Column Mare: ‘Ik droomde van een toekomst samen’

Mare (30) werkt als receptioniste in een hotel. Ze is net weer single en stort zich op de datingmarkt.

“Jiska en ik zijn vanmorgen vroeg opgestaan en in haar auto naar Zandvoort gereden. De Grand Prix is net voorbij, maar we willen deze plaats graag zelf bekijken. Zodra ik het autoportier openduw op de winderige parkeerplaats, klapt hij weer dicht. “Je moet echt gaan fitnessen hoor!” Jiska lacht.

“Het is minder goed weer dan we hadden gehoopt. Onze bikini’s bleven thuis en de strandlakens in de kast, maar het mag de pret niet drukken. In mijn oude wandelschoenen met rode veters – ooit vond ik dat hip – wandelen we het pad af en opeens staan we op het strand. Ik schop zand weg. Jiska wijst naar twee kleine jongetjes die met hun moeder een zandkasteel maken. Alles ziet er zo vreedzaam uit dat ik me eindelijk weer eens gelukkig voel.”

[ont-quote align=”center” caption=”Mare”]”Cho zoekt het maar uit”[/ont-quote]

“Cho zoekt het maar uit. En Mark kan in de gierton vallen. Hiér gaat het om. De bulderende wind om mijn hoofd, mijn haren die rechtovereind waaien en Jiska die voor me op haar hurken scheermesjes zoekt. Ik loop naar haar toe. “We hadden een plastic zak mee moeten nemen.” Schaterend trekt ze iets uit haar zak. “Tadaam!” Nu word ik ook enthousiast. Tussen de spelende kinderen, een paar windsurfers in loeistrakke pakken en rennende honden zoeken we de mooiste schelpen en stoppen die voorzichtig in het boterhamzakje. “Wat gaan we ermee doen?” “Vanavond naar de zee luisteren en deze dag nooit meer vergeten.”

“Jiska komt overeind en pakt mijn bovenarmen beet: “‘Weet je, ik zeg het misschien niet vaak genoeg, maar ik hou van je Mare. Je bent mijn beste vriendin en ik ben superblij met je.” Ik wil een grap maken, desnoods een cynische opmerking, maar als ik in haar ogen staar en ook haar haren rechtop zie dansen, voelt het allemaal zo puur. Hier passen geen geintjes. Ik geef haar een knuffel en piep iets in de trant van ‘ik ook met jou’. Dan wijst ze naar een enorme gele plastic mok van Nutricia. “Warme chocomel! Ik trakteer!”

[ont-quote align=”center” caption=”Jiska”]’Cho was in de stad met een meisje dat precies op jou leek'[/ont-quote]

“Haar hakken zakken diep in het zand als ze vaart maakt. Half rennend bereiken we de strandtent waar we stijl achterover slaan van de prijzen. Het geeft niet. Vandaag is nu al goud waard. Ik doe mijn haar in een knot en blaas zacht over mijn kartonnen beker. Zo staan we naast elkaar en ik besef hoe dierbaar Jiska me is. In de brugklas zat ze ineens naast me, met beugel en al. Nu zijn we 34 en volwassen, twee prachtige dames. Een golf van dankbaarheid overspoelt me en ik verslik me in de bittere drab onderin de chocolademelkbeker. Jiska klopt op mijn rug en samen lopen we het centrum van Zandvoort in, waar ik in een woonwinkel twee exact dezelfde fotolijstjes koop. Op de boulevard maken we een selfie.”

“Het is na dat perfecte moment dat ik Jiska zie twijfelen. Ze heeft iets op haar hart. “Wat is er?” vraag ik en ze kent mij weer te goed om te weten dat ze niet moet liegen. “Ik zag Cho gisteren in de stad. Met een blond meisje. Ze streek telkens door zijn haar en ze leek precies op jou. Zelfs haar kleur lipstick was dezelfde als die jij altijd draagt.” “Mijn tweelingzus?” Terwijl het eruit floept, voel ik een snerpende pijn in mijn maag. Cho is dus verder gegaan. Ik denk aan de streek die hij me leverde. Het ghosten. “Dan komt ze er vast nog wel achter wat voor een hufter hij is.” Het klinkt stoer uit mijn mond, maar het doet nog steeds zeer. Ik droomde van een toekomst samen. En toch ben ik blij dat ik van Cho af ben. Liever nu alle pijn dan als we een paar jaar samen waren. De wind jakkert om ons heen. Een knappe jongen op skateboard passeert ons en knipoogt. “Kom.” Ik duw Jiska de boulevard op en we wandelen langs de zwartmetalen bankjes. “We gaan kibbeling eten. Deze keer betaal ik.”

Beeld: iStock, Pexels

Laatste nieuws