Rare vogels

“Zeg,” roept ze, terwijl ze op de overgebleven oliebollen wijst, “die gooi je toch niet weg?!” Verbaasd kijk ik mijn mo...


“Zeg,” roept ze, terwijl ze op de overgebleven oliebollen wijst, “die gooi je toch niet weg?!”

Verbaasd kijk ik mijn moeder aan. Nooit geweten dat ze zo begaan is met taaie oude oliebollen. Oké, ze zijn dan wel door haar favoriete schoonzoon gebakken – en op oudejaarsdag hebben we er met smaak van gegeten – maar nu zijn ze toch écht verworden tot kleffe vetbaksels.

“Hoezo?” vraag ik. “Wil je er nog een? Moet ik de poedersuiker halen?”
Mijn moeder schudt haar hoofd. “Ik niet, de vogels.”
“Willen de vogels póedersuiker?”

Mijn moeder zucht. “Die vetballen zijn hartstikke goed voor de vogels. Die zijn er dol op. Je kan ze aan een touwtje hangen buiten, dan zijn ze zó op. En je helpt de mezen ermee, die kunnen het vet goed gebruiken!”
Goed. Marjolein Bastin heeft gesproken. De vogels hebben ook recht op de geneugten van het nieuwe jaar. Ik ga meteen aan de slag, grabbel een stuk touw uit de la, rijg de oliebollen eraan en hang ze buiten op. Gelukkig Nieuwjaar, gevederde vriendjes!

En nu hangen de oliebollen al de hele ochtend buiten. Geen vogels gezien. Nou ja, wel een vogel, maar die most er niets van hebben, van die oliebollen. Hij vloog er met een grote boog omheen. Haalde zijn snavel er voor op. Ging verderop een beetje in het gras zitten pikken.
“Oma ook altijd met d’r goeie ideeën,” mopper ik, terwijl ik naar buiten gluur.
Annabel komt naast me staan. Ook zij gluurt naar buiten, naar de oliebollen die daar triest en heel ongelukkig aan een tak bungelen.

“Misschien lusten de vogels ze niet omdat er geen krenten inzitten?” oppert ze.
“Zou kunnen.”
“Mag ik er een? Met poedersuiker?”
“Nu niet meer.”
“Jammer.”

Afijn. Ik denk dat ik volgend jaar maar geen oliebollen meer in de tuin hang. Ik kan ze beter opvoeren aan de rare vogels die hier in huis rondlopen.

Die waarderen ze tenminste.

Laatste nieuws