(Ik) Ben Saunders

Zonder overdrijven begon het toch wel een beetje op een kleutercomplex te lijken. Want waar al zijn vriendjes er al over...

Zonder overdrijven begon het toch wel een beetje op een kleutercomplex te lijken. Want waar al zijn vriendjes er al over op konden scheppen, gebeurde er bij M. nog nul nada niks. “Maak je geen zorgen hoor”, had ik hem herhaaldelijk gezegd, als hij zijn zorgen erover uitte. “Het duurt vast niet zo lang meer. Het komt echt vanzelf”. “Ja, ja”, zag je hem denken.
Arme jongen. Hij houdt er, net als zijn moeder, helemaal niet van als hij ergens geen controle over heeft. En ja, je kunt nu eenmaal niet zelf bepalen wanneer je tanden er aan toe zijn om te wisselen.

Groot was dan ook M.’s vreugde toen ik hem vanochtend kon bevestigen dat hij nu dan toch echt een losse voortand had. “Misschien komt het wel omdat je gisteren een hele appel hebt gegeten”, merkte ik op. “Ja”, knikte hij, “ik wil nu alleen maar hele appels eten!” De rest van het ontbijt draaide volledig om de wiebeltand. “Kan ik mijn tanden nog wel poetsen?”, vroeg M. zich af. En ook: “Hoe gaat die tand er straks dan echt uit? Valt hij dan naar voren (lees: mijn mond in) of naar achteren (lees: mijn mond uit)?” Beide opties leken hem eigenlijk niks, tot ik hem beloofde dat een tandje in je buik er heus wel weer uit komt (toch?) en dat een tand op straat ook heus nog wel een centje zou opleveren (want eerlijk is eerlijk, dat financiële aspect was zeker medeverantwoordelijk voor M’s enthousiasme over zijn wiebelende tand).

Eenmaal gerustgesteld over het lot van zijn tand kon niets M. meer van zijn stuk brengen. Zelfs de consequenties van het hebben van volwassen tanden niet. Want toen Jurgen hem vertelde dat hij zijn grote mensen tanden nóg beter zou moeten poetsen omdat hij daarna geen nieuwe meer zou kunnen krijgen, riep hij heel vrolijk: “dan neem ik toch gewoon een gouden!”

Laatste nieuws