Wake-up call: ‘Ik was zó vol van Mister Perfect, dat mijn grote liefde afhaakte’

"Hij was mijn Mister Perfect. En opeens was hij er niet meer.”

Naam: Janneke (29) | Relatie: samenwonend | Beroep: leraar basisonderwijs

Mister Perfect

"Op mijn twintigste zag ik Mark vanaf de tribune bij een zaalvoetbalwedstrijd. Ik moedigde mijn broer aan, maar had direct een crush op Mark. Die glimlach! In de kantine raakten we aan de praat en ik was meteen verkocht. Wij waren voor elkaar gemaakt en na een jaar woonden we samen. Voor ons driejarig jubileum planden we een reis. Daarna zouden we samen een huis gaan kopen. Maar twee weken voor onze reis vloog Marks vrachtwagen op de snelweg in brand. Hij overleed ter plekke. In eerste instantie geloofde ik het niet. Ik blééf hem bellen in de hoop dat hij zou opnemen en zeggen dat er een misselijke grap was uitgehaald. Maar toen ik in het mortuarium kwam en zijn gesloten kist zag met daarop zijn foto, besefte ik dat Mark daar écht in lag en nooit meer zou terugkomen. De dag waarop we op reis zouden gaan, was vlak na de uitvaart. Als m’n moeder die dag niet bij me was geweest, was ik van de flat gesprongen. Ik zag het leven niet meer zitten. Mijn toekomst was met Mark. Hij was mijn Mister Perfect. En opeens was hij er niet meer.”

Huilend opruimen

“Na me twee maanden te hebben afgezonderd, wilde ik weer gaan werken. Ik werd fantastisch opgevangen en kreeg zelfs een brief van een collega in een ander filiaal die ook jong haar partner was verloren. Zij raadde me een aantal boeken aan en we correspondeerden een tijd. Zonder haar had ik nooit geloofd dat mijn leven ooit weer beter zou worden. Ook mijn familie en Marks ouders steunden me. Huilend ruimde ik zijn kleding op en samen met zijn broer verkocht ik Marks mountainbike. Stap voor stap voelde ik me opklimmen. Na een jaar at ik appeltaart bij mijn moeder en terwijl ik haar zag glimlachen, dacht ik: ik ben blij dat ik er nog ben. Vanaf die dag bezocht ik Marks graf niet meer elke dag, maar twee keer per week. Ook stopte ik met de brieven die ik dagelijks aan Mark schreef. Bijna twee jaar na Marks overlijden kwam er een nieuwe collega op onze loonadministratie. Ferry was rustig en sociaal. Zijn zorgzaamheid raakte me. Steeds vaker stelde ik hem onnodige werkvragen, tot onze gesprekken uiteindelijk persoonlijk werden. Dat ik hem leuk vond, overviel me totaal. Ik vond het doodeng. Wat zou Mark hiervan vinden?"

"Na een etentje sprak ik naar Ferry uit dat ik kriebels voelde. Verliefd was ik niet, dat gevoel klonk voor mij als vreemdgaan. Mark leefde dan misschien niet meer: maar hij was geen ex. Ferry begreep het en benaderde me met respect. We hadden toch alle tijd? Op Marks sterfdag bezochten we samen zijn graf. Ferry was er voor me als ik over Mark wilde praten, ook al moet dit moeilijk voor hem zijn geweest. Ik dacht dat ik alles wel onder controle had, maar toen het tussen Ferry en mij serieuzer werd, begonnen de nachtmerries. Ik droomde dat ik overleden was en voor de hemelpoort stond. Een oude man wenkte me. Aan de andere kant van de deur stonden Mark en Ferry. Ik moest kiezen met wie van hen ik verder wilde in het hiernamaals. Soms maakte Ferry me wakker omdat ik in mijn droom om me heen sloeg en schopte. Ik werd bang om te slapen en ging laat naar bed in de hoop dat ik niet zou dromen. Daardoor raakte ik al snel oververmoeid, waardoor ik fouten maakte op mijn werk. Ook thuis was ik prikkelbaar en afwezig.”

Oneerlijke concurrentie

“Op een dag barstte de bom. Ferry riep dat hij het niet meer trok. Voor hem voelde het alsof we met ons drieën in een relatie zaten. Hij voelde zich langs een meetlat gelegd. Ik kon kiezen: therapie of einde relatie. Ik schrok wakker. Waar was ik mee bezig? Als ik zo doorging, zou ik mijn tweede grote liefde óók verliezen! Had ik Ferry wel écht toegelaten in mijn hart? Ik was dol op hem, besefte ik toen hij die dag woedend zijn koffer inpakte. Ik besloot in therapie te gaan en leerde daar alles over comfortzones. Dat me erin wentelen betekende dat ik geen afscheid wilde nemen van Mark. Maar al na drie maanden therapie begreep ik dat ik geen afscheid hoef te nemen. Mark woont in mijn hart. En Ferry óók. Ik kan altijd over Mark praten, maar Mark is nu iemand uit mijn verleden. Terwijl Ferry lééft en er voor me is… Hij is de man met wie ik oud wil worden, die me troost en knuffelt. Eindelijk kan ik nu zeggen dat ik weer gelukkig ben. En als ik eerlijk ben, weet ik dat Mark dit zo voor mij zou hebben gewild.”

Tekst: Eveline Karman | Beeld: iStock

Laatste nieuws