Wake-up call: ‘Als ik eerder mijn mond had opengetrokken, had ze hulp kunnen zoeken’

"Isa is altijd apart geweest..."

"Vorig jaar kwam mijn nichtje Isa bij me langs. Ze belde van tevoren. Dat verbaasde me al, normaal kwam ze zomaar aanwaaien. ‘Er is een autistische stoornis bij mij geconstateerd’, zei ze, toen ze tegenover me zat. Ik veinsde verbazing, riep dat ik dat nooit had verwacht. Intussen dacht ik opgelucht: eindelijk…"

Rare trekjes

"Isa is altijd apart geweest. We schelen maar één jaar en zaten op dezelfde school. Omdat ze familie was ging ik met haar om, verder had ze weinig vriendinnen. Ze werd zelfs gepest. Ik snapte dat eerlijk gezegd wel een beetje. Ze kon van die saaie verhalen vertellen. Ze kleedde zich stom. En maakte altijd net de foute grapjes. Later studeerde Isa cum laude af, ik met enkel zesjes. Toch vond ik een leuke baan en maakte ik snel promotie. Bij haar wilde het maar niet lukken. Ze verknalde sollicitatiegesprekken of haar contract werd niet verlengd. Als ze me daarover belde, zat ik vaak intussen iets anders te doen. Ik was echt wel dol op haar, maar ergerde me aan haar langdradigheid. Zo veel details, hou op zeg."

"Ze had wel meer rare trekjes. Zo gingen we weleens naar de bioscoop samen. Dan begon ze tijdens de film zomaar tegen mij te praten, met luide stem. ‘Stttt,’ siste ik dan, omdat ik boze hoofden onze kant op zag draaien. Zij leek dat niet in de gaten te hebben. Uiteindelijk organiseerde ik maar filmavondjes bij mij thuis. Dat zij aan het einde van de avond mijn hints niet oppikte dat ik moe was, nam ik voor lief. Ik zette haar gewoon de deur uit."

Autisme

"Ik denk dat ik een jaar of zes, zeven geleden begon te vermoeden wat er aan de hand was. Ik las regelmatig iets over autisme en alle eigenaardigheden van Isa pasten in dat plaatje. Vroeger dacht ik dat autisten totaal geen contact kunnen maken. Veel mensen met een stoornis in het spectrum kunnen dat wél – alleen niet zo goed. Ze voelen anderen niet aan. Kunnen gezichten niet goed lezen. Ze botsen soms, omdat ze situaties anders interpreteren dan anderen. Exact Isa dus, die voor de zoveelste keer in de WW zat na een arbeidsconflict."

"Ook in relaties wilde het niet vlotten. Ze had vriendjes waarbij ik van tien meter afstand al zag dat ze haar gebruikten. Zij dacht dan toch dat zo’n jongen haar grote liefde kon zijn. In plaats van daarover te grinniken met mijn man – die vond haar aardig, maar zó naïef – begon ik me nu zorgen te maken. Als Isa echt autisme had, moest ze dat weten. Wie weet kon ze dan wel hulp krijgen. Maar hoe zeg je zoiets? ‘Ga eens naar de dokter want ik denk dat jij een psychiatrische stoornis hebt?’ Dat is nogal wat."

Uit de weg

"Mijn vriend vond dat ik me er niet mee moest bemoeien. Mijn moeder vond het onzin allemaal. ‘Je tante is net zo goed typisch, dat weet je toch?’ zei ze. Ja precies, dacht ik dan, die was misschien óók wel autistisch. Autisme kan erfelijk zijn. Toch hield ik mijn mond, ik durfde de confrontatie niet aan. De jaren erna probeerde ik Isa uit de weg te gaan. Ik kreeg kinderen en had genoeg aan mijn hoofd. Gek genoeg leek Isa niet eens te merken dat ik haar nooit meer belde. Ze bleef mij opzoeken. Vaak onaangekondigd, ook als ik liet merken dat ik dat niet prettig vond. Isa zag mij klaarblijkelijk nog altijd als haar beste vriendin."

Opgelucht

"Nu vertelde ze dus dat er autisme bij haar was vastgesteld. Een psycholoog bij het UWV had dat geopperd. Ze was onderzocht en ja, het was onmiskenbaar. Isa was enorm opgelucht. Ze snapte eindelijk waarom ze altijd buiten de boot was gevallen. Ze somde een hele lijst trekjes van zichzelf op waarvan ze nu wist dat die niet ‘normaal’ waren. In therapie leerde ze manieren om anders met situaties om te gaan. Zodat ze beter aansluiting kon vinden. Hoe eenzaam ze haar hele leven was geweest, vertelde ze nu pas. Daarbij onderbrak ze zichzelf vaak met zinnen als: ‘O, ik wijd teveel uit hè? Ik weet dat ik daar op moet letten.’"

"En ze had sinds kort een leuke relatie met een lotgenoot. Ze vertelde schaterend over de misverstanden die er tussen hen konden ontstaan. Ik lachte mee, maar voelde me intussen erg schuldig. Ik had haar nog nooit zo vrolijk gezien en besefte dat ik jaren eerder zo moedig had moeten zijn om mijn vermoeden uit te spreken. Zeker toen ze me bij het afscheid omhelsde en zei dat ze zo dankbaar was dat ik al die jaren haar steun en toeverlaat was geweest, voelde ik me een judas. Ik probeer het goed te maken door nu weer vaak contact te zoeken. En ik zie haar opbloeien; de diagnose en de hulp die ze krijgt, doet haar heel erg goed. Beter laat dan nooit, denk ik dan maar."

Tekst: Lydia van der Weide, Beeld: iStock

Laatste nieuws