/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fsource%2Fgrazia%2Fgrazia%2F2020%2F01%2Fwake-up.jpg)
Naam: Ellemieke | Relatie: samenwonend | Beroep: service-medewerkster binnendienst
Kriebel in mijn maag
"Het was de week voor kerst en ik liep gejaagd en stijf van de stress door het winkelcentrum. Nog één cadeautje voor mijn vriend. Niet vergeten iets voor mijn moeder te kopen als bedankje voor het eten. Kattenvoer halen. In de winkeletalage zag ik het verbeten gezicht van een vreemde, harde vrouw en ik besefte dat ik dat was. Ik vertraagde mijn pas. Dan maar een bus later naar huis. Voor me, onder een vide met een enorm dakraam, zat een oud mannetje. Ik zag hem daar wel vaker. Altijd alleen. Niemand die hem ooit aansprak. Niemand die naast hem ging zitten. We maakten oogcontact en zomaar ineens glimlachte ik naar hem. Geen idee waarom."
"De uitdrukking op zijn gezicht was zo hartverwarmend dat ik een kriebel in mijn maag voelde. Het mannetje keek zo dankbaar. En wat had ik hem nu gegeven? Eén lullige, plastic glimlach. Vanaf die dag lachte ik telkens naar hem, Hij zwaaide naar me alsof ik een goede vriendin was. Na een keer of zes ging ik naast hem zitten. Hij gaf bijna licht, dat zag ik zelf ook wel. Ik nam van huis gevulde koeken mee voor opa Huib, want zo moest ik hem noemen. Hij vertelde over zijn werk bij de NS. Vroeg naar mijn relatie, en vertelde over zijn overleden vrouw die zo geweldig kon schilderen. Ik vond hem schattig. Zijn wangen hadden van die rode kabouterkoontjes. Hij had kraaloogjes die altijd leken te lachen en zijn witte baard leek van dons. Hoe kon ik een lief mannetje als hem al die jaren voorbij zijn gelopen?”
Kitscherige poes
“Al snel hielp ik opa Huib met zijn boodschappen. Samen was dat wel zo gezellig. Hij vertelde over zijn dochter, die twee uur rijden verderop woonde. En hij liet me het servies zien dat hij met zijn vrouw had gespaard voor hun bruiloft. Alles was nog heel. Hij liefkoosde elke kop en schotel alsof het een baby was. Op zijn negentigste verjaardag dronken we met samen koffie uit dat servies. Ik voelde me vereerd. Zijn dochter kwam dat weekend, maar die moest maar een mok nemen, grapte opa. De kerst erop gaf hij me een schilderijtje van zijn overleden vrouw: een kitscherig poesje op een knalroze kussen dat in een verkeerde verhouding geschilderd was."
"Het was door deze gesprekken, deze fijne middagen, en vooral de gedachte aan onze bizarre kennismaking, dat ik steeds vaker gas terugnam van het echte leven. Opa Huib was mijn wake-upcall. Te vaak liep ik als een haastige kip zonder kop rond terwijl al het moois om me heen was. Ik hoefde niet op wereldreis of te backpacken om mezelf te ontdekken. Ik zag het als een soort yoga-oefening. Een mantra. Wanneer ik haastig was, stress voelde of chagrijnde, concentreerde ik me op een vogel die ergens hipte. Ik keek naar de zon. Lachte om twee zingende peuters bij hun moeder op de fiets. Voor het eerst sinds lange tijd voelde ik me weer bewust van alles. Door opa Huib was ik weer dankbaar voor wat ik had. En ik was veel minder gehaast.”
Geen overlijdensbericht
“Toen kwam het mailtje van zijn dochter. Opa Huib was ’s nachts gevallen. Na een complicatie aan zijn nieren was hij in het ziekenhuis overleden. Het was allemaal snel gegaan en dag voor haar mail was hij al gecremeerd. Ik was in shock. Het voelde alsof ik mijn vader was verloren. Ik was gefrustreerd. Waarom had niemand mij gebeld? Ik kende opa al zes jaar! Was zijn dochter jaloers? Kwam ik te dichtbij? Was ze bang voor haar erfenis? Of had opa Huib haar amper iets over mij verteld en was onze vriendschap zijn geheimpje geweest? Ik vond het vreselijk dat ik voor zo’n voldongen feit kwam te staan. Ik miste opa Huibs kraaloogjes. Het tikken van zijn stok wanneer ik een grap met hem uithaalde."
"Ik kwam zes kilo aan door vreetbuien. Pas na een half jaar rouwen, sleet het verdriet en herpakte ik mezelf. En herinnerde me toen wat ik me allemaal had voorgenomen door opa Huib. Leef niet voor jezelf. Inhaleer het leven. Een betere wereld begint bij jezelf. Zo cliché, maar allemaal zo vreselijk waar. Nog steeds mis ik opa Huib. Dan hoor ik hem giebelen. Ik denk aan hem als ik koffie krijg in chique kopjes, of als er een trein langsgaat. Dan ben ik dankbaar dat hij toen naar me teruglachte, dankbaar en verbaasd dat hij werd opgemerkt. Ik ben op mijn beurt dankbaar voor onze vriendschap en de lessen die hij me heeft geleerd. Regelmatig glimlach ik tegenwoordig onverwacht naar een vreemde. Bijna altijd krijg ik een glimlach terug. Zomaar. Gratis. En dan word ik binnenin warm en denk aan opa Huib.”
Tekst: Eveline Karman | Beeld: iStock