Lisette (27) was pas 18 toen ze op haar eerste missie naar Afghanistan ging, en 21 toen ze voor de tweede keer vertrok. Als jonge veteraan staat ze deze week in de erehaag van veteranen tijdens de jaarlijkse herdenking van de Slag om Arnhem.
Geen spijt
"Sommige dingen die ik tijdens mijn missies heb meegemaakt, zal ik nooit vergeten. De constante dreiging, het gevaar, de knallen die ik regelmatig buiten het kamp hoorde… Het zijn enkele voorbeelden die voor een militair in oorlogsgebied bij de normale gang van zaken horen. Met intensieve trainingen word je er jarenlang op voorbereid, maar pas als je eenmaal daar bent, weet je echt hoe het is en hoe je zelf op zulke situaties reageert. Toch heb ik absoluut geen spijt van mijn missies. Ze hebben me gemaakt tot wie ik nu ben, zowel de positieve als negatieve ervaringen.”
Eerste missie
“Ik was zestien toen ik met de militaire vooropleiding Vrede en Veiligheid begon. Daarvoor deed ik een opleiding Algemene Verzorging, maar dat vond ik heel saai. Ik wilde een uitdaging en lekker actief bezig zijn, zo kwam ik bij Defensie uit. Na mijn vooropleiding van een jaar stroomde ik door naar de Algemene Militaire Opleiding, waarbij ik direct fulltime op de kazerne terechtkwam. In drie maanden tijd leerde ik alles wat je als een militair moet kunnen. Schieten, kaartlezen, met zware bepakking door de wildernis trekken; ik werd op allerlei gebieden uitgebreid getraind en in januari 2010 volgde de eindoefening. Dit betekende dat ik samen met andere militairen in opleiding in de vrieskou een week lang in een bos moest overleven. Gelukkig ging dat goed en daarna was ik officieel militair. Vervolgens mocht ik kiezen in welk gebied ik me verder wilde specialiseren. Ik koos logistiek."
"Hoewel ik de schietoefeningen altijd erg leuk vond, zag ik mezelf niet per se als een gevechtsmilitair. Ik wilde veel liever regelen en ondersteunen en daarom ging ik aan de slag bij Deployment & Redeployment: het team dat alle spullen regelt voor soldaten op missie en weer terughaalt. Van wapens tot tenten en kachels; samen met mijn team verstuurde ik alles vanuit Nederland naar het oorlogsfront en zorgde ook dat alles weer terug kwam. Dat laatste gebeurde op locatie, wat betekende dat ik op mijn achttiende op mijn eerste missie naar het Afghaanse Derhawod ging. Superspannend, want ik woonde nog bij mijn ouders en nu moest ik opeens echt voor mezelf gaan zorgen."
"Toch vond ik het niet eng, juist heel erg stoer. Hier had ik al die tijd naar toe gewerkt en nu kon ik eindelijk alles wat ik geleerd had in de praktijk brengen. Natuurlijk was ik ook wel op mijn hoede. Het Nederlandse leger was dan wel alleen voor wederopbouw in Afghanistan, maar voor de Taliban waren wij net zo’n grote vijand als de Amerikanen die wel kwamen vechten. We zaten in een oorlogsgebied en dus werd mijn team in een veilig kamp ondergebracht, zodat we ongestoord ons werk konden doen. Na een bepaalde tijd was alles met succes afgerond of overgekocht.”
Vlag halfstok
“Twee jaar later ging ik op een tweede missie naar Afghanistan. Dit keer naar Kunduz,waar we in een streng bewaakt kamp terechtkwamen. In tegenstelling tot de eerste missie, mocht mijn team onder begeleiding van de gevechtseenheid af en toe naar buiten. Dit waren zulke mooie ervaringen. Natuurlijk zag ik van ver wel de mannen in de bergen die bij de Taliban hoorden en ons in de gaten hielden, maar ik kreeg ook de kans om te zien wat voor mooi land Afghanistan eigenlijk is. In de media hoor je bijna nooit iets positiefs over Afghanistan, maar de onschuldige inwoners, en vooral kinderen, die ik tijdens de ritten buiten het kamp heb ontmoet, zal ik nooit vergeten. De kinderen waren zo puur. Als we met hen speelden en hen bijvoorbeeld een bal cadeau gaven, waren ze helemaal gelukkig. Ze hebben gewoon weinig nodig om blij te zijn. Daar zouden kinderen in Nederland nog wel iets van kunnen leren. Helaas gebeurden er tijdens mijn missies ook dingen die minder leuk waren."
