Column Mare: ‘Cho vermorzelde mijn hart’

Mare (30) werkt als receptioniste in een hotel. Ze is net weer single en stort zich op de datingmarkt.

“Flabbergasted zit ik op de grijsleren bank die ik altijd al foeilelijk vond en niet bij Cho vond passen. Ik heb erop gevreeën en lag er in een dekentje gerold naar Netflix te kijken. En nu… nu blijkt alles een leugen. De bank is niet eens van Cho.”

“Ik staar naar de man die zich voorstelde als Ichiro’s broer en die zo vriendelijk was me binnen te laten. Verbijsterd bekijk ik het theekopje in mijn hand waaruit ik zo vaak dronk. Ik voelde me kind aan huis in dit appartement en kende zelfs de inhoud van alle kastjes. 'Volgens mij heeft Ichiro je wat op de mouw gespeld.' Ik nip van mijn thee. 'Hij zei dat dit zijn flat was.' Een pijnlijke grimas voor me. 'Ik woon hier. Icho woont nog bij onze ouders. Hij werkt bij hen in de zaak. Als ik een paar maanden weg ben, is dit zijn domein.'”

“'Waarom heeft hij dit gedaan?' 'Ichiro’s wegen zijn ondoorgrondelijk.' De man tegenover me zuigt zijn bovenlip in zijn mond en bekijkt me. 'Ik weet niet of het helpt, maar je bent niet de eerste die hij zo heeft voorgelogen. Er stonden vaker dames aan mijn deur.' 'Dat helpt inderdaad niet.'

[ont-quote align=”center” caption=”Mare”]”Ik voel me verraden”[/ont-quote]

“Ik drink mijn thee op en voel me verraden. We maakten plannen voor een lange reis terwijl Cho geen seconde serieus is geweest. Ik sprak met hem over mijn studieplannen. Wat een schijnheiligheid.”

“Ineens begrijp ik waarom Cho altijd zocht in de keukenkastjes. Het thee-ei, de prullenbak. Ik begrijp nu ook de saaie meubels die niet passen bij zijn persoonlijkheid. Ik hoor keelgeschraap. 'Ik vind Cho’s gedrag walgelijk en ik snap dat je mijn broer op dit moment het schompes toewenst. Wil je trouwens wat anders drinken, Maartje?' 'Mare.' Ik sta op. 'Ik ga liever.'”

[ont-quote align=”center” caption=”Mare”]”Een rebound zou mijn hart moeten helen, Cho vermorzelde het”[/ont-quote]

“Ik denk aan de 38 euro fooi die ik vanmiddag ophaalde en waarvan ik Cho wilde trakteren op sushi. Misschien fiets ik zo wel naar Mats. Mijn broer is gek op taco’s en Japans eten wil ik vandaag niet meer. 'Dank je voor je ontvangst.' 'Ik hoop dat je snel weer gelukkig wordt.' Ik glimlach clownesk en probeer me groot te houden als ik voor een laatste keer de portiektrappen afdaal.”

“Ik ben bedonderd. Eerst door Mark die ervandoor ging met dat Jonneke-wicht. En nu door Cho. Mijn rebound. Pfff, een rebound zou toch mijn hart moeten helen? Cho vermorzelde het alleen maar méér. Gadverdamme. Een steek trekt door mijn maag. Of is het een kettingzaag die de boel aan gort snijdt? Liefde sucks.”

“Half slingerend fiets ik naar Mats, die in de tuin zit met Harm. Harm heeft een stoppelbaardje en als hij verliefd naar Mats lacht, is daar weer het spleetje tussen zijn tanden. Ik begrijp precies wat mijn broer in Harm ziet. Daar is de kettingzaag weer, samen met een steek jaloezie. Zal ik ooit ook zo gelukkig worden? Momenteel is alles zwart in mijn hoofd.”

“'Meis toch.' Mats slaat zijn armen om me heen en drukt me bijna plat. Ik ruik zijn aftershave van Cacharel die hij al heeft sinds zijn veertiende. Toen ging de dosering nog niet helemaal lekker, maar intussen ruikt Mats niet meer naar een pronkpauw. Ik duw mijn neus in zijn shirt. 'Wijntje?' Harm staat al klaar met een aangebroken fles Chardonnay. Ik knik. Dan trekt Mats me op het matras van de overdekte sunlounger, een prieeltje van rotan. Ineens voel ik mezelf schokken. Ik schaam me rot om al mijn verdriet, de twee afwijzingen in een paar maanden, de teleurstellingen. Mats knuffelt me. Harm reikt me een glas aan en ploft naast ons. Daar lig ik dan, midden tussen twee potige schatten en stiekem moet ik dáár dan weer om lachen.”

Beeld: iStock, Pexels

Laatste nieuws