Het Gat.

Laten we nog even in het water blijven. Niet in het slootwater van de kikkervisjes, maar in het chloorwater van M.'s zwe...

Laten we nog even in het water blijven. Niet in het slootwater van de kikkervisjes, maar in het chloorwater van M.’s zwembad. Daar, aan de rand van het bad, bevinden we ons momenteel zo’n vijf uur per week. Ik als toeschouwer op het bankje, M. op z’n knietjes op de rand. Hij moet leren duiken. Want hij moet door Het Gat. Dat klinkt vervelend, en dat wordt het inmiddels ook wel een beetje.

Het zit zo: M. heeft, sinds hij zijn A-diploma heeft gehaald, zogenaamde turbo zwemlessen. Ruim drie uur zwemles, met een korte pauze, op zaterdagochtend. Het idee was dat hij dan binnen twee maanden twee diploma’s zou halen, met een diplomagarantie. Met andere woorden: als hij het niet zou halen, zou het ons niets extra kosten om hem toch op het gewenste niveau te krijgen. Het leek ons wel aantrekkelijk: M. zou dan voor de zomer klaar zijn met zwemlessen, C.tje zou daarna kunnen beginnen, en de zwemjuf bij wie we informeerden of het wel wat voor M. zou zijn, zei dat hij het zeker zou kunnen.

In principe gaat het ook best goed. M. kan prima borst- en rugcrawlen, en met kleren aan zwemmen gaat hem ook goed af. Maar vorige week mochten de andere kinderen uit M.’s groep afzwemmen voor B., en M. nog niet. Vanwege Het Gat. Om daar doorheen te kunnen moet hij eerst zes meter onder water zwemmen, en dat lukt hem nog niet. Hij zegt zelf dat het “door zijn adem komt”. Een van zijn juffen (het is een team van twee) denkt dat het aan zijn spierontwikkeling ligt (hij heeft de kracht nog niet om zich goed voort te stuwen). Maar als je het mij vraagt, is het vooral zijn duiktechniek, of liever gezegd, het gebrek eraan. Net als Jurgen en ik vroeger, vindt M. het lastig om te duiken. Hij maakt de beweging wel, doet ook keurig zijn hoofd naar beneden, maar trekt ‘m net voordat hij het water in komt toch weer omhoog. Hij springt dus meer dan hij duikt, en dat maakt dat hij, eenmaal te water, eerst nog verder onder water moet voordat hij voorwaarts, richting Gat kan. En ja, dan komt het uiteindelijk “door je adem”.

Ik vind het maar moeilijk hoor. Het begint zo’n ding te worden, en dat wil ik helemaal niet. Ik bedoel, het is nou ook weer niet het einde van de wereld als je niet door een gat kunt zwemmen. Ik zou het heel vervelend vinden als M. zich daar in toenemende mate rot over zou voelen. Aan de andere kant: zomaar opgeven is natuurlijk ook geen optie. Dat lijkt me net zo min een goede levensles. En dus oefenen we nu extra op vrijdag. Met ringen en hoepels en weet ik wat meer. In de hoop dat er toch iets zal zijn waardoor het kwartje bij hem valt. Bij mij is het nooit gelukt – ik heb alleen mijn A-diploma. Maar het hoeft natuurlijk heus geen “Zo moeder, zo zoon” verhaal te worden. Dus als jullie nog tips/ervaringen hebben, dan hoor ik ze graag!

Laatste nieuws