Het is nog steeds de norm in Nederland, maar onderzoek wijst uit dat flexibele werktijden veel gezonder zijn. Is jouw negen-tot-vijf-werkdag killing voor je werklust?
Werkdag
Het weekend was iets té gezellig, het werd iets té laat, en de wekker komt op maandagochtend nét een uur te vroeg. Of twee. Of oké, mag drie ook? En eigenlijk is het op dinsdagochtend niet heel anders. Noch op woensdag, donderdag, vrijdag en dan begint het hele feest opnieuw. You are not alone, want tachtig procent van de Nederlanders wordt ’s ochtends wakker van de wekker. In verschillende staten van uitgerustheid en wakkerheid natuurlijk. Maar die wekker op zich geeft al aan dat je lichaam zelf nog niet exact klaar was voor de dag. En daar schuilt een groot probleem – want het kantoor gaat nou eenmaal om negen uur open.
Lees ook: Zo kom jij je werkdag een stuk makkelijker door
Onze size fits none
Het is voor een heel groot deel van de Nederlanders nog altijd realiteit: er moet van negen tot vijf gewerkt worden. Misschien van acht tot vier, of van tien tot zes. Maar dan houdt het wel een keer op, met de flexibiliteit van de baas. Eigenlijk is dat gek. Want iedereen is op zijn eigen tijden het productiefst en iedereen heeft zo zijn eigen slaap-waakritme. Ochtendmens,avondmens of middenmoter: one size fits all past eigenlijk niemand. Zeker in tijden waarin werken buiten kantooruren (dankzij, zeg, het internet) toegankelijker is dan ooit.
“Niet de echte klok, maar de klok in je hersenen bepaalt jouw optimale tijd om te gaan slapen en wakker te worden, en dus ook de tijd waarop je het productiefst kunt werken”, aldus slaapwetenschapper Marijke Gordijn van Chrono@Work en de Rijksuniversiteit Groningen. “Die klok loopt bij iedereen anders: je cellen bepalen wat voor jou de optimale situatie is. Die hebben allemaal hun eigen cycli met een ritme van ongeveer 24 uur.” Wijk je af van je optimale tijden (omdat de wekker altijd om half zeven gaat terwijl jij bijvoorbeeld voor middernacht standaard geen oog dicht doet), dan rommel je met je biologie. En hoewel het misschien heel toegewijd aanvoelt om tóch vroeg op te staan uit plichtsbesef richting je baas, ben je uit je ritme verre van de ideale werknemer.
Vicieuze cirkel
Een paar dingen om in het achterhoofd te houden. 1) Je persoonlijke ritme heb je als kind al, zo bleek uit onderzoek onder twee- tot vierjarigen. 2) Dat ritme is deels erfelijk, en heeft daarnaast te maken met je blootstelling aan licht. 3) Je moet geluk hebben dat je leidinggevende dat net zo ziet. “Uit onderzoek blijkt dat managers die zelf ochtendmens zijn, de prestaties van avondmensen minder goed vinden”, vertelde wetenschappelijk journalist Linda Geddes onlangs tijdens een congres. “Ze zien mensen die later binnenkomen als minder competent. Terwijl die mensen, als ze gedwongen worden om eerder te komen, alleen maar minder slaap krijgen.”
Het is een beetje de vicieuze cirkel waar we in zitten in onze huidige negen-tot-vijf-samenleving. Dat is best gek, als je bedenkt dat die werktijden nog een relatief jong verschijnsel zijn. Tot aan de jaren zestig was een zesdaagse werkweek veel gangbaarder, en werd er nog meer uren gewerkt ook. Toen de welvaart in de jaren vijftig toenam, kwam daar verandering in. De Sociaal Economische Raad oordeelde in 1958 dat het voor de binnenlandse economie geen ramp was als de zaterdag als werkdag werd afgeschaft. In de jaren zestig werd dit geleidelijk een feit. Maar dat was natuurlijk nog vóór mail op je mobiel, enorm fileleed en de wetenschap dat slaap ontzettend belangrijk is voor onze gezondheid.
Korter lontje
“Door slaaptekort krijg je een korter lontje, schiet je sneller in de stress, heb je minder zelfbeheersing én word je minder creatief”, somt Marijke Gordijn op. “Je doet dingen meer op de automatische piloot. Dingen die je vaak doet gaan nog wel met wat minder slaap, maar ontspannen goed nadenken lijdt eronder. Als je te weinig slaapt, voel je je niet fit en maak je sneller fouten. En op de lange termijn heeft het effect op je stemming en op de gezondheid van je hersenen. Bovendien is er meer kans op hart- en vaatziekten. Er komt niet voor niets steeds meer nadruk op slaap als onderdeel van een gezond leven.” Met die nadruk komt ook het idee dat de negen-tot-vijf-mentaliteit niet meer heilig hoeft te zijn.
Pilots in onder andere de VS, het Verenigd Koninkrijk en Zweden wijzen uit dat mensen die hun eigen werktijden bepalen meer slaap per nacht krijgen, en zich dus uitgeruster voelen. Ze melden zich minder vaak ziek, en leveren werk van betere kwaliteit omdat ze kunnen werken op de momenten waarop zij het meest productief zijn. En als die momenten toevallig vallen op een tijdstip waarop het rustig is op kantoor, is dat ook bepaald niet erg. Uit Brits onderzoek is gebleken dat we van de acht uur dat we op kantoor zitten, vaak maar drie uur écht productief zijn, en dus niet zitten te kletsen/Facebooken/ surfen/procrastineren. De boog kán ook niet acht uur lang gespannen staan, menen veel productiviteitsgoeroes. Zij zweren veelal bij werkdagen van vier of vijf uur – maar dan lekker met volle focus.
Train je biologische klok
Wil je baas niet overstag, of heb je werk waarin er aan de werktijden niets te schuiven valt, dan kun je alsnog iets doen om een gezonder slaap-waakritme te kweken. Door op zoek te gaan naar jouw natuurlijke ritme bijvoorbeeld. Marijke: “Dat doe je in een vakantieweek. Niet aan het begin, als je slaap moet inhalen. En niet als je bent wezen stappen. Maar op die gewone, spontane dagen waarop je wakker wordt zonder wekker, en gaat slapen als je moe bent. Dat is je echte eigen ritme.”
Aan die biologie moet je ook niet te veel willen veranderen, stelt ze. Ook niet omdat het per ongeluk zaterdag is. “Het blijft het gezondst om een strak ritme te hanteren, en ook in het weekend niet te gaan schuiven. Dan krijg je altijd genoeg slaap.” Zinnen die tijden je niet, of past het echt niet bij je werk, dan kun je aan het trainen slaan. “Dat doe je door altijd op hetzelfde tijdstip naar bed te gaan en op te staan. En door goed te letten op je lichtintake als je moeite hebt met opstaan: ’s ochtends veel licht, en ’s avonds weinig. Maar hoe strikt je daar ook in bent: er zijn altijd bepaalde marges. Een laat type zal nooit een vroeg type worden.”
Tekst: Claudia Witteveen | Beeld: Bridget Jones