Oma’s appeltaart

Na de vroege delbard estival en jonagold is nu de boskoop aan de beurt om geplukt te worden. Geen tractors met blosrode...

Na de vroege delbard estival en jonagold is nu de boskoop aan de beurt om geplukt te worden. Geen tractors met blosrode appeltjes maar bronsgroene bikkels passeren nu het raam van mijn werkkamer terwijl ik dit schrijf. Appels voor moes, compôte en natuurlijk taart. Hoewel, de lekkerste appelgerechten maak je door meerdere soorten te combineren vind ik. Onze grootmoeders dachten daar anders over, zij zweerden bij moesappel. En wie ben ik om daaraan te tornen?

Grootmoeders appeltaart, voor 8-10 punten**

300 g bloem
100 g witte basterdsuiker
200 g koude roomboter
mespunt zout
1 ei, losgeklopt
1 kilo handgoudrenetten
100 g rozijnen
50 g amandelen, gepeld en  gehakt
1½ theelepel kaneel
75 g suiker
extra: beboterde springvorm (24 cm ø)

Zeef bloem en basterdsuiker in  een kom. Voeg boter, zout en 3 eetlepels ei toe. Snijd de boter met  2 messen in kleine blokjes. Kneed er met een koele hand een samenhangend deeg van. Druk driekwart van het deeg gelijkmatig op  de bodem en tegen de zijkant van de vorm. Laat de vorm en het resterende deeg in de koelkast rusten. Verwarm de oven voor op  175°C. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd de appels in dunne plakjes. Vermeng met de rozijnen, amandelen, kaneel en suiker. Vul de vorm stevig met het appelmengsel. Maak van het resterende deeg repen van ongeveer  1,5 cm breed en 0,5 cm dik.
Maak van de deegrepen een vlechtwerk op het appelmengsel. Vouw de opstaande deegrand iets  over het mengsel en zorg dat de repen deeg tegen de deegrand zijn vastgedrukt. Bestrijk het deeg-vlechtwerk en de rand met het resterende ei. Plaats de vorm op het ovenrooster onder in de oven  en bak de appeltaart in ongeveer 1 uur en een kwartier goudbruin en gaar. Laat in de vorm afkoelen.

** Uit: Wannée kookboek van de Amsterdamse huishoudschool (27e druk)

Laatste nieuws