Xander en Sophie de Buisonjé: ‘Onze baby groeide in een andere buik’

Hun dochter Céla-Lynn is via een Amerikaanse draagmoeder geboren. 

De roep om betere regelgeving omtrent draagmoederschap in Nederland wordt steeds groter. Xander en Sophie de Buisonjé kennen het traject: hun dochter Céla-Lynn is via een Amerikaanse draagmoeder geboren.

Tumor

Sophie: “Céla-Lynn is nu drie maanden. Het besef dat ze er echt is, druppelt binnen. Toen in 2013 een semi-goedaardige tumor werd verwijderd uit mijn buikholte, raadden artsen ons af nog eens zwanger te worden. Een zwangerschap zou mijn hormonen kunnen triggeren, waardoor de kans op een nieuwe tumor aanzienlijk zou zijn. Natuurlijk schrik je enorm als je zoiets hoort. De wens een tweede kind te krijgen, was erg aanwezig. Maar het voelde niet goed om zwanger te raken en daarmee het risico te nemen dat een tumor kon groeien. We besloten andere opties te onderzoeken.”

IVF

“We overwogen in-vitrofertilisatie (ivf) in combinatie met een draagmoederschap via mijn zus of Xanders zusje. Maar jeetje, ga dat maar eens aan ze vragen. We kwamen er ook al snel achter dat een draagmoederschap binnen de familie überhaupt geen mogelijkheid was. De medische risico’s buiten beschouwing latend, kán ik namelijk lichamelijk wel zwanger worden – cru verwoord: ik heb nog eicellen en een baarmoeder. En dan is het in Nederland bij wet verboden een draagmoeder in te schakelen. Daarmee werd voor ons de keuze gemaakt: wilden we onze hoop op een baby omzetten in een kindje dat genetisch honderd procent het onze is, dan moesten we uitwijken naar een land waar we wél een commerciële draagmoeder mochten zoeken.”

Draagmoeder

“Voor de ivf vlogen we naar Amerika. Daar werden bij mij eicellen afgenomen en bij Xander zaadcellen. In een lab worden mijn cellen bevrucht met het zaad. Lukt dat, dan wordt de draagmoeder voorbereid op de plaatsing ervan in haar baarmoeder. Een hartstikke ingewikkeld proces, waar we geen vat op hadden.”

Rollercoaster

“Terugkijkend op die periode komt er maar één woord in me op: een rollercoaster. Eentje met een positieve lading, maar soms was het slopend. De trips naar Amerika hakten erin. Xander moest zijn agenda vrijmaken en als dat niet lukte omdat hij zakelijke afspraken of optredens had, vloog hij eerder terug naar Nederland. Ik werd 38 en zag in kansgrafieken de lijn van goede eicellen kelderen vanaf die leeftijd. En dan steeds die lange reis om in de kliniek in Californië te komen en het tijdsverschil…”

Stress

“Misschien was de stress de reden dat het niet meteen lukte, dacht ik. Sommige dingen heb ik in een roes meegemaakt, besef ik nu. Ik herinner me nog artsen die na een mislukte poging mededeelden dat we ook voor een donorei konden kiezen. No way, dacht ik. Mijn drang was heel sterk. Het voelde als een vrouwelijk falen dat ik niet zelf een kind kon dragen. Het heeft moeite gekost om me daar bij neer te leggen. Het kon toch niet zo zijn dat deze kans, een kindje dat biologisch honderd procent van Xander en mij was, maar was gegroeid in een ander ‘oventje’, me werd afgenomen?”

Benieuwd naar het hele interview met Xander en Sophie de Buisonjé? Je leest het in de nieuwe Grazia die vanaf morgen in de winkels ligt.

Laatste nieuws