Maaike Helmer: ‘Pas toen ik omviel zag ik dat het anders moest’

"Het heeft me kapotgemaakt..."

Ze werd vroeger enorm gepest, brak daarna internationaal door als model in New York en Parijs en raakte vervolgens compleet opgebrand. Maar nu heeft Maaike Helmer (40) innerlijke rust, én een boek daarover geschreven. "Ik focus op het niets, eigenlijk."

"Pesten heeft een enorme impact op me gehad. Ik dacht altijd over mijzelf: ik ben niets waard. Ik had een heel negatief zelfbeeld. Daardoor heb ik een sterke drang ontwikkeld om gezien te worden. Ik wilde bewijzen dat ik wél wat waard was. Dat heeft me in zekere zin heel ver gebracht, maar het heeft me ook kapotgemaakt…"

Catwalk

"Na de middelbare school was ik een keer een weekje in Parijs. Zeventien was ik, en in Galeries Lafayette, een bekende Parijsewinkel,toen ik werd aangesproken door een modellenscout. Ik was verbijsterd. Met die scout werd het niets, maar toen ik terug was in Nederland, was er een zaadje geplant. Na een jaar geschiedenis te hebben gestudeerd, ging ik op een woensdagmiddag langs modellenbureaus. Eén bureau zag me zitten, en voor ik het wist, woonde ik op mijn achttiende in Milaan, stond ik in
de Italiaanse en Amerikaanse Vogue en liep ik de Milan Fashion Week."

Meisjesdroom

"Het is de droom van veel meisjes om model te worden. Mijn droom was vooral dat die pesters in de plaatselijke kiosk de foto’s zouden zien. De ultieme wraak: onvermijdelijk zijn voor hen. Dat maakte mijn drang naar succes groter – gevaarlijk in zo’n hard wereldje. Er werd continu over me gepraat, alsof ik er niet bij stond. ‘Zij heeft wel te veel borsten, hè?’ zei een ontwerpster eens, terwijl ze me wegwuifde. Of een fotograaf zei een keer recht in mijn gezicht: ‘Jeetje, wat heb jij een vissenogen, zeg.’"

"Ongemerkt ging ik, als een overlevingsmechanisme, steeds meer in mijn hoofd zitten, ik vroeg me niet meer af: wat voel ik? Mijn lichaam werd secundair, een instrument. Ik zorgde er niet goed voor, werd dunner en dunner. Ik was niet aan het lijnen om aan de modellenmaatstaven te voldoen, maar ik had diabetes type 1, waardoor ik enorm veel afviel. Dat wist ik toen nog niet. Ik had vage klachten – vermoeidheid, spierpijn – die ik negeerde. Stel je niet zo aan, dacht ik steeds. Ik vond dat ik nú moest doorpakken. Maar op een dag króóp ik over de stoep naar mijn werk in Parijs. Ik kon niet meer op mijn benen staan, ik was vel over been. Op kantoor zakte ik in elkaar. Ik ben toen naar Nederland gegaan om bij mijn ouders aan te sterken."

Ondoenlijk

"Ik zag toen in dat modellenwerk met insulineschema’s en al die tijdzones ondoenlijk was. Al gauw ging ik een andere droom achterna: werken bij een modetijdschrift. Ik bemoeide me overal mee. Alle spanningen op de werkvloer wilde ik gladstrijken, bij vergaderingen stond ik vooraan. Loslaten? Kon ik niet. Ik kon niet meer relativeren. Op een ochtend wilde ik naar mijn werk gaan, maar toen wist ik niet meer hoe ik de trein moest nemen. Burn-out, zei de dokter. Toen ging ik naar een psycholoog en een haptonoom. Daar besefte ik dat ik dingen deed om de verkeerde redenen. Om mezelf te bewijzen. Maar voor wíé? Het gekke was, dat dat inzichtmoment dus kwam, toen er niets meer van me over was. Ik ging nadenken over het woord ‘niets’ en besefte dat er mooie dingen konden gebeuren als je alles zou loslaten."

Het hele interview lees je in de Grazia die nu in de winkel ligt!

Laatste nieuws