Anna* (33) heeft al zo lang ze zich kan heugen dubbele gevoelens tegenover haar moeder. “Niet dat ik me daar bewust van was toen ik echt klein was. Toen wilde ik vooral heel graag haar goedkeuring. Als kind van zes spaarde ik het zakgeld dat ze me gaf op om er cadeautjes voor haar van te kopen. ‘Je bent echt een godsgeschenk’, zei ze op dat soort momenten. Ik ontplofte bijna van geluk, maar nog geen vijf minuten later volgde er een opmerking die veel langer bleef hangen. Meestal in de trant van: ‘Maar het is jammer dat je nog geen smaak hebt.’ Dat ging dan over een vaasje van de bloemenzaak verderop.” Een paar jaar nadat Anna op zichzelf was gaan wonen, viel het kwartje pas: zulk gedrag is niet normaal. “Ze doet het nu nog steeds. En dus ben ik iedere keer zenuwachtig als mijn moeder langskomt: wat zal ze nu weer zeggen? Welke opmerking moet ik nu weer weglachen als een boer met kiespijn?”
Zo moeder, zo dochter
Een gezonde relatie onderhouden met je ouders als je zelf volwassen bent: dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want hoe verander je die relatie als die al decennialang hetzelfde is? Kun je op een gezonde manier je grenzen aangeven en hoe zorg je ervoor dat je ouders die ook respecteren?
Allereerst een kleine troost: veel mensen hebben een ingewikkelde relatie met (een van) hun ouders, zo blijkt bijvoorbeeld uit een artikel in Psychologie Magazine van de bekende familietherapeut Else-Marie van den Eerenbeemt. “In de ogen van mijn moeder doe ik niets goed, het moet verplicht op haar manier. Ik huil regelmatig als ik bij haar op bezoek ben geweest”, schreef een lezeres haar. Daarop reageert Van den Eerenbeemt: “Meestal zijn het vrouwen die moeite hebben met hun moeder: moeders en dochters spiegelen zich aan elkaar (...). Daarom zijn de levensopdrachten en boodschappen die ze aan haar dochter geeft, groter dan die voor haar zoon.”
Overigens blijkt uit de literatuur dat ook vaders en zonen het niet makkelijk hebben onderling: hoewel hun relatie doorgaans minder emotioneel is, is die wel vaker gericht op autonomie en prestatie - met alle mogelijke problematiek vandien. Van den Eerenbeemt vervolgt met het feit dat dochters op hun beurt altijd gevoelig blijven voor alles wat hun moeder doet en zegt; ze willen goedkeuring en erkenning krijgen. Maar hoe ga je nu op een volwassen manier daarmee om? Vooral als je het gevoel hebt dat die goedkeuring vaak uitblijft.
Gehecht of onthecht?
Nogal grote vragen. Om die te beantwoorden is het handig om eerst te onderzoeken hoe de relatie tussen ouder en kind werkt. Dat heeft voor een groot deel te maken met de gehechtheidsstijl van jullie allebei, zegt psycholoog Heleen Koppejan. Zij helpt gezinnen, ouders en kinderen al jarenlang met elkaar om te gaan na een scheiding en specialiseerde zich op het gebied van parental alienation, ook wel ouderverstoting genoemd – zelf gebruikt ze graag de door haar bedachte term ‘ouderonthechting’. Er bestaan verschillende gehechtheidsstijlen, vertelt Koppejan. “Ongeveer vijftig procent van de mensen heeft een veilige stijl. Dit betekent dat zij voldoende vertrouwen hebben in zichzelf om hun leven te organiseren en problemen op te lossen, maar ook om zich op een gezonde manier te verbinden met anderen.”
De andere helft van de mensen heeft geen veilige gehechtheidsstijl, vaak het gevolg van jeugdtrauma’s. Koppejan: “Dit kan zich op verschillende manieren manifesteren. Bijvoorbeeld door een te sterke focus op autonomie, waarbij je als kind hebt geleerd alles zelf te doen en weinig tot niets van anderen te verwachten.” De gehechtheidsstijl van je ouder en die van jou bepaalt dus voor een groot deel hoe jullie je tot elkaar verhouden, legt Koppejan uit. “Als een ouder zelf niet veilig gehecht is, kan hij of zij zich minder goed empathisch verbinden met het eigen kind.”
De sleutel tot verandering
Lastig, want zeker als je zelf nog kind bent, heb je weinig mogelijkheden om met een ouder om te gaan die iets vervelends of moeilijks tegen je zegt. Koppejan: “Als volwassene is dat gelukkig anders. Je hebt dan meer levenservaring, kennis en kunde en kunt je volwassen-ik de controle over je leven laten nemen in plaats van je kind-ik.”
Koppejan neemt ons mee naar haar praktijk, waar ze vaak volwassenen ziet die als kind bij een echtscheiding de moeilijke keuze moesten maken tussen hun ouders. ‘Ik had bijvoorbeeld een cliënt die voor zijn moeder koos’, vertelt ze. ‘Hij verhield zich als volwassen man tot haar op een voor hem problematische manier. Steeds weer voelde hij zich een kind als hij bij zijn moeder was. Ik vroeg hem zichzelf te vragen: als ik dit of dat gedrag nu vertoon bij mijn moeder, hoe oud was ik toen ik dit eerder deed om me beter te voelen bij hem?’ Misschien zit precies daar wel de pijnlijke crux: bij het feit dat jij de controle kunt nemen over je eigen reactie, je eigen gedrag, maar dat je die controle niet hebt over je ouders.
