Zinloos stukje

Ik ben een fan van zinloze rijtjes Altijd al geweest. Moet ergens begonnen zijn in het tweede jaar van de middelbare sch...

Ik ben een fan van zinloze rijtjes

Altijd al geweest. Moet ergens begonnen zijn in het tweede jaar van de middelbare school. Toen ik het vak Duits kreeg. Mit, nach, bei, seit, von , zu, zuwider, entgegen, außer, aus. Dat metrum! Ik leerde het direct uit mijn hoofd. Het werd verder niets met dat Duits, geen goede match die taal en ik ,maar het eerste zinloze rijtje was binnen.

Daarna kwam een soortgelijk rijtje in het Frans. Dat was helemáál cruncy want dat rijmde! Long, gros, beau, jeune, joli, haut, petit, vieux, grand, bon, mauvais, mechant. Ik hoor het de leraar nog scanderen. Niet lang daarna volgde de Nederlandse koppelwerkwoorden. Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, vóórkomen. Dreun ik zo even op. Uit ’t blote hoofdje hè.

En zo passeerden talloze zinloze rijtje de revue. Alle grote plaatsen in Gelderland (toen nog inclusief Lelystad!). Liefst zó snel opzeggen dat ik nog nét niet struikel over mijn eigen woorden. De rivieren van Duitsland. Het Griekse alfabet. Alpha Beta Gamma Delta Epsilon Zeta Eta Theta enzovoorts. Totaal zinloos, maar mán wat klinkt het! En na het Griekse alfabet volgde het spellingsalfabet van de Navo. Alfa, Bravo, Charlie. Ik zweer je dat ik zou zijn verder gegaan met Akkadisch als dat het vak niet nét was opgeheven.

Kortom. Ik ben een wandelend zinloos rijtje. Soms, als ik moe of verveeld ben dan ga ik gewoon een zinloos rijtje opzeggen. Als een mantra. Word ik heerlijk rustig van. Soms wil ik liever cijfers in plaats van woorden. Dan doe ik priemgetallen. Of de rij van Fibonacci. Ook héérlijk zinloos. En ik weet zeker, het komt me vast een keer van pas. Op één of ander zinloos moment in de Postcode Loterij.

Paul deelt mijn liefde voor zinloze rijtjes niet. Hij snapt niet wat ik eraan vind. Hij snapt niet dat ik geen Duits spreek maar wel alle Duitse voorzetsels van de derde en vierde naamval kan opdreunen. En dan weet hij dat van het Akkadisch nog niet eens. Ik heb hem wel eens uitgedaagd; verplááts je dan eens in zo’n zinloos rijtje, dan kan je het vóelen. Maar hij vond het niets. Hij verplaatste zich elke dag al in een zinloos rijtje, zei hij. Tussen Amersfoort en Utrecht, ter hoogte van knooppunt Hoevelaken. Tja. Ik zou dan juist zeggen; verenig het nuttige rijtje met het aangename! Maar nee. Hij vindt het zinloos.

En dat is het natuurlijk ook. Maar daarom is het júist zo lekker. Toch? Of hou jij óók niet van zinloze rijtjes?

Laatste nieuws