Real Life: ‘Ik ben jarenlang gehersenspoeld – dat verdwijnt niet zomaar’

'Mijn leven in Gloriavale kan ik niet anders omschrijven dan als pure slavernij.'

Charles Manson, de Amerikaanse sekteleider die zijn volgelingen gruwelijke moorden liet plegen, is vorige week overleden. Lilia (26) kent zelf de verschrikkingen van een sekte.

Pure slavernij

Veel van de volgelingen van Charles Manson bleven hem zelfs na zijn veroordeling trouw. Hoe moeilijk het kan zijn om je identiteit weer terug te vinden na het leven in een sekte, weet ook Lilia Tawara uit Nieuw-Zeeland. Zij groeide op in de fundamentalistisch- christelijke sekte Gloriavale. Lilia: “Gloriavale werd in 1969 opgericht door mijn opa, Neville Cooper, die onder zijn volgelingen bekend stond als ‘Hopeful Christian’. In werkelijkheid leefde hij alles behalve als een vrome gelovige, want hij is onlangs veroordeeld en gevangen gezet voor drie aanrandingen. Mijn leven in Gloriavale kan ik niet anders omschrijven dan als pure slavernij. Vrouwen moesten alle huishoudelijke taken doen en vooral onderdanig zijn, anders wachtte ons ‘eeuwige verdoemenis’. Lijfstraffen waren aan de orde van de dag. Dagelijks zag ik vriendjes en vriendinnetjes geslagen worden omdat ze zich zogenaamd slecht hadden gedragen. En elke dag werd me verteld dat ik een waardeloze zondaar was en dat ik alleen maar ongeluk verdiende.”

Branden in de hel

“Het enige wat we mochten dragen, was een soort uniform van wijde, lange blauwe jurken met een hooggesloten hals en lange mouwen. Daarbij droegen we een kapje om ons haar te verbergen. We werden continu gehersenspoeld om te geloven dat we ‘zachtmoedig, bescheiden en puur’ moesten blijven. Ook werden jonge meisjes gedwongen om met veel oudere mannen in de gemeenschap te trouwen. Iedereen die sex had buiten het huwelijk, zou eeuwig branden in de hel. En natuurlijk waren abortus en voorbehoedsmiddelen streng verboden. Een geliefde uitspraak van mijn opa was: ‘De gevaarlijkste plek op aarde is de baarmoeder van een ongelovige vrouw.’”

Tot bloedens toe

“Mijn meest traumatische herinnering vond plaats toen ik elf was en een man uit de gemeenschap zijn zoon van twaalf voor de ogen van een volle schoolklas op zijn blote billen sloeg met een riem.

Ik weet niet eens meer wat hij verkeerd had gedaan, maar het was ongetwijfeld iets kleins. Instinctief wist ik dat dit niet klopte. Dat God zijn liefde écht niet toonde door ouders hun kinderen tot bloedens toe te laten slaan. En ik bedacht al snel dat ik nooit kinderen wilde krijgen in deze gemeenschap, als dat zou betekenen dat ze op deze manier zouden opgroeien. Datzelfde jaar nog liep mijn oudste zus weg. Toen ik dertien was volgde mijn op een na oudste zus. En toen ik zeventien was, dreigde mijn broer ook van huis weg te lopen. Wat ik toen niet wist, is dat mijn ouders ook al lang uit de sekte weg wilden, want ze wilden niet nog een kind verliezen. Ze besloten te wachten tot ik er ook aan toe was. Toen ik mijn moeder eenmaal in vertrouwen nam, ging het snel: onder protest van mijn opa verhuisden we naar een huis buiten de gemeenschap. We wisten hem mild te stemmen door te zeggen dat we met ons gezin deel bleven uitmaken van de sekte. Als we maar eenmaal weg waren, zouden we wel verder zien.”

Het hele verhaal lees je in de nieuwe Grazia of HIER via Blendle.

Laatste nieuws