Koppejan: “In therapie zeg ik voortdurend tegen cliënten: ‘Wat kun jij anders doen?’ Een van mijn cliënten reageerde boos en schreeuwde: ‘Hij moet veranderen, niet ik!’ Maar dat heb je niet in de hand.” Zelfs als je ouder zich op precies dezelfde manier blijft gedragen helpt het als jij je eigen gedrag wel verandert. Koppejan: “Dat hoor ik vaak, dat ouders in de ogen van hun kinderen te hard, afkeurend en afwijzend blijven en hun kind steevast het gevoel geven niet goed genoeg te zijn. Je ‘ik’ is dan meer bevredigd omdat je afstand neemt van wat je ouders tegen je zeggen”, aldus Koppejan. “Je bent je dan bewust van je eigen volwassen rol en kunt zelf dus beter met de situatie omgaan, ook als de ander dat niet kan.”
Puzzelstukjes
Wat vervolgens helpt, is je verdiepen in je ouder en beseffen dat je ouders bestaan uit heel veel puzzelstukjes. “Sommige stukjes kunnen gebroken zijn”, zegt Koppejan. Ze refereert opnieuw aan de gehechtheidsstijlen: als je weet dat jouw moeder zelf een emotioneel onveilige jeugd heeft gehad, kun je wellicht beter begrijpen waarom ze zich soms zo afreageert op jou. Dat betekent niet dat je het keer op keer maar over je heen moet laten komen als je moeder bij haar volgende bezoek fijntjes opmerkt of je nou nog steeds geen promotie hebt gemaakt.
Een effectieve strategie om in te zetten bij zo’n vervelende opmerking is de ‘ik-boodschap’. Dat is een manier om je gevoelens te uiten zonder dat dit direct leidt tot conflict. ‘Begin de zin met ‘ik’,’ legt Koppejan uit. “Bijvoorbeeld: ‘Ik voel me verdrietig als je denigrerend praat over mijn baan.’ Dit is veel effectiever dan te zeggen: ‘Jij doet altijd zo denigrerend over mijn baan.’ Gaat dat nu bij je moeder het ene oor in en het andere weer uit? Blijven jullie keer op keer in dezelfde vervelende dynamiek vervallen en gaat het onder je huid zitten? Dan heb je twee keuzes. Koppejan: “Ofwel je accepteert wat er gebeurt en probeert om het niet meer binnen te laten komen, door je zelf volwassen te gedragen. Dit kan vooral belangrijk zijn als je nog steeds waarde hecht aan de relatie met je ouder.”
De tweede optie is om de relatie met je ouder opnieuw te evalueren. “Als je tot de conclusie komt dat die te ingewikkeld of te belastend voor je is, kun je dat als volgt uiten naar je vader of moeder: ‘Ik vind het rot dat je dit blijft doen, en ik merk dat ik hierdoor aan het einde van mijn mogelijkheden kom om onze relatie te verbeteren. Wat kun jij hieraan doen?’ Op deze manier geef je je ouder de kans om iets te veranderen. Als hij of zij dan opnieuw reageert met een kwetsende opmerking, zoals: ‘Daar ben jij weer met je gevoeligheden’, dan kun je een grens trekken. Bijvoorbeeld dat je minder contact wilt of dat je besluit het contact helemaal te verbreken. “Je maakt een keuze uit zelfbescherming, om een gezond evenwicht te bewaren in je relaties.”
Toxische relaties
Wanneer zo’n evenwicht gezond is en wanneer niet, kan een ander niet voor je bepalen. Wel zijn er aanwijzingen die je kunnen helpen bepalen of de relatie met je ouder toxisch is, zegt Koppejan. Het gaat dan om twee uitersten: je ouder is of zo claimend dat je elke dag tig keer gebeld wordt en er altijd hysterie is als je niet binnen vijf minuten opneemt. Dit is vaak ook het type ouders dat zich veel bemoeit met je leven, zoals met de keuze van je relaties.
Het andere uiterste is dat je ouder te afwijzend is. Hij of zij is niet in je geïnteresseerd, keurt alles af dat je doet en is vaak denigrerend. Denk: het type dat zelfs als je arts of advocaat bent nog iets lelijks weet te zeggen over je beroep. Kortom, het type ouder dat je altijd naar beneden drukt. Vind je het moeilijk om te bepalen of en in hoeverre de relatie met je ouders gezond is? Praat er dan vooral over. Met je ouders zelf, maar ook met vrienden en familieleden. Als je lijdt onder de relatie met je ouders, is het verstandig om professionele hulp te zoeken, zegt Koppejan. “De cliënt waarover ik vertelde stond op het punt de relatie te verbreken met haar vader en dat wilde ze niet. Als je dat zo ervaart en je kunt het zelf niet oplossen, zoek dan hulp.”
Anna zit inmiddels zelf al meer dan vijf jaar in therapie, waar het geregeld gaat over de relatie met haar moeder. “Het helpt al heel erg om mijn ei kwijt te kunnen en vooral: om van een professional te horen dat het niet aan mij ligt. Ik hoop op een dag mijn moeder uit te zwaaien vanaf de oprit en te denken: zo, en nu ga ik eens lekker op mijn ongestofzuigde bank een domme serie kijken terwijl ik me vooral heel erg niet stoor aan mijn vieze plinten. Omdat ik volwassen ben en dit mijn huis is, en mijn moeder me niet hoeft voor te schrijven hoe ik moet leven.”
- Adobe Stock