Je leest het ’t eerst op Grazia.nl

Dit is waarom pleasen gevaarlijk kan zijn

Het is het meest voorkomende, maar tegelijkertijd het meest onderbelichte overlevings-mechanisme: fawning, oftewel pleasen. Hoewel het misschien onschuldig lijkt, kan langdurig pleasen ernstige gevolgen hebben. ‘Veel mensen doen het zonder dat ze het doorhebben.’

pleasen

Een pleaser in hart en nieren

Mijn agenda is overvol. De een na de andere deadline nadert. Maar wanneer een opdrachtgever vraagt of ik tijd heb voor een lastminute interview, reageer ik meteen dat ik nog wel een gaatje heb. Achteraf baal ik. Waarom zei ik geen nee? Het is een automatische reactie die ik blijkbaar niet kan stoppen, want dit overkomt me vaker. Laatst nog, na een date. Ik vond hem niet zo leuk, maar stemde toch in met een afzakkertje bij hem thuis. Uit angst om de ander teleur te stellen, terwijl ik zelf het liefst naar huis wilde. Ik ben een pleaser in hart en nieren, waardoor ik mezelf vaak opzij schuif. Wat ik écht wil, durf ik op zo’n moment niet te uiten. “Je moet ook eens leren voor jezelf op te komen”, zeggen vrienden regelmatig. Maar hoe doe je dat als je lichaam automatisch kiest voor pleasen om conflicten uit de weg te gaan?

Overlevingsstrategie

De natuurlijke neiging om anderen tevreden te stellen en problemen uit de weg te gaan door te pleasen, klinkt misschien als een onschuldig trekje. Maar wanneer dit gedrag voortkomt uit angst en ten koste gaat van je eigen behoeften, dan wordt dit binnen de psychologie een overlevingsmechanisme genoemd. Een aangeleerd gedragspatroon dat dient als overlevingsstrategie in bedreigende, stressvolle of uitdagende situaties. We kennen daarin allemaal de fight, flight en freeze-reacties die je kunt hebben als je iets heftigs meemaakt. Maar er is een vierde traumarespons die pas sinds een jaar of tien erkenning krijgt: fawning. Naar het Nederlands vertaalt als vlijen of pleasen.

De Amerikaanse psychotherapeut Pete Walker is de eerste die deze copingtechniek beschrijft. In zijn boek Complex PTSD: From Surviving to Thriving (2013) voegt hij fawning als vierde ‘F’ toe aan de verzameling reacties op trauma. Iemand die volgens hem de fawn-reactie gebruikt, zal proberen conflicten of gevaar te vermijden, de vrede te bewaren en veilig te blijven ten koste van zijn eigen behoeften. Wie fawnt, vecht, vlucht of bevriest dus niet, maar zal automatisch kiezen om het te ondergaan. Auteur, coach en adviseur op het snijvlak van persoonlijke ontwikkeling en systemische verandering, Johanna Nolet, is ook een pleaser.

Het fawn copingmechanisme ontwikkelde bij haar in de kinderjaren. Na jarenlange therapie heeft ze nog steeds weleens moeite met ‘gewoon’ zeggen wat ze wil. Ze schreef er het boek Ik begin geloof ik te bestaan over. “Dit overlevings-mechanisme is een automatische reactie van het zenuwstelsel op een potentieel bedreigende situatie. Het is geen vrijwillige keuze, maar een strategie die helpt te overleven. Dit wordt vaak (onterecht) gezien als vriendelijkheid, behulpzaamheid of empathie. In werkelijkheid gaat het om het onderdrukken van de eigen behoeftes, uit angst voor afwijzing, straf of conflict.”

'Fawning zorgt ervoor dat je constant alert bent'

Niet zo onschuldig

Hoewel pleasen op het eerste gezicht onschuldig lijkt, kan het volgens Nolet op lange termijn ernstige gevolgen hebben. “We denken vaak dat stress alleen problematisch is als het ons uitput, maar het zenuwstelsel werkt anders. Fawning zorgt ervoor dat je constant alert bent op de wensen en behoeften van anderen. Je zenuwstelsel blijft ‘aan’ staan, wat je stresshormonen op een ongezond hoog niveau houdt.” Dit leidt niet alleen tot mentale uitputting, maar ook tot fysieke klachten. Chronische stress heeft een negatieve invloed op het immuunsysteem, het hormonale evenwicht en kan zelfs leiden tot aandoeningen zoals een burn-out, angst- stoornis en/of een depressie.

