/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F02%2F9rECxroLqQGpbR1739795204.jpg)
“Als kind had ik al een fascinatie voor de dood. Misschien omdat ik in een landelijke omgeving opgroeide waar ik vaak dode dieren langs de weg of in de natuur zag liggen. Wat ik mooi vond, was dat de natuur zo’n dood dier zelf opruimde. Als jong meisje was ik me zodoende al erg bewust van de cyclus van het leven en de dood. Het was dus achteraf gezien niet meer dan logisch dan dat ik er acht jaar geleden als uitvaartondernemer uiteindelijk mijn werk van maakte."
"De eerste uitvaart die ik na mijn opleiding tot uitvaartbegeleider organiseerde, was die van een oudere vrouw. Hoewel ik nog nooit met een overleden persoon gewerkt had, voelde het heel natuurlijk om haar te verzorgen en op te baren in haar kist. Uiteindelijk werd het een mooie crematie. Niet veel later volgde een uitvaart van een overleden jongeman. Samen met zijn dierbaren organiseerde ik een prachtig afscheid op vier verschillende locaties die voor hem veel betekenden. Er kwam duizend man op af en het afscheid eindigde in een club. Iets wat goed paste bij de jongen."
Eigen manier
“In mijn werk vind ik het heel belangrijk om nabestaanden controle over een uitvaart te geven. Veel uitvaartondernemingen vinden bij het regelen van een afscheid een hele checklist af. Je kunt bijvoorbeeld kiezen uit een aantal kisten, verschillende begraafplaatsen of crematoria en wel of geen koffie en een plak cake achteraf. Maar waarom eigenlijk? Is het niet veel waardevoller om een afscheid te organiseren dat echt bij de overledene past? Ik vind van wel. Daarom neem ik uitgebreid de tijd om me in mensen te verdiepen. Door verhalen van dierbaren ontdek ik samen met nabestaanden vaak mooie dingen waar we voort op kunnen borduren."
"Zo hoor ik vaak dat mensen ontzettend van de natuur houden. Ik vertel nabestaanden dan over natuurlijke materialen en milieuvriendelijke mogelijkheden, zoals de optie van een natuurbegraafplaats. Dit is een plek waar je midden in de natuur en zonder grafsteen wordt begraven. Sommige mensen kiezen hiervoor, omdat ze zo weer onderdeel van de natuur worden. Of omdat ze graag op een milieuvriendelijke manier begraven willen worden."
"Ik doe mijn werk graag op mijn eigen manier. Het liefst ook zo milieuvriendelijk mogelijk, want een mand van wilgentenen of een eenvoudige draagbaar is vaak net zo mooi en veel duurzamer dan een standaard houten kist. Ook iemand in een doek wikkelen, is een optie, maar dat moet natuurlijk maar net bij je passen. Er is niks mis mee als je voor een uitvaart kiest zoals die het meest wordt gedaan, maar ik vind wel dat je als nabestaande in elk geval de mogelijkheden moet weten.”
Levensles
“Omdat ik me erg verdiep in de overledenen en hun nabestaanden, organiseer ik bewust maximaal twee uitvaarten per maand. Daarnaast geef ik lezingen over hoe ik naar de dood en afscheidsmogelijkheden kijk. Ook leid ik andere mensen op tot uitvaartbegeleiders. Wat ik graag aan hen meegeef, is dat er altijd iets met bepaalde uitvaartwensen gedaan kan worden, zolang je maar een beetje creatief bent. Het mooiste aan mijn werk vind ik de tweedehands levenservaringen die ik opdoe. Vooral de levensverhalen van oudere personen raken mij vaak, omdat ze net als iedereen bepaalde dingen in hun leven hebben meegemaakt. Wat ik vaak hoor? Dat overledenen zich liever geen slag in de rondte hadden willen werken. Daar werden ze niet gelukkig van, want hierdoor ‘vergaten’ ze echt te leven. Deze levensles neem ik zelf maar wat graag mee. Door mijn werk weet ik hoe kostbaar het leven is. Daarom wil ik ten volste leven. Mijn werktelefoon staat altijd aan, maar als het niet uitkomt, zeg ik dat eerlijk. Dan verwijs ik iemand met liefde door naar een goede collega, want uiteindelijk is mijn privéleven voor mij het allerbelangrijkst. Precies zoals ik dat door mijn werk geleerd heb.”
De dood is mijn brood
In de nieuwste Grazia lees je ook de verhalen van Angela en Peggy, die ook een baan rondom de dood hebben. Op hun eigen manier zetten zij zich in voor overledenen en hun nabestaanden. Nu in de winkel en te bestellen op tijdschrift.land.
- Tekst: Renée Brouwer
- Nina Slagmolen