Column Mare over haar spannende date met Cho: ‘We flirten steeds heviger’ 

Mare (30) werkt als receptioniste in een hotel. Ze is net weer single en stort zich op de datingmarkt.

“De tijd met Cho vliegt voorbij. We eten op het balkon, door de knaloranje kussens op de plastic vlinderstoelen het enige vertrek in zijn appartement met kleur. Ik begrijp het nog steeds niet goed. Cho is vrolijk, hip en brutaal op een amusante manier. Waarom woont hij in zo’n megasaai huis vol zwart-witte meubels?”

“We drinken onze tweede pot thee leeg, een gietijzeren zwarte pot met een of andere chique Japanse melange erin van een speciale pluk. Alles aan Cho is exotisch. Hij vertelde me over zijn geboortestad Kyoto waar anno nu nog steeds geisha’s worden opgeleid, en dat aardbeien in Japan zo kostbaar zijn dat ze per stuk worden verkocht. Hij noemt me steevast zijn ‘bloemkolenmeisje’ omdat ik met die grap begonnen ben. Ik luister ademloos naar zijn verhalen, krijg een instant verlangen om een ticket te boeken en morgen nog weg te vliegen naar dit bijzondere land.”

[ont-quote align=”center” caption=”Cho”]”Waar zit je met je gedachten?”[/ont-quote]

“Voor ik het weet, zakt de zon achter het flatgebouw voor het onze en wordt het kil op het balkon. Kippenvel op mijn bovenarm en tegelijkertijd kolkende lava in mijn binnenste. We flirten steeds heviger. Ik vind Cho knap. Zijn amandelvormige ogen sexy. Zijn zwarte, fijne haar is zo anders dan de donkerblonde krullen van Mark. Wat zou mijn ex op dit moment doen? Kletst hij samen met Jonneke en heeft hij ook zoveel plezier, of is de scharrel waarvoor hij mij liet zitten hem alweer zat? Daarna denk ik aan Mats, waar ik vanmiddag eigenlijk heen zou fietsen voor onze ‘Brozo’, broer-zusdag. Mats vermaakt zich vast zonder mij. Hij wenste me veel plezier toen ik hem eerder vanmiddag een foto stuurde van de pokébowl die Cho en ik in het zonnetje verorberden.”

“'Waar zit je met je gedachten?' Cho wrijft niet voor het eerst met zijn vingertoppen over mijn wangen. 'Te ver weg.' Ik glimlach. Dan staat Cho op en verzamelt al het servies, inclusief het brokje zalm dat viel tijdens mijn onhandige geklungel met de eetstokjes, en knikt met zijn hoofd richting balkondeur. Ik volg hem, kijk verloren naast hem hoe hij de theepot omspoelt en met een prop groene theeblaadjes in zijn hand in één van de keukenkastjes naar de pedaalemmer zoekt. Waarom trekt hij daar eerst een paar deurtjes voor open? Dat is toch vreemd in je eigen huis? Ik wil er net over gaan piekeren als Cho zich ineens omdraait en me in zijn armen klemt. Op een prettige manier duwt hij me met kracht tegen de keukenmuur en zoent me. 'Als je naar huis wil, is dít je kans', zegt hij. 'Maar als je nu blijft, ben je in groot gevaar.' Hij laat me even los en bekijkt me. Lichtjes in zijn ogen. Ik vind hem knap. Leuk. En ik voel een raar geklop in mijn onderlijf. Opwinding. Hoe lang is dat niet geleden?”

[ont-quote align=”center” caption=”Mare”]”Ik duw mijn tong in zijn mond en laat me op bed vallen”[/ont-quote]

“Ik vouw mijn armen om zijn schouders en trek hem naar me toe. 'Ik blijf lekker bij jou.' Het puntje van zijn tong raakt de mijne, zacht en voorzichtig. Met mijn ogen dicht grom ik zachtjes, verrast over mezelf. Cho drukt zijn lichaam tegen me aan, mijn kont wordt bijna tegen de muur geplet. Is dit wel verstandig, zo snel na Mark? Het kan me niet schelen.”

“We zoenen heftig en Cho schuift zijn hand onder mijn shirt. 'Je smaakt naar meer', kreunt hij. Ik hef mijn handen en Cho sjort mijn T-shirt omhoog tot het met een plof op de grond valt. Dan trekt hij me mee de slaapkamer in, op het antracietkleurige dekbedovertrek. Gewillig laat ik me meevoeren. Ik wil dit. Ik wil Cho. Hier en nu. Ik duw mijn tong opnieuw in zijn mond en laat me zacht op bed vallen.”

Beeld: iStock, Pexels

Laatste nieuws