Iets dat Denise* maar al te goed weet. Haar constante angst om haar baas teleur te stellen, leidde er toe dat ze vorig jaar met een burn-out thuis kwam te zitten. “Op een gegeven moment durfde ik onder werktijd niet meer naar de wc, omdat ik bang was dat ze me dan net op dat moment nodig hadden. En ik wilde altijd paraat staan. Ik bleef ook maar meer werk accepteren, waardoor ik een steeds grotere achterstand creëerde. Ik verloor compleet de controle, tot ik op een dag gewoon niet meer uit bed kwam en dacht, dit kan zo niet langer.” Het is haar arbo-arts die haar voor het eerst wijst op fawning. “Zelf had ik nog nooit van die term gehoord, maar ik herkende mezelf er meteen in. Natuurlijk speelden er nog meer zaken, maar de erkenning dat ik zo handelde vanuit een traumarespons en niet vanuit vrije wil, gaf al veel rust.”

Geen kwestie van durven

Fawning wordt vaak gezien bij personen die een trauma hebben meegemaakt. Het kan, zo stelt Nolet, al in de vroege jeugd ontstaan. “Als je als kind merkt dat je moeder verdrietig wordt als je boos bent, of dat je vader je straft wanneer je een weerwoord geeft, dan leer je dat het veiliger en slimmer is om anderen tevreden te houden.” Fawning kan volgens de auteur ook ontstaan door subtiele boodschappen uit de omgeving. “Vrouwen krijgen van jongs af aan vaak mee dat ze lief, zorgzaam en inschikkelijk moeten zijn. Als je als meisje hoort dat je ‘zo volwassen’ bent omdat je altijd rustig en vriendelijk bent, leer je onbewust dat dit de veiligste manier is om te bestaan.

Die sociale rolpatronen maken dat vrouwen vaker in situaties terechtkomen waarin hun zenuwstelsel pleasen als de veiligste optie ziet.” Dat heeft niet alleen invloed op persoonlijke relaties, maar ook op relaties en kansen op de werkvloer. “Vrouwen worden vaker onderbroken, minder serieus genomen en moeten harder vechten voor spreektijd en promoties. Als jouw omgeving verwacht dat je altijd behulpzaam, bescheiden en vriendelijk bent, is het veel moeilijker om ook eens ‘nee’ te zeggen zonder sociale consequenties.”

Voor Nolet was het doorbreken van fawning een lang proces. “Ik zag mezelf als zwak en dacht dat ik gewoon moest leren beter voor mezelf op te komen. Maar hoe hard ik ook probeerde, het lukte niet. Pas toen ik begreep dat mijn zenuwstelsel aan het roer stond, begon ik het anders te zien. Het was geen kwestie van geen nee ‘durven’ zeggen, maar een automatisch beschermingsmechanisme dat zich jarenlang had ontwikkeld.” Wat haar hielp om met fawning om te gaan, was werken aan belichaming: bewust contact maken met haar lichaam. “Pleasen kan een manier zijn om je eigen gevoelens en grenzen te negeren – je verlaat je eigen lichaam om je volledig te richten op het dienen van de ander. Door bewust te oefenen in aanwezig zijn in je lichaam, merk je sneller wanneer je over je eigen grenzen heen gaat. Ik doe dit door te zingen, omdat dat me helpt mijn aandacht naar mijn lichaam te brengen. Voor anderen kan dit sporten, dansen of ademhalingsoefeningen zijn.”

'Het is prima om een dag later ergens op terug te komen'

Omgaan met fawning

Er zijn geen exacte cijfers over hoeveel mensen specifiek gebruikmaken van de fight, flight, freeze of fawn reacties, omdat dit instinctieve overlevingsmechanismen zijn die bij iedereen kunnen optreden in bedreigende situaties. Door je reactie op bedreigende situaties te analyseren, kun je inschatten wat jouw manier van coping is. Zeg je vaak ‘ja’, wanneer je eigenlijk ‘nee’ wil zeggen, heb je moeite met het uiten van je eigen behoeften of gevoelens, zoek je constant goedkeuring en heb je een sterke neiging om conflicten te vermijden? Dan is de kans groot dat je aan fawning doet.

Het veranderen van een diepgeworteld coping-mechanisme kost tijd. Het is een proces, maar het is zeker mogelijk om gezondere manieren van omgaan met anderen en met jezelf te ontwikkelen. Nolet: “Het begint met jezelf bewust worden van wanneer en waarom je fawning gedrag vertoont. Daarnaast is het belangrijk om niet meteen te verwachten dat je alles in één keer kunt veranderen. Geef jezelf tijd.” En misschien wel de belangrijkste verandering? “Normaliseer dat je niet altijd in het moment je grens hoeft aan te geven. Alsof je op dat moment moet weten wat je wilt en anders geen recht hebt om later terug te komen op een beslissing. Het is prima om een dag later te bedenken dat iets niet goed voelde en er dan alsnog op terug te komen.”

Out & About
  • Adobe Stock