De oppositie: ‘Flexitariërs zijn huichelaars’

Eigenlijk zijn het doodleuk huichelaars, vindt journalist Lydia van der Weide. 

Flexitariërs vinden dat ze goed bezig zijn. Maar eigenlijk zijn het doodleuk huichelaars, vindt journalist Lydia van der Weide.

Huichelaar

“Beste flexitariër, wat fijn dat je de moeite neemt om dit stuk te lezen, dat nu niet echt vriendelijk begint. Denk je iets goeds te doen voor de wereld, krijg je ‘huichelaar’ naar je hoofd. Waar heb je dat nou aan verdiend? Laat me als eerste dit zeggen: vrees niet dat ik mijzelf beter vind dan jij."

"Tot voor kort was ik zelf een schandalig flexibele flexitariër en ik besef heus wel dat ik mijzelf – nog maar sinds 1 januari van het vlees af, en nog wel een viseter – geen hardcore vegetariër mag noemen. Bovendien valt het me ook nog eens zwaar en kom ik regelmatig in de verleiding om ‘nooit meer vlees’ te veranderen in ‘een jaar geen vlees’. Dus misschien schrijf ik dit stuk nog wel meer voor mezelf dan voor jou.”

Sociaal wenselijk

“Maar luister, we kunnen er niet omheen. Hoe hip de benaming ‘flexitariër’ ook is en hoeveel mensen zichzelf ook met trots zo noemen, met ons win je de oorlog niet. Dat vlees-flexen heeft namelijk amper effect. Het gemiddelde vleesverbruik in Nederland is vergeleken met 2005 nagenoeg niet gedaald. We schuiven nog altijd gemiddeld 76 kilo vlees per jaar naar binnen. Terwijl in een onderzoek dat het Nederlandse marktonderzoeksbedrijf DVJ Insights uitvoerde in opdracht van RTL Nieuws maar liefst 54 procent van de mensen aangaf geregeld géén vlees te eten."

"Hoe kan het dan toch dat die giga hoeveelheid niet gedaald is? Consumptiesocioloog Hans Dagevos legde in een krantenartikel uit dat de intentie er bij veel mensen weliswaar is, maar dat zéggen dat je minder vlees eet tegenwoordig ook wel een erg aantrekkelijk, ‘sociaal wenselijk’ antwoord is. In de praktijk blijkt minder vlees eten (en daar vervanging voor zoeken) voor een hoop mensen toch te duur en te ingewikkeld. Bovendien zijn veel flexitariërs gevoelig voor compensatie. Eten ze een dag geen vlees, dan storten ze zich er de dagen erna extra op, vaak niet eens bewust. Want al doen ze graag goed, ze vinden ook dat ze iets opgeven en staan zichzelf dan ook graag weer oogluikend ‘iets slechts’ toe. De groep mensen die écht weinig of geen vlees eet, is nog altijd erg klein.”

Hele opgave

“Oké. Het gewenste effect – een flinke daling van de consumptie van vlees – wordt dus niet behaald, ondanks alle goedwillende flexitariërs. Maar vooral hun (en tot voor kort dus ook míjn) reden om minder vlees te eten, is huichelachtig. De mensen die het puur en alleen voor hun eigen gezondheid doen, zijn er weinig. Terwijl dát de enige reden is die echt hout snijdt."

"Elke dag (rood) vlees eten, is simpelweg niet gezond, zeker niet in de hoeveelheden waarin de meeste vleeseters dat doen. Je hebt meer kans op een beroerte, diabetes type 2 en kanker. Maar de meeste flexitariërs zeggen minder vlees te eten voor het milieu. Dat het daar slecht voor is, zal ik niet ontkennen."

Leefbare wereld

"Om in 2050 misschien nog een beetje een leefbare wereld te hebben, moeten we meer plantaardige voeding gaan eten – naast de triljoen andere dingen die we moeten doen en vooral laten. Natuurlijk is het mooi als je een hamburger laat staan omdat je het een beetje zonde vindt van de 2500 (!) liter water die ervoor nodig is om ’m te produceren. Maar een beetje krom is het wel dat je dan de volgende dag denkt: ach, nou ja, laat maar vandaag, na mij de zondvloed."

"Bovendien bedoelen we met de woorden ‘een beetje een leefbare wereld’ natuurlijk een leefbare wereld voor ons mensen. En, o ja, vooruit, voor ‘de wilde dieren’, die moeten ook niet uitsterven natuurlijk. Maar hela, vergeten we niet iets? Hoe zit het met alle dieren die wij opeten? En hoe we ze behandelen? In mijn ogen raakt dat thema ondergesneeuwd door de hele klimaatdiscussie. Een beetje jammer, want daar ligt nu juist de essentie."

"Mijn vriend had het erover bij onze vierde date, drie jaar geleden. ‘Ik vraag me af hoe ze over honderd jaar op onze beschaving terugkijken’, zei hij. ‘Het zou mij niet verbazen als ze deze periode zien als de Derde Wereldoorlog. Niet tegen mensen, maar tegen dieren.’ Op dat moment werd ik verliefd. Want dergelijke gedachten sluimerden bij mij al heel lang. Dit was mijn soulmate, eindelijk."

"Of ik toen ook direct stopte met vlees eten? Nou eh… nee. Want dat bleek toch wel een hele opgave. En hé, als ik het nou maar alleen ‘af en toe’ at, dan was er in elk geval minder dierenleed. Toch? Nee, die redenering slaat nergens op. Als je bijvoorbeeld tegen discriminatie bent, zeg je toch ook niet: ‘Ja, ik ben de hele week tegen, maar op zondag kijk ik wel even de andere kant op?'"

Niet halfslachtig

“Tot ik eind vorig jaar het artikel las van Rutger Bregman van De Correspondent: Hierdoor werd ik in één klap vegetariër (en jij misschien ook). Toen ging ik om. In zijn stuk gaat hij onder meer in op de omvang van onze vleesindustrie. Elk jaar worden er 65 miljard kippen, koeien, schapen en varkens in Nederland opgegeten. In de 50.000 jaar dat de mensheid bestaat, hebben er in totaal zo’n 110.000 miljard mensen geleefd. In slechts twee jaar tijd eten wij dus net zo veel dieren op als er ooit mensen zijn geweest."

"Die dieren zitten in kleine hokken, worden snel bij hun moeder weggehaald, gecastreerd en volgepropt met eten, antibiotica en hormonen. Daarnaast vertelt hij hoe slim al deze dieren zijn: kippen kunnen tellen, koeien maken makkelijk vrienden, schapen hebben een uitstekend geheugen. Bregman refereert ook aan de tijd van de slavernij; iets waar we nu met verbazing op terugkijken. Hij zegt: ‘Het werd allemaal mogelijk gemaakt door onverschilligheid. Onze voorouders negeerden de behoeften, de emoties en het leed van de mensen die ze verhandelden. Dat is een constante in de geschiedenis – of het nu over de slavernij gaat of de moderne kledingindustrie. We zien het immense leed dat we aanrichten gewoon niet.’ Het klópt gewoon niet. Ik weiger nog langer mee te doen met die huichelachtige trend van ‘de hippe, bewuste flexitariër’. Want als we echt iets willen veranderen, kunnen we dat niet halfslachtig doen.”

Tekst: Lydia van de Weide Beeld: iStock

Laatste nieuws