Het kabi(ken)net Rutte

Vroeger zag je hem nog wel eens een kopje koffie drinken in een tentje waar ik ook kwam. Met 'vroeger' bedoel ik dan tot...

Vroeger zag je hem nog wel eens een kopje koffie drinken in een tentje waar ik ook kwam. Met ‘vroeger’ bedoel ik dan tot niet eens zo heel lang geleden.
Kopje koffie. Krantje. Wat stukken doornemen. Gewoon ‘onder de mensen’.

Ik vond het altijd zo leuk dat hij dat gewoon deed.
En dat dat kennelijk gewoon kon. Zonder steeds maar gestoord, aangegaapt of aangesproken te worden. Omdat dit Nederland is. En dat gaaf is. En hij het er kennelijk prettig vond.

Af en toe keek hij dan eens op of rond; charmant, bescheiden, een tikkeltje verlegen bijna.
En na een tijdje stapte hij dan weer op. Met zijn aktetas in zijn hand. Op naar de kamer.

Gisteren, toen hij voor de tv trots zijn ‘nieuwe kamer’ liet zien (het torentje natuurlijk, jawel…) herkende ik diezelfde ietwat verlegen charmant-bescheiden blik. Als een klein jongetje dat nu eindelijk die kamer heeft die hij altijd al wilde, maar eigenlijk nog steeds een beetje perplex is dat hij al zo snel vrij kwam. (Nou ja, snel…).
Die charmante bescheidenheid heeft hij dus nog steeds, ook al is hij nu minister-president. Spelend met, maar tegelijkertijd een beetje onwennig voor de camera nog, terwijl hij er al tig gezien moet hebben. Maar dat siert hem. Op de juiste manier, want ik heb wel vertrouwen in hem. Meer dan ik ooit in Balkenende heb gehad. Niet dat dat een onmens was hoor, op zijn tijd best grappig zelfs, maar het was mijn man gewoon niet.

Een beetje onwennig en verlegen toonde Mark gisteren het torentje. Zíjn torentje. (Zag je die view?) Hij draaide aan zijn stoel, toonde de houten lambrisering, trok een paar lades open en gedoogde de camera en journalisten een blik in zijn kersverse werkruimte. (Ik zou dat bureau meteen pal aan het raam zetten dacht ik, maar dat zal wel weer niet mogen).

Ik kreeg er bijna zin in. In dit kabinet Rutte. En dat terwijl het eigenlijk ‘mijn’ kabinet niet is. Helemaal niet zelfs. Ik ben geen CDA-, VVD- of PVV-stemmer. Ik heb nog nooit op deze partijen gestemd. (Ik had afgelopen juni zelfs helemaal niet gestemd, omdat we in Turkije zaten. Wat natuurlijk geen reden was. Nou ja, omdat ik niet kon kiezen dan. En die vakantie toen wel erg makkelijk uitkwam. Ik heb dus eigenlijk ook geen recht van zaniken.) En toch… Ik vind het een hoog grijzekoppengehalte. En dan dat geringe aantal vrouwen, natuurlijk. Kortom, wat mij betreft een kabi-net-niet. Een kabi-ken-net. Kan niet, dus. Of, om ze het voordeel van de twijfel te geven: een kabi-kan-net. Het kan net. Maar dan wel dankzij Mark Rutte.

Tja, ik ben niet voor deze regering, maar ik ben wel voor Mark Rutte. Waar zit ‘m dat toch in?
Misschien is het gewoon heel simpel: dat als iemand weet waar je lekkere koffie kunt vinden, dat diegene dan sowieso mijn voorkeur al heeft. Mijn stem. Alsof iets dan geruststellend zegt dat het dan met de rest ook wel goed zal komen.
Laten we het hopen.

Ik ben benieuwd hoe ze het gaan doen en hoe lang ze het gaan volhouden. Dat houdt het nog een beetje spannend. En de politiek nog een beetje leuk. Stiekem dan hè? Want eigenlijk hoor je dat niet te zeggen natuurlijk. Nee, dan neig je naar het type ramptoerist.
Je hoort gewoon te willen dat het land goed geregeerd wordt. En dat wil ik ook. Daar gaat het immers om. Het is geen spelletje. Hoewel het dat soms wel lijkt. Neem die bordesfoto nou. Ik mag hopen dat het niet de officiële was die ik gezien heb, want een beetje rommelig was het wel. Er staat toch wel ergens iemand die zegt hoe ze moeten gaan staan? Of verwacht ik weer te veel?
(Maar goed, als rommelig betekent dat het niks wordt, kan ik zelf ook wel kappen).

Goed. De grote vraag, naast –Hoe gaat de komende regeerperiode eruit zien?– is natuurlijk deze:
Zullen we Rutte nog wel eens ongestoord koffie zien drinken, krantjes lezen en stukken doornemen in dat ene tentje waar ik het over heb? Ik denk het niet.
Heeft hij er als minister-president straks überhaupt nog tijd voor? Ik vrees van niet. Hoewel…
En toch gun ik het hem. (Net als dat ik hem een leuke vriendin gun, maar dat is weer een heel ander verhaal).
We zullen zien.

Nou ja, laat ik ophouden. Ik weet meer van koffie dan van politiek. (En ook dat valt te betwijfelen).
En ja, ik gedoog ook wel eens koffie van een andere tent. (Lees mijn vorige blogje maar. Als je hier klikt, komt het voor de bakker.)
Ik ben een zwevende koffiedrinker en kies vandaag maar eens een tentje aan de overkant. (In de oppositie ;-)).
Ga ik lekker koffiedik kijken. Met de kinderen.
Als het tenminste niet te hard regent.
(Goh, regenen en regeren… Zie je dat? Scheelt ook niet veel.)

© Foto’s: Denise Miltenburg
(behalve de kopfoto)

Foto rechts:
Jippe volgde het CDA-congres ook.

Je kunt je er niet vroeg genoeg in verdiepen…

Laatste nieuws