Alles op een rijtje?

En toen stond ik dus in de nieuwsbrief van Startpagina met 30.000 abonnees. Mijn foto op een pagina met 4,5 miljoen bez...

En toen stond ik dus in de nieuwsbrief van Startpagina met 30.000 abonnees.
Mijn foto op een pagina met 4,5 miljoen bezoeken per dag.
Wat zeg je? 4,5 miljoen?!
Ja, ik schrok er ook van.

Help, was dat relaxte roseetje van van de week aan het strand misschien de laatste? Word ik een volgende keer de hele tijd lastig gevallen of aangegaapt en gaan mensen dan steeds dingen vragen als: ‘Ga je hier nu ook over schrijven?’

Ik keek nog eens goed. Meer dan vier komma vijf miljoen. Niet mensen, maar clicks, maar toch. Ik werd er spontaan zenuwachtig van. Nu moest ik nog beter gaan schrijven. Er kon geen bagger meer op. Geen ‘shit’-verhalen zonder eind. Het moesten leuke compacte stukjes worden. Niet dat iemand dat gezegd had, maar zo voelde het ineens. Nu kon ik het immers waar maken. Of verprutsen.

Vanmorgen klikte ik verwachtingsvol mijn meest recente blogje aan. Stel je voor. (Ik begon me al een beetje Esther te voelen met haar aandelen.) Zouden er straks honderden reacties staan? Zoveel dat ik ze nooit meer allemaal kon beantwoorden en mijn trouwe lezers verdrietig zouden afhaken? Zouden er reacties bij staan van mensen die zeiden: ‘God, wat leuk, op deze blog heb ik nou mijn hele leven al gewacht’? Kon ik überhaupt wel op mijn blog komen of was Vrouwonline direct op hol geslagen van alle traffic ineens?

Het viel mee. En tegen. ‘Mee’ omdat ik niet duizend reacties hoefde door te spitten, en ‘tegen’ omdat nog geen enthousiaste nieuwe volgelingen zich gemeld hadden. Niet één. Niks. Nulles.
Niet dat ik nou meteen denk dat die er niet zijn –kom op zeg, je zou het niet altijd zeggen, maar ik heb nog wel íets van zelfvertrouwen- maar om nou te zeggen dat iedereen direct in de reageermodus stond, nou nee.

Er was gereageerd, maar vooral door mensen die ik al kende. Niet in real life (een enkele uitzondering daargelaten), maar van de blog. En door lurkers, mensen die me al jaren volgen maar nog nooit gereageerd hadden. Nou ja, had het dat in elk geval opgeleverd. Soms best fijn als je weet door wie je begluurd wordt.

© Foto’s: Denise Miltenburg

En dan gaan we vanaf nu maar weer gewoon even normaal doen.
Straks denken mensen nog dat ik ze niet allemaal op een rijtje heb. 😉
Geen sterallures meer. Niet langer dromen over uitgevers die mijn beste blogjes nog dit jaar willen uitgeven.
Nee, gewoon weer even met mijn beide benen op de grond. (Ik doe het T zet thee zelf wel.)
En schrijven dus. Want dat is wat een schrijver allereerst moet doen: schrijven.
Simpel eigenlijk.

Laatste nieuws