Praat jij tegen je huisdieren? Dit zegt het over je!

Voer jij ook regelmatig een gesprekje met je huisdier? Tja, je bent niet de enige. Hoewel sommige mensen het misschien e...

Voer jij ook regelmatig een gesprekje met je huisdier? Tja, je bent niet de enige. Hoewel sommige mensen het misschien een tikkeltje vreemd vinden, blijk nu uit onderzoek dat het alleen maar goed is!

Intelligenter

Nicholas Epley, gedragswetenschapper aan de Universiteit van Chicago, deed onderzoek naar mensen die zo nu en dan even babbelen met hun huisdier en deed een leuke ontdekking. Wat blijkt? Als je tegen je huisdier praat, ben je intelligenter! “Vroeger vonden heel wat mensen het kinderachtig als je met je dier aan het keuvelen was. Mensen dachten dat het een teken van domheid was als je met de beestjes in je leven praatte. Maar ons onderzoek wijst het tegendeel uit”, aldus de onderzoeker.

Antropomorfiseren

Het gaat natuurlijk niet om de inhoud van de gesprekken. Juist het feit dat je een gesprek start, bewijst je intelligentie. Je kunt dan namelijk ‘antropomorfiseren’, wat betekent dat je menselijke eigenschappen, zoals praten en meeleven, kan toeschrijven aan andere levende wezens. “Daarom praten we ermee, zoals we tegen mensen ook doen. Het is heel intelligent van ons dat we in hun lichaamstaal een reactie kunnen zien zoals we ze ook bij mensen kennen.”

Niet alleen bij huisdieren

Volgens de Nicholas doen we dit eigenlijk constant, ook wanneer het minder voor de hand liggend is. “Zo durven we zelfs objecten als auto’s, boten en voorwerpen een naam te geven. Dan krijgen we daar een speciale band mee. We geven er een persoonlijkheid aan. Niet omdat ze zelf per se die karaktertrekken hebben, zeker niet bij levenloze dingen, maar eigenlijk omdat wij het aan hen toeschrijven. Zo zijn het vooral verlengstukken voor onze eigen persoonlijkheid.”

Waarom?

Je vraagt je misschien wel af: waarom doen we dat eigenlijk? Daar zijn volgens de gedragswetenschapper verschillende redenen voor. Mensen zijn namelijk in eerste instantie geneigd om objecten een naam te geven als ze er een gezicht in zien. “We willen continu ontcijferen wat een ander wezen denkt of wil doen. Vooral als iets ogen lijkt te hebben, dan gaan we het als menselijk beschouwen. We zijn immers hypergevoelig voor ogen, aangezien die de spiegel van de ziel zijn,” legt Nicholas uit.

Een band opbouwen

Daarnaast Antropomorfiseren we vooral wanneer we dingen leuk vinden en we er graag een band mee willen opbouwen. Hoe leuker we iets vinden, hoe liever we er mee willen communiceren. Tot slot antropomorfiseren we ook als we dingen niet begrijpen. “We schrijven dan menselijke karaktertrekken aan die dingen toe, want dat is wel bekend terrein. Als onze computer nog maar eens tegenwerkt, dan denken we niet dat de bits en de bytes niet correct op elkaar volgen. In plaats daarvan hebben we het over een “koppige pc” of zeggen we dat “die ook zijn dagje niet heeft”.

Lees ook: Koppel koopt micro pig, groeit uit tot enorm varken

Bron: Nieuwsblad, Beeld: Istock

Laatste nieuws