Lijstjes (Kopie)

Dit jaar word ik veertig. Meestal vier ik mijn verjaardagen niet zo groots, maar soms heb ik daar opeens wel zin in. Dit...

Dit jaar word ik veertig. Meestal vier ik mijn verjaardagen niet zo groots, maar soms heb ik daar opeens wel zin in. Dit jaar wil ik graag weer eens een feestje vieren. Omdat 40 een mooi rond getal is, het ook zo’n serieus getal is waar wel wat feestelijks tegenover mag staan, maar ook omdat het gewoon fijn is dat ik veertig word en nog steeds leef. Ik heb bedacht dat ik veertig vriendinnen wil uitnodigen om het mee te vieren. Als ik een lijstje maak blijk ik rijker dan gedacht; op mijn lijstje staan nu al meer dan vijftig vrouwen!

Gisteren was ik bij de crematie van de moeder van een vriendin. Het was een indrukwekkende bijeenkomst, met mooie muziek (nog door haar moeder zelf uitgezocht!) en ontroerende toespraken van mijn vriendin en haar vader. Ik luisterde naar hen en naar collega’s van haar moeder, zong in mijn hoofd de liedjes mee, keek naar de prachtig beschilderde kist en knipperde verwoed mijn tranen weg.

Bij de koffie en de appelgondel (het favorietje gebakje van de moeder) praat ik met de twee vriendinnen met wie ik naar de crematie was gekomen over ons eigen afscheid. “Zou het ook ergens anders kunnen dan in zo’n crematiezaaltje als dit” vraag ik me af, “En dan zonder zo iemand van een begrafenisondernemer die de bijeenkomst inleidt en afsluit?” Dat kan vast wel besluiten we, en we fantaseren over een bijeenkomst in de kroeg of in het theehuis in het bos, waar vrienden en familie zouden praten, drinken, lachen en huilen bij onze kist.

“Ik heb helemaal niets afgesproken of op papier staan over wat ik wel en niet wil na mijn dood” vertel ik “Lief weet alleen welk liedje ik graag gespeeld wil hebben dan”.

’s Avonds in bed vertel ik Lief over mijn dag en het gesprek met mijn vriendinnen. “We hebben eigenlijk helemaal niets opgeschreven of afgesproken hè, over wat we wel en niet willen bij onze begrafenis” zeg ik. “Jawel,” antwoordt Lief “Je wilt witte ballonnen.” Ik glimlach, dat heb ik inderdaad ooit eens gezegd; witte gasgevulde ballonnen die samen met mijn ziel met de wind mee waaien richting de zon. “En dat liedje dan natuurlijk” voeg ik toe. “Welk liedje?” vraagt Lief verbaasd. Ik grinnik, laat ik nou juist gedacht hebben dat dat hetgene was wat hij zou weten. “Dat van Oud geboren” antwoord ik. “Oh ja,” knikt Lief, “van Acda en de Munnik”.

Ik moet een nieuw lijstje maken, met mijn wensen voor ooit. Zodat, als het ooit nodig is, Lief weet wie hij uit moet nodigen voor mijn laatste keer in de kroeg (jammer dat ik dan zelf niet mee kan borrelen). Zodat Lief al mijn wachtwoorden heeft en op mijn weblogs kan vertellen dat ik mijn laatste woorden heb geschreven. En zodat Lief onthoudt dat het niet een liedje van Acda en de Munnik is, maar van Veldhuis en Kemper (en dan graag in de uitvoering van Ilse de Lange). Een lijstje voor later. Voor heel veel later. Veel minder leuk dan dat lijstje van nu. Dit jaar word ik veertig, dat ga ik vieren. En daarna vier ik nog minstens veertig keer mijn verjaardag. Zonder witte ballonnen!

Laatste nieuws