Ik word er niet goed van!

Ik krijg echt een beetje een punthoofd van al die goede doelen. Ergerde ik me al eerder aan het feit dat ik niet meer n...


Ik krijg echt een beetje een punthoofd van al die goede doelen.

Ergerde ik me al eerder aan het feit dat ik niet meer normaal door een winkelstraat kan lopen zonder zesendertig keer te worden aangesproken, heb ik tegenwoordig ongeveer twee keer per week iemand thuis aan de deur staan. Altijd op een tijdstip dat het niet uitkomt (oké, dat is wel vaak, dat geef ik toe) en altijd beginnen ze meteen hun verhaal af te draaien. Kom ik er niet eens meer tussen!

Eerst stellen ze zich voor – ze zullen op cursus wel geleerd hebben dat zoiets een band schept maar ik zit er écht niet op te wachten – en dan steken ze direct van wal. En aangezien ik altijd geleerd heb dat je niet de deur voor iemands neus dichtgooit, sta ik vervolgens minstens vijf minuten naar een zielig verhaal te luisteren terwijl langzaamaan alle warmte uit mijn huis verdwijnt.

Vervolgens gaat de intruder imbiciele vragen stellen waarop maar één antwoord mogelijk is. “Het is toch vreselijk dat in land X nog elke dag Y aantal kinderen sterft?!” Of: “Heeft u in het nieuws gehoord wat er in land Z aan de hand is?” De vragen worden op zo’n manier gesteld dat je weet dat je straks – wanneer er een doorlopende financiële bijdrage gevraagd wordt – niet meer kan weigeren. Gedurende de overval zoek ik koortsachtig naar het goede moment om het gesprek af te breken maar op de één of andere manier vind ik dat nooit.

Goed. Ik snap de belangen. Ik vind het fantastisch dat mensen zich voor ziekten/babies/mishandelde vrouwen inzetten. Maar ik kies mijn eigen goede doelen en ik wil ze niet opgedrongen krijgen. Ik heb geen zin in studenten die mij bewust een schuldgevoel aanpraten. Bovendien was ik laatst eens in het gebouw waar een bepaald goed doel gevestigd is, je wil niet wéten wat voor auto’s daar op de directieplekken stonden. Echt, zoiets komt bij mij niet lekker binnen.

Tegenwoordig verzin ik maar een smoes. Direct nadat de M/V deurenleur zich heeft voorgesteld roep ik dat mijn kind huilt/de melk overkookt/mijn huis in brand staat. Net als vroeger bij ‘beeldenverkopertje‘ Daarna mompel ik sorry en doe ik de deur dicht. Ik voel me altijd erg vervelend als ik weer zo iemand heb afgepoeierd. Alsof ik er persoonlijk verantwoordelijk voor ben dat er as we speak een baby sterft in Afrika.

Voor dat vervelende gevoel heb ik geen oplossing. Wel laat ik steeds vaker Paul de deur opendoen want de moed zinkt al in mijn schoenen als ik rond zeven uur de bel hoor. Laatst was ik alleen thuis met de kinderen – ik bracht ze net naar bed – en toen besloot ik maar gewoon helemaal niet open te doen. De kinderen begrepen er niets van. Als er iemand aan de deur staat doe je toch open?

Ergens in mijn achterhoofd gingen er op dat moment wél een paar alarmbellen af. Schiet dit niet z’n doel voorbij?! Lekker signaal geven we zo af. Kinderen leren om maar gewoon niet open te doen. Of de telefoon niet op te nemen als het een anonieme beller is. Iemand direct voorbij te lopen wanneer hij/zij je aanspreekt in een winkelstraat.

Nederlanders zijn ongastvrij, lees ik vandaag weer in de krant.
Ja.
Vind je het gek?

Laatste nieuws