De oppositie: ‘Rasdieren kopen is egoïstisch’

De oppositie

Mensen die rashonden en -katten kopen, houden dierenleed in stand, vindt Anna Krijger, journalist en vrijwilliger in een asiel.

"Schattig hè, die mopshondjes met hun platte neusjes. Ze zijn heel populair op dit moment, in Amsterdam werd er eerder dit jaar zelfs tijdelijk, drie dagen lang, een ‘mopshondjescafé’ geopend. Maar wat heel zielig is, is dat mopshondjes nogal moeilijk ademen. Dat komt door hun stompe schedel en te kleine snuit. Begin dit jaar werden ze in een artikel in De Volkskrant nog als ‘ramphond’ omschreven. Ze hebben vaak ontstekingen aan hun lippen, kop en staart, wat komt door al die huidplooien. Ze hebben weinig uithoudingsvermogen en slapen slecht. Ze kunnen trouwens ook niet normaal bevallen, maar moeten worden geholpen met een keizersnede. En dat allemaal omdat wij zo graag willen dat ze er zo grappig uitzien."

Broodfokkers

"Kun je dan beter een rashond of -kat uitzoeken met zo min mogelijk erfelijke afwijkingen? Wat mij betreft moet je dat ook niet willen. De dierenfokkerij is hoe dan ook een bron van leed. Een fokker wil natuurlijk, net als ondernemers in andere branches, zo veel mogelijk winst behalen tegen zo min mogelijk kosten. De prijs hiervoor wordt betaald door de ‘fokteef’, zoals dat in het geval van de hondenfokkerij heet. Zij moet zo snel en zo veel mogelijk puppy’s baren. Aan de lopende band komen er misstanden aan het licht bij deze ‘broodfokkers’: de hokken zijn smerig, de moeders mankeren van alles, ze krijgen niet de juiste medische verzorging, of de puppy’s worden al vanaf vier (!) weken te koop aangeboden, terwijl dat pas vanaf acht weken verantwoord is. En als je op Marktplaats ziet dat je droompup uit Oost-Europa komt, moeten de alarmbellen al helemaal gaan rinkelen: daar is geen enkel toezicht op de broodfok. Natuurlijk zijn er ook genoeg fokkers in Nederland die zich netjes aan alle regels houden, maar waar geld moet worden verdiend, heeft het welzijn van de moederhonden meestal niet de prioriteit. Door een dergelijke rashond te kopen, houd je het dierenleed in stand. Ik begrijp niet hoe je het uiterlijk van je hond zo veel belangrijker kan vinden dan zijn of haar gezondheid. Wil je echt per se een mopshondje, ook als je weet dat hij elke minuut van zijn leven problemen heeft met ademhalen? Maar voorstanders van de aanschaf van rashonden en -katten beweren dat deze dieren vanwege hun veronderstelde schoonheid en de kosten voor de aanschaf, een hogere status hebben dan een ‘vuilnisbakje’. En dus dat ze beter zijn. Dan kun je misschien beter sparen voor een nieuwe auto. De zorg voor een levend wezentje met gevoel is denk ik te moeilijk voor deze mensen. Natuurlijk kan ik me wel goed voorstellen dat een oudere dame liever een klein hondje, een mopshondje bijvoorbeeld, aanschaft dan een grote hond die haar omvertrekt. In dat geval, en eigenlijk in elk ander geval, raad ik mensen aan om langs te gaan bij een asiel. Daar zitten allerlei honden – groot, klein, pup, oudere honden – van allerlei mixen en rassen. De dierenverzorgers kennen de honden goed en kunnen inschatten of hun karakter bij jouw wensen past – en andersom. Zelf ben ik naast mijn werk als journalist ook vrijwilliger in een asiel. Soms komen dieren daar terecht omdat hun eigenaar ernstig ziek wordt of er geen tijd meer voor heeft, soms omdat het dier in beslag genomen is wegens verwaarlozing of mishandeling. Deze dieren hebben allemaal één ding gemeen: ze verlangen naar een nieuw thuis. Waarom zou je een nieuw dier laten fokken terwijl er zo veel honden en katten in een asiel zitten?"

Verwaarlozing

"Zelf heb ik acht huisdieren: drie honden, drie katten en twee konijnen. Allemaal van de straat of uit het asiel. Twee van mijn honden, echte vuilnisbakjes, komen van de Westelijke Jordaanoever in Palestina, waar ik een tijd heb gewoond en gewerkt. Daar worden honden opgejaagd, mishandeld en doodgeschoten. Mijn derde hond, Fieps, is een echte chihuahua, maar ze komt natuurlijk niet bij een fokker vandaan. Ze kwam in het asiel terecht nadat ze door de politie was weggehaald bij haar eigenaar, die haar zwaar verwaarloosde. Een van haar poten moest vanwege een onbehandelde en geïnfecteerde wond worden geamputeerd. Een van mijn katten, Kikker, vond ik in een steegje in Jeruzalem. Hij was toen een paar weken oud en had geen ogen. Ik nam hem mee naar huis en toen ik uiteindelijk weer naar Nederland terugging nam ik hem, net als de twee honden, ook mee. Inmiddels is het een dikke rode kater die een tevreden leven leidt. Ik gun het iedere hond en kat om een zo gezond en lang mogelijk leven te leiden bij een eigenaar die het welzijn van het dier belangrijker vindt dan zijn uiterlijk. Als je een rashond of -kat koopt, ben je toch medeverantwoordelijk voor een industrie waarin het welzijn van een dier ondergeschikt is aan zijn uiterlijke kenmerken en de portemonnee van de fokker. Als het aan mij zou liggen, dan zou die industrie morgen niet meer bestaan."

Tekst: Anna Krijger Beeld: iStock

Laatste nieuws