Maaike heeft Body Dysmorphic Disorder: ‘Geef mezelf een 4’

'Voordat ik het wist, werd mijn kale plek een ware obsessie'

Bijna iedere vrouw is weleens onzeker over haar uiterlijk. Maar wat als je jezelf zo lelijk vindt dat deze negatieve gedachten je zwaar belemmeren in je dagelijks leven? Maaike (34) kan erover meepraten. Ze heeft Body Dysmorphic Disorder, maar probeert het te accepteren. ‘Ik geef mezelf nog steeds een vier, maar so be it.’

Kaal plekje

Maaike: “Het begon met een kaal plekje op mijn hoofd. Ik was dertig en had net mijn haar geverfd toen mijn vriend Joël zei: ‘Volgens mij heb je een stukje overgeslagen, want ik zie nog wat lichts.’ In die tijd verfde ik mijn haar regelmatig van blond naar donker. Dat vond ik mooier staan bij mezelf, maar het was best veel werk om mijn uitgroei bij te houden. Verbaasd keek ik in de spiegel en inderdaad: een klein deeltje van mijn haar was niet donker. Terwijl ik wat plukken opzijschoof, zag ik echter tot mijn grote schrik dat ik het niet was vergeten te verven; er zat daar helemaal geen haar. Ik had een kale plek ter grootte van een munt! In paniek controleerde ik de rest van mijn haar. Had ik nog meer kale plekken? Gelukkig kon ik verder niks vinden, maar mijn gedachten gingen alle kanten op. Waarom had ik een kale plek? Werd ik kaal? Wat als ik later alsnog een andere plek zou vinden? Of als ik tijdens het borstelen een heleboel haren in mijn handen had? Zenuwachtig googelde ik wat het kon zijn. En nog belangrijker: hoe ik ervan afkwam. Urenlang zocht ik me suf. Echt een duidelijk antwoord kreeg ik alleen niet. De oorzaak kon van alles zijn: stress, een schommeling in mijn hormonen, een schildklieraandoening, de auto-immuunziekte alopecia areata (hierbij kan opeens je haar uitvallen, red.)… Het duizelde me van alle informatie. Voordat ik het wist, werd die kale plek een ware obsessie voor mij.”

Avondritueel

“Mijn huisarts maakte zich minder zorgen. Gewoon even rustig aandoen en afwachten was zijn advies. Een speciale lotion die mijn haargroei zou bevorderen, vond hij niet nodig, maar op aandringen van mij schreef hij het toch voor. Ondertussen controleerde ik elke avond mijn haar. Hoe zag de kale plek eruit? Was het groter geworden? Waren er nog meer plekken bij gekomen? Hoe meer ik het checkte, hoe gestresster ik werd. Hierdoor begon mijn haar steeds meer uit te vallen – mijn borstel zat regelmatig helemaal vol met haren – en dat maakte me nog ongeruster. Zie je wel, ik word kaal, dacht ik dan. Het enige waar ik aan kon denken, was mijn haar. In elke spiegel of iets wat als een spiegel kon fungeren, keek ik hoe ik eruitzag. Thuis durfde ik het al op een gegeven niet meer zelf te controleren. Dat moest Joël voor me doen. Elke avond kamde hij, weliswaar met tegenzin, mijn haar, terwijl hij op zoek ging naar kale plekken. Zelf zat ik dan met mijn handen voor mijn ogen, bang voor wat Joël zou aantreffen. Maar hij vond nooit iets. En nadat hij me dat meerdere keren had verzekerd, vond ik op dat moment even mijn rust. Totdat de hele riedel de volgende dag weer van voor af aan begon…”

Niet meer gelijkwaardig

“Gek genoeg werd Joël nooit boos op mij. Natuurlijk, hij vond het niet leuk en nodig om mijn haar steeds te controleren, maar hij deed het wel. Elke keer weer. Pas veel later vertelde hij me dat hij het moeilijk vond om mij zo te zien. Dit was niet de vrouw op wie hij tien jaar daarvoor verliefd was geworden. Hij zag het ook als iets tijdelijks. Er moest een oplossing voor mijn probleem zijn, dat geloofde hij stellig. Maar tot die tijd zag hij geen andere mogelijkheid om me te helpen en checkte hij elke avond mijn haar. Het was het enige waar ik uiteindelijk rustig van werd. Dat onze relatie al snel veranderde in die van een behandelaar en patiënt zag hij niet zo. Toch was dat wel wat er naar mijn mening gebeurde. Mijn nieuwe obsessie zorgde ervoor dat we niet meer gelijkwaardig aan elkaar waren. Ik had hem echt nodig om mijn dag door te komen.”

Grote schaamte

“Door de kale plek op mijn hoofd en het idee dat ik misschien kaal werd, voelde ik me allesbehalve mooi. Dat gevoel had ik eigenlijk al veel langer. In de puberteit had ik veel last van acne, waardoor ik me lelijk voelde en minder dan anderen. Dat gevoel is nooit meer weggegaan en de kale plek deed daar nog eens een schepje bovenop. Ik was lelijk en gaf mezelf hoogstens een vier. Deze gedachten deelde ik overigens alleen met Joël. De schaamte om het aan anderen te vertellen was te groot, maar mijn directe omgeving wist wel dat ik onzeker was. Zo lief als hij was, zei Joël vaak dat hij me wel mooi vond, maar daar kon ik niks mee. Wat iemand ook tegen me zei, ik vond mezelf lelijk en daarom checkte ik continu hoe ik eruitzag. Wat zouden anderen wel niet van mij denken met die kale plek? Om eventuele andere kale plekken te verbergen droeg ik vaak een pet of muts. Ook als het buiten heel warm was. Ergens gaf dat me rust. Dan kon ik tenminste geen nieuwe kale plekken spotten als ik langs een spiegel liep.”

Verder lezen? Het hele verhaal van Maaike lees je in de nieuwste Grazia, nu in de winkel! 

Tekst: Renée Brouwer | Beeld: Bianca Toeps 

Laatste nieuws