Real life: ‘Famke werd slachtoffer van sexueelmisbruik door jongens van een studentenvereniging’

"Het erge is dat ik daarna nog jaren naast dat studentenhuis moest wonen".

Geweld, overmatig alcoholgebruik en vrouwonvriendelijkheid: studentenverenigingen worden er regelmatig mee in verband gebracht. Het kostte Vindicat zelfs zijn accreditatie. Femke (30) weet er alles van.

De buurjongen

“Het felle ochtendlicht scheen recht in mijn gezicht. Toen ik mijn ogen opende, zag ik dat de gordijnen van mijn studentenkamer nog openstonden. Achter me hoorde ik gesnurk. Met een schok drong het tot me door: ik lag in bed met een wildvreemde jongen. De buurjongen! Wat was er gebeurd? Zachtjes kroop ik uit bed en vluchtte ik naar de keuken die ik met mijn beste vriendin, mijn huisgenoot, deelde. Zij was dat weekend bij haar ouders om de was te doen. Ik weet nog hoe koud het aanrecht aan mijn billen voelde terwijl ik er tegenaan leunde en in mijn hoofd naliep wat er zich had afgespeeld. Ik rilde van top tot teen, van kou en schaamte.”

Niet mijn type

“Elke keer als ik iets in de krant lees over studentenverenigingen dwalen mijn gedachten weer af naar die ene avond, nu al jaren geleden. Ze zijn er niet vrouwvriendelijker op geworden, denk ik dan. Vindicat maakte een paar jaar geleden een ‘bangalijst’ met de seksuele prestaties van vrouwen. Een roeivereniging reikte vorig jaar de ‘Slet van de Zomer-bokaal’ uit. Een studentenvereniging in Utrecht noemde vrouwen in hun liedjes sletten. Ik begrijp niet waarom je als vrouw nog lid wilt worden van zo’n club. Maar ook als je zelf niet lid bent geworden, kun je last hebben van het seksisme dat daar soms heerst. Dat heb ik aan den lijve ondervonden. Letterlijk. Die avond zat ik in de ondergaande zon op mijn balkon te genieten van het uitzicht op de stad waar ik studeerde en waar ik een kamer had gevonden. Ik was zo blij. ‘Hé, hebben we een nieuwe buuf?’ Ik schrok op en zag op het balkon naast me twee jongens staan. Er zat een studentenhuis met tien bewoners van één of andere vereniging met een Latijnse lijfspreuk naast ons. Ik had niet zo veel verstand van studentenverenigingen, dat was niet mijn scene. Of ik een drankje kwam doen en kennismaken, vroegen ze. De jongens waren niet mijn type, maar ze leken aardig en ik dacht: waarom niet? Ik had geen plannen en spontaan borrelen leek mij wel passen bij het leven van een student.”

Tong in mijn oor

“Eenmaal in de huiskamer van de buurjongens – een uitgewoond hol met vlaggen die de gaten in de muren bedekten – kwam meteen de sterke drank op tafel. Ze waren er bijna allemaal, een stuk of acht studenten. Ik wilde me niet laten kennen. Heel naïef dacht ik dat ik best goed tegen drank kon. In de plaats waar ik ben opgegroeid, gingen er ook aardig wat biertjes doorheen tijdens een avondje stappen. Maar dit spul zorgde ervoor dat ik na een paar glazen stomdronken was. Wat er daarna gebeurde, is een beetje vaag. Maar ik weet wel dat ze met z’n allen erg dicht tegen me aan kwamen zitten op de bank. Alles draaide en ik werd misselijk. Op een gegeven moment heb ik gezegd dat ik naar huis moest. ‘We brengen je wel even’, luidde het antwoord. Ik herinner me hoe minstens drie van hen me de trap opdroegen. Ik voel hun handen nog op me. Op mijn kamer gingen ze verder met mij betasten. Wat er exact is gebeurd, weet ik niet meer. Maar ik weet wel dat ik door die drie jongens belaagd werd en dat het vrij ver ging.

Ik voel nog vingers in mijn onderbroek, geknijp in mijn tepels onder mijn shirt en een tong in mijn oor. Na een tijdje gingen twee van de drie jongens weg; één kondigde aan dat hij bleef ‘pitten’. Ik kon de woorden niet vinden om hem de deur uit te zetten. Het is beangstigend hoe weerloos je van drank kunt worden. Samen lagen we in mijn smalle bed. Hij reed tegen mij aan en probeerde mijn ondergoed uit te doen, maar gelukkig was ik nog wel alert genoeg om dat te weigeren. ‘We gaan slapen’, zei ik. Hij duwde nog een tijdje door – zijn hand pijnlijk krachtig op mijn ene borst – terwijl ik verstijfd in bed lag en verward probeerde te bedenken wat nu de beste actie was. Uiteindelijk viel hij in slaap.”

Bosje tulpen

“Toen hij de volgende ochtend wakker werd, mompelde hij ‘doei’ en vloog hij de trap af. Ik voelde me zo vies, heb wel een uur gedoucht. Toen mijn huisgenootje ’s avonds thuis kwam en het verhaal hoorde, was ze woest. Meteen belde ze op hoge poten aan bij het studentenhuis. Ze beval alle aanwezige jongens naar de huiskamer te komen en sprak ze streng toe. Hoe ze het in hun hoofd haalden een meisje dronken te voeren en vervolgens aan te randen. Toen ze protesteerden, onderbrak ze hen woedend. ‘Aanranden, ja. Zo heet het als je een vrouw weerloos maakt en betast.’ Ze vertelde me later dat toen het kwartje leek te vallen. De studenten keken beteuterd, alsof ze nu pas beseften dat het echt niet oké was, wat er was gebeurd. Of misschien waren ze bang dat ik naar de politie zou gaan. De drie voornaamste daders stonden de volgende dag met bloemen voor de deur. Met het schaamrood op mijn kaken nam ik het bosje tulpen aan. Wat bizar, denk ik nu: ík schaamde me. Het slachtoffer, nota bene.

Mijn vriendin vond dat ik aangifte moest doen, maar dat wilde ik niet. Ik voelde me te opgelaten, te vernederd. Het verenigingsgebeuren heeft geen goede invloed op jonge mensen die individueel waarschijnlijk prima zijn. Ze fokken elkaar op en voelen zich onder druk gezet om mee te doen, stoer te doen. Er heerst een cultuur van veel zuipen, grof doen en seksisme. Ik ben er inmiddels wel overheen, maar het heeft echt impact op me gehad. En met de komst van de #metoo-discussie moest ik nog regelmatig aan die avond terugdenken. Alleen mijn beste vriendin weet dat het is gebeurd. Het erge is dat ik daarna nog jaren naast dat studentenhuis moest wonen. Elke keer werd ik weer geconfronteerd met die gasten. En als ze dan samen lachten, was ik altijd bang dat het over mij ging. Die sletterige buurvrouw die niet tegen drank kon…”

Tekst: Eva Munnik Beeld: iStock

Laatste nieuws