In je boeken komt duidelijk naar voren dat je als agent regelmatig met geweld te maken krijgt. Wordt het ook steeds gekker?
“Aan de titel is inderdaad geen woord gelogen. Zo deel ik het verhaal over de keer dat een vrouw op straat agressief met een grote wijnfles stond te zwaaien. Supergevaarlijk. Ze was alleen niet rustig te krijgen en terwijl we haar probeerden te overmeesteren, beet ze zich als een piranha vast in mijn been. Uit zelfverdediging sloeg ik haar van me af. Door omstanders die er op dat moment bijkwamen, werden mijn collega’s en ik uitgemaakt voor racist. Terwijl ik haar natuurlijk niet sloeg omdat ze een zwarte vrouw is, maar omdat ze als een agressieve gek in mijn been hing. Ik heb het litteken als bewijs.”
Hoe ga je om met dit soort reacties?
“Het is heel pijnlijk om voor racist te worden uitgemaakt, omdat ik dat niet ben. Dat wil niet zeggen dat het niet bestaat: ik ben wit en privileged, maar zie de pijn bij collega’s en vrienden die gediscrimineerd worden. Dit moet gezien, benoemd, gestraft en verbeterd worden. Alleen moeten we niet vergeten dat de meesten van ons wél ons werk naar eer en geweten doen.”
In jouw eerste boek Het kan ook nooit normaal deelde je dat jij ernstig mishandeld werd tijdens een dienst. De nasleep komt in deel twee aan bod. Hoe is jouw leven veranderd?
“Tijdens die dienst werd ik in elkaar geslagen terwijl ik geen kant op kon, met als gevolg niet-aangeboren hersenletsel, waardoor mijn ‘hersenbatterij’ niet meer goed oplaadt. Na deze diagnose veranderde mijn leven compleet. Ik moet sindsdien op mijn slaap letten, routines aanbrengen en mag nooit meer nachtdiensten draaien terwijl dat mijn lust en leven was. Niet alleen emotioneel, ook qua carrière en inkomen houd ik hier last van. Gelukkig steunt mijn team me enorm. Helaas geldt dat niet voor het schadebemiddelingsbedrijf: net als veel andere agenten die iets soortgelijks hebben meegemaakt, heb ik nog geen euro schadevergoeding gezien. Hierdoor voel ik me in de steek gelaten.”
Je schrijft ook over een van de daders, die je later nog eens tegenkwam. Hoe was dat?
“Deze jongen had me opgezocht om zijn excuses aan te bieden. Ik heb hem niet vergeven, maar zijn ‘sorry’ wel geaccepteerd. Hij bood ook aan de naam van een van de daders te geven die bij ons onbekend is. Maar ik heb geen energie om de zaak weer op te rakelen. Ook al zijn de daders amper gestraft en moet ik mijn leven lang rekening houden met alles.”
Voel jij je door dit alles weleens onveilig op straat?
“Eigenlijk nooit, zelfs als ik tijdens mijn dienst in mijn eentje door de stad fiets. Zoals die keer dat ik een heel grote, agressieve toerist tegenkwam. Ik was vastberaden hem een 24-uursverbod te geven. Hoe imponerend ook, hij was hier niet de baas. Vervolgens kreeg ik nog voor mijn collega’s arriveerden uit onverwachte hoek hulp van een straatrover. Ondanks dat ik hem eerder die dag nog had uitgelachen, omdat zijn telefoon was gejat. Dat vind ik ook het mooie in mijn wijk: ik sta er nooit alleen voor.”
Wat valt je op als het gaat om de veiligheid van vrouwen?
“Ik denk dat er weinig vrouwen zijn die zich in het donker veilig voelen op straat. Sommige vriendinnen gaan na een bepaalde tijd zelfs niet meer naar buiten. Dat vertik ik, al snap ik het wel. Ik vind het ook niet fijn als een vreemde man ’s nachts naast me komt fietsen en zeg dat dan ook. Veel mannen hebben niet eens door dat ze ons met bepaald gedrag lastigvallen.”
Helaas zijn er ook vrouwen die niet eens veilig zijn in hun eigen huis...
“Huiselijk geweld komt overal voor en is een groot taboe. De slachtoffers schamen zich, denken vaak dat het aan hen ligt. Soms lukt het deze gevaarlijke geweldscirkel te doorbreken, zoals bij een van de vrouwen in mijn boek. Een heftig en ingewikkeld proces, ook omdat mensen vaak niemand in vertrouwen durven nemen. En als het al lukt om weg te gaan, is er een kans dat de agressor het niet accepteert. Er worden zelfs vrouwen vermoord, omdat een man niet kan incasseren dat ze weggaat. Belangrijk voor de herkenbaarheid dat we dit femicide en geen familiedrama noemen, zoals nu nog te vaak gebeurt.”
Het is ook jouw missie om mentale gezondheidsproblemen uit de taboesfeer te halen en opent jouw boek wederom met 'Lieve jij': een brief aan iedereen die mentaal worstelt...
“Ik had nooit verwacht dat ‘Lieve jij’ zoveel succesverhalen zou opleveren. Zo kreeg ik laatst een bericht van een meisje dat me bedankte omdat mijn boek haar leven had gered. Maanden eerder had ze haar polsen doorgesneden. Dankzij mijn boek besloot ze gelukkig toch 112 te bellen. De meldkamer heeft haar aan de praat gehouden o.a. over ‘Lieve jij’, en mijn collega’s waren net op tijd om haar leven te redden. Dat dit zo’n impact heeft, had ik van tevoren nooit kunnen bedenken.”