Had ik maar… mijn biologische ouders niet gezocht

‘Het was duidelijk: ik was nog steeds ongewenst’

Iedere week deelt een Grazia lezer(es) zijn of haar grootste regret. Naam: Annabel (33) Relatie: Getrouwd Beroep: Docent scheikunde

Prinses

"Als kind vond ik het geweldig om geadopteerd te zijn. Spannend, geheimzinnig. Ook mijn klasgenoten vonden het interessant. Hun vertelde ik verhalen dat ik een Indiase prinses was. Ik was ontvoerd door boeven en die hadden mij verkocht. Later, later als ik groot zou zijn, dan zou ik teruggaan, mijn familie zoeken en een kroontje krijgen. Ik geloofde er zelf ook in en vond het heerlijk om mijn fantasie zo te laten gaan. Mijn ouders, schatten van mensen, probeerden mijn kinderlijke dromen wat af te remmen. Er was immers niets bekend over mijn biologische ouders, of waarom ik ter adoptie was aanboden. Maar als ik dan beteuterd keek, gaven ze toe ze dat mijn verhaal niet uitgesloten was. En hoe het ook zat: ik was hún prinses."

Therapie

"In mijn puberteit begon het te knagen. Ik realiseerde me dat ik gewoon was weggedaan. Misschien omdat mijn biologische moeder arm was, of omdat ze niet gehuwd was. Maar hoe dan ook: ik was niet welkom geweest. En dat deed pijn. In welke bochten mijn ouders zich ook wrongen om me te laten inzien dat ik bij hen wél welkom was, ze konden het holle, lege gevoel bij mij niet oplossen. Ik zocht bevestiging bij jongens, dook veel te makkelijk bij ze in bed. Zo jammer, want ze vonden me toch wel leuk, ik was een mooie, populaire meid. Maar ik snakte naar aandacht, en dat was nooit genoeg. Rond mijn negentiende ben ik ervoor in therapie geweest. Dat hielp. Ik ontdekte wat ik wel had, en wel kon – en dat was gelukkig een heleboel."

Wat had ik te verliezen

"Ik ging studeren, had een toptijd. Daarna vond ik een leuke baan en een leuke man. Ik had mijn leven helemaal op orde. Tot ik besloot mijn ouders in India te gaan zoeken. Sinds mijn puberteit had ik dat nooit meer gewild. Zij hadden mij afgedankt, waarom zou ik moeite doen om contact te leggen? Dat hadden ze helemaal niet verdiend! Maar toen ik dertig werd, vond ik dat toch kortzichtig. Ik was inmiddels zelf moeder en had ontdekt hoeveel gevoelens dat losmaakte. Een kind krijgen is zó groot. Het kon gewoon niet anders of mijn komst had ooit, ver weg, in een situatie die ik niet kende, een aardverschuiving betekend. Het móést overmacht zijn dat ik was afgestaan. Wie weet hoe vaak mijn biologische ouders nog aan mij dachten. Maar zij waren ongetwijfeld niet in staat om mij te zoeken. Dan lag die taak dus bij mij. En wat had ik te verliezen?"

Eigenwaarde

"Nou, mijn eigenwaarde, weet ik nu. Want het is op zo’n teleurstelling uitgelopen dat ik dat nog niet kan verwerken. Hen opsporen bleek veel minder moeilijk dan verwacht. Via internet nam ik contact op met het weeshuis waar ik ooit was achtergelaten en tot mijn grote verbazing leek het erop dat ze mij verder zouden kunnen helpen. Toen ik het mijn man vertelde, keken we elkaar aan en zeiden: ‘We gaan erheen.’ Hij was net zo enthousiast als ik. Mijn adoptieouders steunden me en wilden met alle liefde op onze dochter passen. Anderhalve maand later stapten we op het vliegtuig naar New Delhi. De aankomst daar was geweldig. Hoewel de cultuurshock gigantisch was, had ik ook een gevoel van thuiskomen. Al die mensen met dezelfde bruine ogen als ik, dezelfde gelaatstrekken. Ik moest ervan huilen, besefte duidelijk dat ik me toch altijd een buitenstaander had gevoeld in Nederland. Bij het kindertehuis kregen we een naam door, en na twee dagen grondig speuren en doorvragen, stond ik voor het huis waar mijn moeder zou wonen. Natuurlijk wist ik dat het tegen kon vallen, maar onbewust speelden er toch Spoorloos-beelden door mijn hoofd. En zag ik voor me hoe we elkaar snikkend in de armen zouden vallen. Hoe ik in haar blik herkenning zou lezen, acceptatie, en opnieuw dat gevoel van thuiskomen. Niet dus. Allesbehalve."

Vergissing

"Het kleine vrouwtje dat voor me stond was heel afwerend, boos bijna, en ontkende alles. Dit was een vergissing, zij had nooit een kind afstaan, hoe kwamen we erbij? Tot haar zus, die er ook was, inbrak en zei: ‘Zeg nou toch de waarheid!’ Dit alles ging via een tolk, die het ook een pijnlijke situatie vond. Mijn biologische moeder snauwde iets, en liep weg. Haar zus, mijn tante dus, verontschuldigde zich, en zij vertelde het verhaal. Mijn moeder was op haar vijftiende zwanger geraakt. Ze ontdekte dat pas na zes maanden. De vader liet haar meteen in de steek en zelf wilde ze mij ook absoluut niet. Haar familie wilde mij wel opvangen, maar mijn moeder heeft me na twee dagen weggebracht toen iedereen sliep. Ze wilde me zo snel mogelijk vergeten en had geweigerd ooit nog over mij te praten. Nog een week zijn we in de buurt gebleven. Mijn tante zou proberen mijn moeder over te halen contact met mij te zoeken, maar het bleef stil. Het was duidelijk: ik was nog steeds ongewenst en mijn moeder had nul interesse in mij. Alsof er een gapend gat in mijn hart zat ben ik vertrokken. En dat zit er nog steeds, ondanks alle troost en liefde die ik in Nederland heb gekregen. Ik voel me overbodig, vernederd, depressief. Ik zal dit te boven komen, dat móét gewoon, zeker voor mijn kind. Maar ik weet absoluut nog niet hoe."

Laatste nieuws