"Uit respect voor de burgers en mijn collega’s wil en kan ik daar niet teveel op in gaan. Maar de dag dat er tijdens de eerste missie een Amerikaans voertuig terug het kamp in kwam en de vlag vervolgens halfstok ging, staat in mijn geheugen gegrift. Net als de vele knallen die ik continu tijdens de tweede missie buiten het kamp hoorde. Omdat we zo goed beveiligd werden voelde ik me nooit onveilig, maar het ging wel door merg en been. We moesten gewoon erg voorzichtig zijn. Als ik een brief naar huis schreef, moest ik bijvoorbeeld altijd in de verleden tijd praten. Dus niet: we gaan volgende week op missie, maar: we zijn laatst op missie geweest. Dit voor het geval dat de Taliban onze brieven zou onderscheppen en op de hoogte zou zijn van onze plannen. Ook als er iets ergs gebeurde, werd alle communicatie met buiten direct platgelegd. Dit noemen ze een black hole en moet voorkomen dat het thuisfront via de verkeerde weg zou worden overvallen door slecht nieuws.”
Psychische klachten
“Toen onze tweede missie na een bepaalde tijd erop zat, gingen we terug naar Nederland. Eenmaal thuis voelde ik me alles behalve veilig. Het was zo raar. Al die tijd in Afghanistan was ik continu in gevaar, maar zo voelde het niet. Juist omdat ons kamp extreem goed beveiligd werd, kon ik mezelf steeds voorhouden dat de knallen die ik hoorde niet bij mij konden komen. Ze waren er wel, maar ik wist waar het gevaar vandaan kwam en dat ik werd beschermd. Thuis in Nederland kon het gevaar juist overal zijn. Hier kon iemand mij net zo goed kwaad willen doen, alleen wist ik dan niet waar het precies vandaan kwam en wie het was. Mijn ‘leefgebied’ was te open, ik was niet meer beschermd. Als ik op straat vuurwerk hoorde of alleen al een hard geluid omdat de wind bijvoorbeeld iets omblies, was ik doodsbang. Ik voelde me steeds onveiliger en angstig. Dit liep zo uit de hand dat ik op een gegeven moment zelfs niet meer naar buiten durfde. Gezellig winkelen of stappen met vriendinnen: ik wilde geen enkel risico nemen en sloot mezelf thuis op waar het tenminste wel veilig was.”
Respect voor veteranen
“Gelukkig ben ik hier uiteindelijk met psychische hulp van het leger weer bovenop gekomen. Sindsdien gaat het veel beter. Door mijn werk voor Defensie heb ik echt geleerd hoe ik stress-situaties de baas kan blijven. Het is nou eenmaal een harde wereld, dus dit moet je ook wel kunnen om een goede militair te zijn. Ik heb wel eens reacties van mensen gehad die vinden dat mijn psychische klachten destijds mijn eigen schuld waren. Want ik wilde toch zelf het leger in...? Dit vind ik zo’n domme en kwetsende opmerking. Net als dat iemand een keer tegen me zei dat mijn salaris van zijn belastingcenten werd betaald. Alsof ik zelf geen belasting betaal. Ik werk voor de Nederlandse bevolking en zal de eerste zijn die het land beschermt als het in gevaar is. Zonder een leger is een land niks."
"Momenteel hebben we gelukkig geen oorlog in Nederland, waardoor we onze hulp veel meer aan andere gebieden kunnen bieden, maar we helpen ook met grote rampen in eigen land en dan hoor je toch ook niemand klagen? Sommige mensen vergeten dat militairen letterlijk hun eigen leven voor dat van anderen geven. Er zou veel meer waardering voor militairen moeten zijn. Daarnaast wordt er bij veteranen vaak aan oude, grijze mannen gedacht die tijdens de Tweede Wereldoorlog gevochten hebben, maar tegenwoordig zijn veteranen ook jonge mensen zoals ik. Jongvolwassenen, man en vrouw, die hun leven geven als dat moet. Door mijn deelname aan de erehaag van veteranen tijdens de herdenking van 4 mei en de Slag om Arnhem, probeer ik meer respect af te dwingen.”
Carrièretwist
“Het klinkt misschien raar, maar hoe stoer ik ook ben; zelfs ik heb zo mijn onschuldige fobieën die je waarschijnlijk niet zo snel verwacht van een militair. Zo ben ik doodsbang voor spinnen en naalden. Iets anders dat veel mensen niet van mij weten, is dat ik ook model ben. Toen ik in 2015 werd ontdekt door een fotograaf, besloot ik mee te doen aan een missverkiezing en eindigde ik tot mijn verbazing bij de laatste tien. Twee jaar later eindigde ik zelfs als derde bij een andere verkiezing. Maar het is echt voor de fun hoor. Hoewel ik stiekem toch wel een beetje een meisje-meisje ben, ga ik me echt niet de hele dag optutten. Ik heb wel meer te doen… Modellenwerk is leuk, maar het zou nooit mijn fulltime werk kunnen zijn. Werken voor Defensie is mijn levensmissie. Ik ben een militair en dat zal ik altijd blijven."
Tekst: Renée Brouwer Beeld: iStock