Wake up call: ‘Werk, relaties: alles stortte in door alcohol’

Wake up call

"Ik was vijftien toen ik mijn eerste glas alcohol dronk. Ik weet het nog precies. Het was op een familiefeestje en ik zat te dollen met een oom. Hij gaf mij stiekem wat Baileys. Ik vond het superlekker smaken. Het gevoel dat ik kreeg ook: wow. Ik werd er zo blij van. Zo uitgelaten. Zonder dat mijn ouders het wisten, dronk ik daarna geregeld uit hun drankkast. Ik begon met vriendinnen zelf stiekem flessen te kopen. Als we bij elkaar logeerden, namen we die mee naar onze slaapkamer en dan lagen we de hele nacht te keten. En onze ouders maar denken dat we gewoon de slappe lach hadden…"

"Hoewel mijn vriendinnen ook niet vies waren van drank, was ik de aanvoerder. Van mij mocht het altijd méér zijn. Ik werd ook nooit ziek, zoals hen weleens overkwam. Katers? Ik kende ze niet. Het was alsof ik alleen maar beter functioneerde op alcohol. Toen ik op mezelf ging wonen, dronk ik al elke dag. Als ik zat te studeren hoorde die fles witte wijn er gewoon bij, naast me op mijn bureau. In het weekend ging ik pas echt los. Dan kwamen er ook andere middelen aan te pas: pilletjes, coke. Ook lekker, maar tegen de roes van alcohol kon niets op. Die zalige, zachte verdoving. Met een drankje op was ik pas echt mezelf."

Saaie kantoorpikken

"Na mijn studie, die ik ondanks alle uitspattingen cum laude haalde, kreeg ik een baan als bedrijfsjurist. Dat ritme vond ik moeilijk. Ik zat graag tot een uur of twee, drie ’s nachts te pimpelen, dat kon ik nu niet volhouden. Maar ik deed het dus wel en het kostte me uiteindelijk mijn baan. Ik kwam te vaak te laat en had de zaken niet op een rij. Mijn baas wist dondersgoed waarom. ‘Je komt vaak met een kegel aanzetten, Lisa’, zei hij toen hij me ontsloeg. Dat raakte me wel, maar ik was vooral boos. Wie was die stijve hufter, om mij zo’n uitbrander te geven? Er was niets mis met mijn alcoholgebruik. Ik was gewoon teveel een vrijbuiter voor een baan waar ik elke ochtend om negen uur aanwezig moest zijn. Een eigen zaak beginnen, dat paste beter bij me. Dan kon ik lekker mijn eigen gang gaan. En afspraken maken in de kroeg met een wijntje erbij, in plaats van duf te vergaderen zoals al die saaie kantoorpikken. Ja, ik wist mezelf goed een rad voor ogen te draaien."

"De eerste jaren ging het ook prima. Ik ben slim en kan goed netwerken. In die tijd had ik ook nog wel heldere uren, waarop ik echt kon presteren. Maar na een paar jaar ging het minder. Ik verloor klanten omdat ik deadlines niet haalde, omdat ik me misdroeg bij zakenetentjes. Of gewoon niet kwam opdagen, omdat ik thuis in slaap was gevallen naast een fles drank. Relaties liepen ook telkens spaak. Ik kon mannen bij de vleet krijgen – maar ze bleven nooit. Vroeg of laat hadden ze commentaar op mijn alcoholgebruik. Dat terwijl ze de helft nog niet wisten. Zoals dat het spaflesje in mijn tas gevuld was met wodka, niet met water. Ook ging ik geregeld vreemd, dan werd ik na een avondje stappen met vriendinnen wakker naast een onbekende man, met een black-out. Ik wist altijd wel smoezen te verzinnen, maar zoiets is niet eindeloos vol te houden."

Zonder roes

"Toen werd ik dertig. Een vriendin zou een feest voor me geven in haar tuin. Ze had alles fantastisch georganiseerd. Iedereen was er, behalve ik. Ik lag nog in bed, had mijn verjaardag de avond ervoor al in mijn eentje gevierd en dat was nogal uit de hand gelopen. Mijn vriendin kwam kijken in mijn huis, ze had de sleutel, en toen ze me zag liggen slapen tussen lege flessen wijn werd ze zo kwaad dat ze zonder iets te zeggen is weggegaan en het feest heeft afgeblazen. Wat heb ik gehuild, toen ik eindelijk wakker werd en besefte wat er was gebeurd. Ik voelde me zo mislukt. Werk, relaties, vriendschappen, echt alles om me heen stortte in. Allemaal voor die ene liefde: alcohol. Als dit zo doorging, hoe zou het dan gaan als ik veertig werd? Ik wilde het niet afwachten en ben gestopt met drinken."

"Dat was een hel, vele malen moeilijker dan ik dacht. Zonder goede begeleiding en hulp van lotgenoten had ik het niet gered. Maar ik ben nu ruim drie jaar nuchter en heb mijn leven terug. Of beter gezegd: ik héb voor het eerst een leven. Zonder roes, maar zoveel mooier en puurder. Ik woon samen, sport, mis nooit meer afspraken en ben een betrouwbare vriendin. Ik ben een veel leuker mens geworden. Inmiddels help ik anderen hun verslaving aan te pakken. Want ik gun iedereen het heldere, fijne leven dat ik nu heb."

Tekst: Lydia van der Weide, Beeld: iStock

Laatste nieuws