15 Uitspraken die je alleen in Amsterdam hoort

Ha, zo ben je weer up to date!

Het is niet voor niets dat op tv alles wordt vertaald wat Dave Roelvink zegt. Hoewel er in Amsterdam veel nationaliteiten wonen, kom je er ook nog veel tegen met een typische Amsterdamse tongval. Weinigen – misschien wat rasechte Rotterdammers – hebben écht moeite met de Amsterdamse uitspraken. Maar om het je de volgende keer dat je een gesprek hebt met een ras-Amsterdammer toch iets makkelijker te maken, hebben we wat klassiekers voor je op een rijtje gezet.

15 Amsterdamse uitspraken

1. ‘Mokum’

Als een Amsterdammer over Mokum praat, dan wordt daar gewoon onze hoofdstad mee bedoeld. Dus als je altijd hebt gedacht dat het één of ander klein plaatsje in Nederland is… It is not!

2. ‘Lik me vessie’

Wanneer iemand iets absoluut niet wil doen, dan zal een Amsterdammer eerder ‘Lik me vessie-, hol, naad of reet’ zeggen.

3. ‘Porum, kanus, hasses’

Mocht je bij de zonnestudio iemand tegenkomen die zegt ‘Ik heb me porum verbrand’, dan weet je hoe laat het is…

4. ‘Lazarus’

Een aantal jongeren dat op zaterdagavond de kroeg uitkomt is niet dronken, maar lazarus.

5. ‘Op zijn janboerenfluitjes doen’

Totaal geen haast hebben, maar lekker alles op je gemak doen.

6. ‘Emmeren’

Wanneer je vriend uit Amsterdam komt en weer eens aan het zeuren is, kan je hem voortaan vragen om op te houden met emmeren. Misschien luistert hij dan wel…

7. ‘Moppie’

Waar vrouwen het woord ‘moppie’ misschien vrouwonvriendelijk vinden klinken, noemen mannen uit Amsterdam vrouwen of meisjes ‘moppie’ of ‘mokkel’.

8. ‘Tabak van hebben’

Als je ergens geen zin meer in hebt.

9. ‘Geen spie hebben’

Wanneer je niks meer op de bank hebt staan.

10. ‘Sores’

Als iemand problemen heeft, wordt dat eerder aangeduid met ‘sores’.

11. ‘Uilezeik’

Ben je in een Amsterdamse kroeg en smaakt je biertje nergens naar, dan zeg je voortaan gewoon tegen de barman dat je die ‘uilezeik’ niet hoeft.

12. ‘Afzakkertje’

Een leuk feestje gehad, maar toch nog zin in een borrel? Tijd voor een afzakkertje!

13. ‘Schnabbelen’

Het heeft dus niks te maken met eten, maar met iets bijverdienen.

14. ‘Gappen’

Wanneer iemand iets heeft gestolen.

15. ‘Pingelen’

Als je aan het onderhandelen bent, wordt dat vaak ‘pingelen’ genoemd.

Bron: Mens en Samenleving Beeld: iStock

Laatste nieuws