met Bo en Jippe toch even naar buiten. Om die kinderparacetamol te halen. En Bo zoet te houden met een paar lekkere krentenbollen van de bakker.

Eenmaal thuis hield ik de zetpil tussen mijn vingers. Wat groot!‘Je kunt ‘m een beetje zacht maken onder de warme kraan,’ had de dokter gezegd. Mooi niet dat dat werkte. Het ding was er met geen mogelijkheid in te krijgen. Of te houden, moet ik zeggen. Want elke keer als ik de zetpil er met veel moeite in had geduwd, poepte hij hem er gewoon weer uit. Ik bleef het een paar keer proberen totdat… -juist!- er poep mee kwam. Eerst een beetje, maar toen de zetpil er uit was, kwam de rest. En ja hoor, daar stond ik, met een hand vol poep. Letterlijk een handje vol. Zachte drek. Het was weer eens zo ver. (Ik wil echt niet elke dag over poep schrijven, maar het leven lijkt uit niet veel anders te bestaan momenteel).

Nou goed, u begrijpt: het was weer een heerlijke dag.

Mijn arme Jippetje toch.Hij ligt nu net te slapen. Hopelijk de hele nacht door… En dat hij dan morgen weer beter is.

Grappig eigenlijk… Is het zijn eerste ziekte, is het ook meteen de vijfde of zesde ziekte. ;-)