Joëlle: ‘Ik heb minstens 32 halfbroers- en zussen’

Als kind van een donorvader heeft Joëlle één missie: al haar halfbroers en -zussen ontmoeten.

Als kind van een donorvader heeft Joëlle één missie: al haar halfbroers en -zussen ontmoeten.

Nieuwsgierig

“Sinds ik me kan herinneren, weet ik dat ik het kind ben van een donor. Als klein meisje was ik al heel nieuwsgierig, die eigenschap heb ik van mijn biologische moeder. Mijn leraar op school zei altijd: ‘Joëlle heeft weer haar koffertje met vragen bij zich’. Vanaf mijn achtste schreef ik gedichten en brieven aan mijn donorvader om mijn gedachten kwijt te kunnen. Uren struinde ik het internet af om aan meer informatie te komen over mijn rechten als donorkind. Het was niet zo dat ik een vaderfiguur miste, ik wist immers niet wat dat was. Wat me bezighield, was de vraag waar ik vandaan kom. Het enige wat ik wist, was de aanduiding van de donor: E19.”

Karakter

“Toen mijn twee moeders twintig jaar geleden met hun kinderwens naar de kliniek gingen, kozen ze voor een B-donor. Het kind kan dan later de gegevens van de vader opvragen, een A-donor is anoniem. Mijn moeders vonden het belangrijk dat ik op zoek kon gaan naar mijn afkomst. Bij de wet is het zo geregeld dat je vanaf je zestiende aan Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting kunt laten weten dat je openstaat voor een ontmoeting. Vanaf mijn vroegste pubertijd wachtte ik daar al op. Ondertussen droomde ik er mijn hele leven van een broer te hebben. Als oudste kind in ons gezin vol vrouwen leek me dat heel tof. Op tv keek ik het programma Wie is Mijn Vader, waarin donorkinderen hun halfzussen en -broers ontmoeten. Ik fantaseerde erover hoe zoiets bij mij en mijn zusje zou gaan.

Mijn moeders zeiden dat ik dit uit mijn hoofd kon zetten. In de kliniek maken ze op basis van profiellijsten en foto’s van de wensouders en potentiële donors een bepaalde match, zodat het kind op beide ouders gaat lijken. Mijn moeders was verteld dat donor E19 speciaal voor hen was geselecteerd. Ze waren daarmee in de veronderstelling dat het zaad alleen voor mij en mijn drie jaar jongere zusje was gebruikt. Toch had ik altijd sterk het gevoel dat ik meerdere halfbroers en -zussen moest hebben. Daarom besloot ik een paar maanden voor mijn zestiende verjaardag al bij de kliniek te informeren hoe het zat.

Onder schooltijd keek ik stiekem op mijn telefoon. Er was bericht van het AMC ziekenhuis: met het zaad van donor E19 waren er negentien zwangerschappen tot stand gekomen. In shock zat ik in de klas, de telefoon nog in mijn hand. Als er negentien zwangerschappen waren geweest, en mijn zusje en ik waren daar twee van, dan had ik zeventien halfbroers en -zussen.”

Frustrerend

“Het liefst zou ik ze allemaal direct hebben ontmoet, zo nieuwsgierig was ik. Maar ik moest van de wet dus nog maanden geduld hebben om aan te geven dat ik contact wilde. Dat was erg frustrerend. Soms kon ik er niet van slapen, zoveel hield het me bezig. Tot er opeens iets gebeurde waarvan ik alleen maar kon dromen. Omdat ik zo snel mogelijk contact wilde met mogelijke andere donorkinderen, begon ik een blog. Zodat eventuele broers en zussen mij via internet konden vinden. Via die blog meldden zich twee jongens, die mijn halfbroers bleken te zijn. Hun moeder had mij gevonden door te googelen op ‘donor E19’. Toen ik las dat ze openstonden voor contact, huilde ik van vreugde. We spraken af diezelfde avond te skypen. Dat was in het begin awkward, maar tegelijk vertrouwd, een rare combinatie van gevoelens. Na Oud en Nieuw zochten mijn zusje en moeders elkaar op bij hen thuis. Urenlang praatten we over onze levens. Dat was geweldig.”

Onmogelijk

“Kort daarna, op mijn zestiende, ontmoette ik mijn donorvader. Ik zag al vroeg in dat je niet te veel verwachtingen moet hebben. Via de donorkind-communitygroep op Facebook kende ik de verhalen van kinderen wiens donor een rare kwast bleek te zijn, of iemand met wie het niet klikt. Maar mijn donorvader stond open voor al mijn vragen. Ik vond het leuk om te merken dat we allebei van schrijven en lezen houden. Tijdens deze eerste ontmoeting bleek mijn gevoel opnieuw juist: mijn donorvader vertelde dat hij, behalve als zaaddonor voor de kliniek, ook nog eens dertien kinderen had verwekt via een wensmoederwebsite! Hoewel hij zelf geen gezin wilde, besloot hij wel andere gezinnen te helpen. Hij wist natuurlijk niet hoe het zou zijn om zo veel kinderen te krijgen, maar hij is wel bewust B-donor geworden. Plotseling was mijn familie dus uitgebreid met 32 broers en zussen. En dit is nog maar een schatting. Ik zeg altijd: we zijn met minstens 32. Via het AMC werden vroeger namelijk alleen de zwangerschappen geregistreerd, niet de uitkomsten. Er kunnen dus meerlingen tussen zitten, of niet-voldragen zwangerschappen. Dat had ik mij nooit kunnen voorstellen. Mijn hele jeugd had dit onmogelijk geleken.”

De rest van het verhaal lees je in de nieuwe Grazia Kids die nu in de winkel ligt.

Tekst: Vanessa Oostijnen Beeld: iStock

Laatste nieuws