Dromen over een paling

"Een palingdroom? Wat is dat nou weer?" vraagt Oudste met een volle mond. Ik zou nu natuurlijk pedagogisch verantwoord m...

“Een palingdroom? Wat is dat nou weer?” vraagt Oudste met een volle mond. Ik zou nu natuurlijk pedagogisch verantwoord moeten zeggen dat je niet met een volle mond hoort te praten, maar hé, dat doe ik zelf per ongeluk ook wel eens en ik vind het veel leuker om het over taal te hebben dan opvoedkundig bezig te gaan zitten zijn. Het is net zo gezellig aan tafel. Jongste vertelde dat ie niet alleen gewoon kon lezen, maar ook achterstevoren. Dat mes dan sem werd. En maan dan naam. Dat het soms wel een echt woord was, achterstevoren. En soms niet. Toen zei ik dus dat ik palindromen zo leuk vind.

“Kok” antwoord ik. “Dat is een palindroom. Zonder ‘ng. Geen paliNG maar paliN. Het is een woord dat achterstevoren precies hetzelfde is. Kok dus. Of Mam.”

Jongste kijkt geïnteresseerd van boven zijn bordje AGV naar mij.

“Parterretrap” gooit Lief er in. “Dat is er ook eentje”.

Jongste kijkt nu ietwat verward. Ik zie hem denken: Een wat? Het arme joch leert net lezen (en dat gaat al verhipte goed als ik even de trotse moeder uit mag hangen, zo knap hoe snel dat gaat), maar parterretrap is net een stapje te ver voor deze derdegroeper.

Ik grinnik. “Laten we eerst met iets makkelijkere woorden beginnen” opper ik, “Lol bijvoorbeeld”.

Jongste lijkt het woord letterlijk te proeven. Hij herhaalt zachtjes het woord, zegt daarna één voor één de letters, trekt een fronsrimpel en herhaalt dan nogmaals de letters. Die laatste keer blijkt ie het van achter naar voren te doen, want opeens is er een grote grijns op zijn gezicht; “Ja, het is hetzelfde” roept ie enthousiast.

We verzinnen er meer. Pop. Pap. Kik.

Jongste vindt koek ook een goede. Tja, dat is ook wel ingewikkeld, dat je oe wel als een Oeh-klank leert, als iets dat bij elkaar hoort, samen één klank maakt, maar dat het dan achterstevoren weer anders klinkt. Pup is dan wel weer een goede, net als raar.

“Lepel” oppert Lief dan. In een poging het net iets spannender te maken dan de éénlettergrepige woorden. Dat is een mooie, besluiten we allemaal. Lepel.

Jongste neemt een hap van zijn aardappels. Oudste zoekt haar doperwtjes tussen de wortels uit. Lief snijdt een stukje van zijn karbonaadje af. Ik hap in een stuk tomaat.

“En kak” klinkt het dan opeens naast me. Jongste grijnst.

Inderdaad. En kak.

Zo werd het toch nog een poepverhaal. 🙂

Een bij de datum passend verhaaltje deze keer; het is 20-10-2010 . Niet echt een palindroom, maar wel net zo mooi… Ik heb het dan wel gepost op een passende tijd!

Laatste nieuws