Column Mare over Cho: ‘Hij is niet eerlijk geweest’

Mare (30) werkt als receptioniste in een hotel. Ze is net weer single en stort zich op de datingmarkt.

“Al twee dagen hoorde ik niets van Cho. Ik baal ervan. Ik weet dat hij het niets vindt dat ik in de horeca werk, maar dat laat hij zo wel duidelijk merken. Eigenlijk doe ik ‘banqueting’, alles wat over de zalen gaat zoals trouwerijen, personeelsfeesten en vergaderingen. Maar er mogen nog steeds geen grote groepen in de zalen. Kleinere groepen hebben vaak vakantie of nemen het risico nog niet.”

“Voorlopig draai ik dus ontbijtdienst of word ik ingeroosterd op het terras. Dat is loodzwaar. De dienbladen zijn vol en soms gaan mensen weg zonder betalen. Maar de sfeer is super en gelukkig is het merendeel van de gasten fantastisch. Het levert me ook een aardige spaarpot op aan fooiengeld.”

“Ik maak al wilde plannen voor een verre reis. Wie weet Bali. Of toch naar Japan? Ichiro vindt het storend dat ik in de avond en in weekenden werk. Al twee keer hadden we woorden omdat ik niet kon afspreken. En nu heb ik dus twee dagen niets van hem gehoord. Het irriteert me. Ik wil graag tijd met hem doorbrengen, maar het leven bestaat niet enkel uit ‘lang-leve- de-lol’ en geweldige sex.”

[ont-quote align=”center” caption=”Mare”]”Een vreemd gevoel trekt door mijn maag”[/ont-quote]

“Toch vind ik Cho nog steeds enorm aantrekkelijk. En lekker. ‘Ik mis je’, app ik. Ik zie dat hij continu online is, maar hij reageert nergens op. Een vreemd gevoel trekt door mijn maag. Ik weet niet eens waar Cho werkt. Die ene keer dat hij er iets over wilde zeggen, vertelde hij dat hij in de groothandel van zijn ouders werkt en dat die niet in deze stad gevestigd is. Ik had de informatie opgeslagen in een ongebruikte, verlaten hersenkwab. Het boeide me niet. Ik wil met Cho lachen, samen eten en uren bomen over belangrijke dingen in onze levens, zoals of hij een elektrische auto of een hybride moet kopen en of een vervolgstudie Hotelmanagement voor mij handig is.”

In de kleedkamer knoop ik rond vijven mijn sloof los en peuter een glasscherf onder mijn gymschoen vandaan. Ik zie hem toevallig als ik zittend mijn portemonnee tel voor mijn kassa-afdracht. Ik heb maar liefst 38 euro fooi opgehaald. Even twijfel ik. Zal ik thuis de spaarpot bijvullen of…. Ik denk weer aan Cho en aan onze eerste date. Voor veertig euro koop ik een prima portie sushi. Is het niet leuk om Cho te trakteren als genoegdoening voor alle eenzame avonden?”

“Vastbesloten spuit ik deodorant onder mijn oksels en trek mijn sweatvest aan. Al op de fiets heb ik voorpret. Ik wil Cho zien. Ik weet niet wat er met hem is, maar vanavond praten we de boel uit. En misschien wel meer, glunder ik.”

“Voor de flat parkeer ik mijn fiets in het rek dat ik mezelf al bijna heb toegeëigend. De gordijnen boven zijn open. Ik glip met een oudere dame mee naar binnen en trommel op de voordeur, blij dat ik Cho weer ga zien. Binnen hoor ik het doortrekken van de wc. Ik bel aan, hij heeft me vast niet gehoord. Zou hij ziek zijn? Dat hij daarom niet reageert?”

[ont-quote align=”center” caption=”Mare”]”‘Hij is weer niet eerlijk geweest’, zegt de man”[/ont-quote]

“De voordeur zwaait open. In de deuropening staat een kleine man, iets ouder dan ik. Hij draagt een bril maar heeft dezelfde kaaklijn als zijn Cho. 'Is Ichiro thuis?' vraag ik. De man schudt glimlachend zijn hoofd. 'Dit is mijn huis.' Hij fronst zijn voorhoofd en lijkt na te denken. 'Ichiro is mijn broer. Ik was vier maanden in Japan. Cho heeft op mijn huis gepast. Volgens mij is hij weer eens niet helemaal eerlijk geweest.'”

“Ik zak half door mijn hoeven en grijp de trapleuning naast me. 'Volgens mij versta ik het niet goed.' Ik klink als een hese zeehond. 'Sorry', zegt de man. 'Ichiro is thuis, in Rotterdam.' Ik druk mijn armen stevig tegen de zachte stof van mijn vest. Mijn glas jus d’orange van daarnet komt bijna naar buiten, en het lukt op het nippertje om die binnen te houden.”

Beeld: iStock, Unsplash

Laatste nieuws